‘Nuttig voor de hele maatschappij’

Nicolas Germond wisselde vorig jaar van stoel met Gérald Roy. Roy nam de leiding over Veolia Italië, Germond ruilde de laars voor ons land. Germond groeide op in Nantes en haalde diploma’s management en rechten aan de Universiteit van Parijs. Hij werkte eerst zes jaar bij de consultant PWC. Voor Veolia werkt hij sinds 1998: vijf jaar in de Franse afvaltak, negen jaar voor de waterdivisie in de regio Afrika-Midden-Oosten-India, twee jaar in de tak niet-kernactiviteiten, en vijf jaar in Italië, waar Veolia vooral energiediensten levert. “Je moet altijd rekening houden met de particulariteiten van het land waarin je actief bent.”

Wereldwijd bokste de Franse multinational vorig jaar 25,9 miljard euro omzet bijeen met drie hoofdactiviteiten: water (42%), afval (37%) en energie (21%). Ons land is een buitenbeentje, want energie levert hier 78 procent van de 271 miljoen euro omzet. “Ik wil helpen te evolueren naar een bedrijf waar de drie takken meer in evenwicht zijn.”

Hoe wilt u dat doen?

NICOLAS GERMOND. “We kunnen meer doen voor onze klanten, of het nu over koude, warmte, afval of water gaat. Dankzij de digitalisering kunnen ze de efficiëntie van hun netwerken beter beheren. We kunnen hen helpen bij de energierecuperatie van hun afval.”

Net voor uw komst vorig jaar nam Veolia het Antwerpse HCI over, een specialist in industriële reiniging. Wat zijn uw plannen met de overgenomen bedrijf?

GERMOND. “We stonden al sterk bij ziekenhuizen en grote overheidsgebouwen. Via HCI kunnen we nog beter de industrie bedienen, zeker die in Vlaanderen. Nu is de industrie goed voor minder dan 30 procent van de omzet. Dat moet naar de helft.”

Uw voorganger wou groeien van 244 miljoen euro omzet in 2016 naar 400 miljoen over drie tot vier jaar. Deelt u zijn ambitie?

GERMOND. “Vorig jaar zaten we op 271 miljoen euro. Dit jaar streven we naar meer dan 300 miljoen euro. Daarmee doen we het, in verhouding tot het aantal inwoners, vrij goed. België is een moeilijke markt, waar sterk op prijs wordt geconcurreerd. De meeste concullega’s bieden of water of afval of energie aan. Wij doen de drie.

“Maar mijn eerste doel is diversificatie. Al wil ik het accent ook verschuiven naar energiediensten waar we toegevoegde waarde kunnen leveren door digitalisering of componenten van warmte, koude of energie-efficiëntie te integreren. Traditioneel onderhoud blijft onze basis, maar het is een markt waarin we minder ruimte innemen dan in het verleden.”

Klimaat wordt voor almaar meer bedrijven een belangrijk thema. Merkt u dat ook?

GERMOND. “Absoluut. We gaan naar lokale energiekringen, die met biomassa of afval elektriciteit produceren. In Brussel hebben we een voorstel gedaan voor een biovergistingsproject, dat moet resulteren in minder afvalverbranding, meer recyclage en minder broeikasgassen. De circulaire economie zit in ons DNA. Dit bedrijf zal rendabel zijn omdat het nuttig is, niet alleen voor de aandeelhouders, maar voor de hele maatschappij.”