Oceanen van cultuur

Lissabon bereidt zich voor op de Wereldexpo, die loopt van 22 mei tot 30 september. Een tentoonstelling die een beeld wil brengen van de tradities én de vernieuwingen in de diverse culturen van onze planeet.

Ze zijn net zo fier als de Belgen veertig jaar geleden, ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling ’58 in Brussel. En ze kunnen jauwelijks wachten tot de openingsdag van 22 mei. De Portugezen zijn al gestart met een reeks activiteiten rónd de Expo, terwijl men nog druk bezig is de infrastructuur voor de tentoonstelling af te werken.

Gelegen aan de oevers van de Taag, de blik gericht op de Atlantische Oceaan, is het logisch dat Lissabon de Expo 98 gebouwd heeft rond het thema: “De Oceanen, een patrimonium voor de toekomst”. Alles staat in het teken van het water. Gil, de mascotte van Expo 98 die alom tegenwoordig is in het straatbeeld van de hoofdstad, heeft trouwens een hoofd in de vorm van een waterdruppel. Het is geleden van 1755, toen een aardbeving de benedenstad verwoestte, dat Lissabon nog zo’n ingrijpende urbanistische ingreep heeft gekend. In tegenstelling tot België en vele andere organiserende landen, werd het project Expo 98 in Lissabon geïncorporeerd in een stedenbouwkundig totaalplan – 340 hectare groot en 5 km lang langsheen de Taag – dat moet voorzien in wooncomplexen, hotels, bureauruimten, culturele en commerciële centra… Het project moet tegen 2009 voltooid zijn en zal 70 % van de infrastructuur van de Expo recupereren. Wat betekent dat het vele geld dat de staat en de stad in het project hebben geïnvesteerd, uiteindelijk de bevolking zal ten goede komen.

Als aanloop naar Expo 98 wordt in Lissabon het Festival van de 100 (voorafgaande) Dagen gehouden, een lekker aperitief voor het échte smullen kan beginnen.

Dit festival

omvat o.m. een “Reis doorheen de 20ste eeuw”, een tentoonstelling opgezet door de schrijver António Mega Ferreira en de Britse artiest Neal Potter in het Centro Cultural van Belém. Op een oppervlakte van 3000 m² wordt een beeld opgeroepen van het einde van het tweede millennium. Onder de tentoongestelde voorwerpen en kunstwerken bevindt zich het eerste interactieve schilderij ooit gerealiseerd, door Neal Potter zelf, dat de titel draagt Queen of Hearts. De toeschouwer wordt verblind onder de flitsende flashlampen wanneer hij dichterbij komt: u hebt het al begrepen, het is een hommage aan Lady Diana.

Het concept van de tentoonstelling is zeer origineel. Men kan er kennis maken met het beroemde radioprogramma van Orson Welles dat de VS op zijn grondvesten liet daveren; met de sex-appeal van de 20ste eeuw met Marlène Dietrich en de Pirelli-girls in de hoofdrollen; de vrouwmeubelen van Allen Jones; de schoenen van Fred Astaire; de Barbie-poppen; Rudolph Nourejev; James Dean; de verovering van de ruimte; de oorlog in Vietnam… De toeschouwer wordt van bij het begin geconfronteerd met een zekere wanorde, wat niet meer of niet minder dan een reflectie is van deze (boeiende) eeuw. Maar wie de moeite neemt de tentoonstelling te doorgronden, zal uiteindelijk vaststellen dat er wel degelijk een structuur loopt doorheen de caleidoscoop van de 20ste eeuw.

Het Festival van de 100 Dagen omvat voorts klassieke muziek, opera, ballet, film en andere exposities.

Expo 98

zal in ruime mate de internationale cultuur op het voorplan plaatsen. Het programma van de hedendaagse culturele activiteiten – onder de noemer Dive into the Future – zal eerstdaags worden bekendgemaakt. Achter de coulissen konden we al vernemen dat Vlaanderen een hoofdrol zal vertolken. Jan Fabre, Alain Platel, Wim Vandekeybus, het Huelgas Ensemble van Paul Van Nevel en de hedendaagse klassieke muziekgroep Champ d’Action zijn zeker van de partij.

Laten we ook de aandacht vestigen op twee permanente shows die zowel volwassenen als kinderen zullen boeien. Olharapos is een spektakel waarin kleurrijke en fantastische personnages uit fabels van overal ter wereld, zullen optreden. Niet minder spectaculair is Peregrinaçao, een stoet van imaginaire machines die op de Expo-ruimte een circuit zullen volgen. Twee van deze fantastische machines zijn het ontwerp van onze landgenoten Jean-Claude de Bemels en Raphael August Opstaele.

De Expo, die gesitueerd is ten oosten van de stad, vlakbij de luchthaven, verwacht zo’n 15 miljoen bezoekers in een periode van vier maanden. Het aantal deelnemende landen ligt rond de 160, wat een absoluut record is. De deelnemende landen hebben dit keer niet de vrije hand gehad bij het ontwerpen van de paviljoenen; ze hebben een aantal modules kunnen huren die in grote complexen ondergebracht zijn. Maar dat neemt niet weg dat de Expo een nooit gezien samenspel van ruimten, volumes en constructies te bieden heeft.

Portugal

is het enige land dat over een eigen paviljoen kan beschikken. Het is ontwerp van één van ‘s lands beroemdste architecten: Alvaro Siza. De ruimte is onderverdeeld in twee volumes. Het eerste volume is open en afgedekt met een gigantisch ‘zeil’ van beton, 65m bij 50 m groot, een technisch hoogstandje opgehangen aan twee zuilengalerijen, 10 tot 13 meter boven de hoofden van de bezoekers. Het tweede volume bestaat uit twee verdiepingen, hoog torenend boven de indrukwekkende Taag die hier op zijn breedst is. Vanop deze plaats heeft men een adembenemend zicht op de nieuwe brug, genoemd naar Vasco da Gama, die de twee oevers verbindt.

Een ander gebouw met een opvallende architectuur is de Gare do Oriente, een station ontworpen door de Spaanse architect Santiago Calatrava, die trouwens ook gevraagd werd om het nieuwe TGV-station in Luik te tekenen. Het meest verleidelijke gebouw is echter het Paviljoen van de Utopie, dat de vorm heeft van een enorme vliegende schotel, hoewel de houten structuur van het dak geïnspireerd werd door de romp van een schip. Het werd ontworpen door Regino Cruz en SOM ( Skidmore, Owings & Merril) en zal een capaciteit hebben van 16.000 toeschouwers. De zuidpoort staat in het teken van het respect voor het industriële werk van vele duizenden op dit terrein voor het werd omgebouwd tot Expo-zone. Een oude industriële toren werd door Manuel Graça Dias en José Egas Vieira ingepakt in een structuur die een enig uitzicht over de site biedt.

Het meest representatieve

gebouw voor Expo 98 is ongetwijfeld het Paviljoen van de Oceanen. Dit immense aquarium werd ontworpen door Peter Chermayeff, Peter Sollugub, Bobby Poole en Ginette Castro. De bezoeker zal er geconfronteerd worden met het leven in alle oceanen: meer dan 25.000 vissen, vogels en zoogdieren zijn uw gidsen in het paviljoen.

De twee gebouwen voor de deelnemende landen zijn van de hand van António Barreiros Ferreira en França Doria. De modules waar die landen hun voorstelling zullen houden, werden getekend door Risco/Manuel Salgada, Marino Fei en Pierluigi Cerri. De landen worden in de mogelijkheid gesteld de ruimte zo veel mogelijk te personaliseren. Het Belgisch paviljoen, dat onder de bevoegdheid valt van commissaris-generaal Alfons Boesmans en getekend werd door Frans Van Praet, is gesitueerd in de zone noord. De nationale feestdag wordt er gevierd op 22 juni.

Het architecturale aanbod van Expo 98 is zeer hoog. En dan hebben we het niet eens gehad over het Paviljoen van de Toekomst of het Theater Jules Verne. Het geheel van activiteiten en verwezenlijkingen laat bovendien het licht schijnen op het gastland Portugal. Een land dat veel te bescheiden gebleven is, zelfs na het omverwerpen van de dictator Salazar in 1974. Een land dat – vergeten we het vooral niet – een pioniersrol gespeeld heeft in de grote ontdekkingen en de verovering van de wereld door Europa in de 15de en 16de eeuw. Expo 98 is een gelegenheid om Portugal en Lissabon te (her)ontdekken.

ICEP. Tel: (02) 230.52.50.

TAP – Air Portugal. Tel: (02) 219.55.66.

Internet Expo 98: http://www.expo98.pt

SERGE VANMAERCKE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content