‘Nummer twee zijn is goed genoeg voor mij’

Luc Huysmans senior writer bij Trends

Met de opening van twee nieuwe elektriciteitscentrales in Oman onderstreept de internationale energietak van GDF Suez zijn groeiambitie. “Groei zit ingebakken in dit bedrijf, maar we willen niet groeien om te groeien”, zegt topman Willem Van Twembeke.

Regenen doet het niet vaak in Oman. De regenbui veroorzaakt dan ook animo in de tent waar de openingsceremonie van Barka 3 plaatsvindt. Die elektriciteitscentrale in Barka, een stadje tachtig kilometer ten noorden van de hoofdstad Muscat, is een van de twee centrales met een capaciteit van 744 megawatt die GDF Suez in Oman opent — een totale investering van 1,22 miljard euro. De presentatrice spreekt GDF Suez goedbedoelend uit als “GDF Swis“. Willem Van Twembeke brengt in stijl het dankwoord. De 48-jarige Vlaming leidt sinds vorig jaar GDF Suez Energy International. In die functie is hij bijna in stilte Dirk Beeuwsaert opgevolgd.

Voor Van Twembeke is het de eerste maal sinds zijn benoeming dat hij over de business praat in de Belgische pers. Het interview vindt plaats in verscheidene etappes: aan de ontbijttafel, in de wagen op weg naar de openingsceremonie, en ‘s avonds in het hotel, net voor een nieuwe afspraak.

Groei is het leidmotief van de groep. Gérard Mestrallet, de CEO van GDF Suez, kondigde vorig jaar aan dat hij het aandeel van de groeilanden in zijn jaarlijkse investeringsportefeuille van 11 miljard euro zo snel mogelijk wilde optrekken van 30 naar 50 procent. Daaraan wordt druk gewerkt: Van Twembeke mocht vorig jaar Uruguay, Zuid-Afrika, Mongolië, Marokko en India toevoegen aan het lijstje van landen waar zijn groep actief is.

GDF Suez Energy International is actief in 32 landen. Krijgt u stress als Gérard Mestrallet die doelstellingen oplegt?

WILLEM VAN TWEMBEKE. “Nee, groei zit ingebakken in dit bedrijf. De projecten die we nu binnenhalen, zorgen binnen drie à vier jaar voor onze groei. Daar horen ook overnames bij. Het is niet vanzelfsprekend daarvoor de juiste doelen te vinden: ze moeten complementair zijn en een bepaalde rendabiliteit halen. Maar ik zou dit jaar toch minstens één overname willen doen. Verwacht eerder een mid-sized deal: een kans als International Power vind je niet elk jaar.”

Op welke markten mikt u vooral?

VAN TWEMBEKE. “In Latijns- en Midden-Amerika kijken we bijvoorbeeld naar Colombia. Ik verwacht ook veel van onze SAMEA-regio (Zuid-Azië, het Midden-Oosten en Afrika). Daar zijn we nu aanwezig in twee van de 52 landen — Marokko en Zuid-Afrika — maar we kijken ook naar landen als Kenia, Mozambique en Tanzania. Maar we blijven voorzichtig: we gaan daar geen te grote installaties bouwen.

“In Azië is nog veel groei mogelijk, maar de markt is er minder open dan bijvoorbeeld in Latijns-Amerika. We blijven geïnteresseerd in de Filipijnen en ik geef de hoop niet op in Vietnam. India is een groeiland dat buitenlandse investeerders wil aantrekken. We hebben er een centrale overgenomen in Andhra Pradesj, niet ver van Bangalore, en we bouwen er een nieuw project.

“Een van onze grote succesfactoren is dat we ons voortdurend aanpassen. We geven de regeringen onze opinie, maar we leggen hen niets op, we blijven bescheiden. In elk land waar je marktaandeel groot is, is dat een bron van ergernis en problemen.”

U wilt niet per se het nummer één zijn.

VAN TWEMBEKE. “Het nummer twee zijn is meer dan goed genoeg voor mij. Het is belangrijker de juiste investeringen te doen, anders loop je het risico dat je tegen je limieten botst omdat je al 30 of 40 procent marktaandeel hebt. Soms is beslissen om niet te investeren ook een beslissing. We willen vooruit, maar niet groeien om te groeien. Er moet potentieel zijn om waarde te creëren.”

Wat verwacht u van schaliegas?

VAN TWEMBEKE. “Canada en Mexico kunnen dankzij de vrijhandelsakkoorden dezelfde gasprijs hanteren, waardoor sommige investeringen vanuit China naar Mexico worden verplaatst. Dat is een belangrijk fenomeen. Wellicht zullen die landen ook schaliegas exporteren, maar in eerste instantie naar Zuid-Amerika en Azië.

“Ik betwijfel of er een tweede land is waar de schaliegasontwikkeling zo snel zal gaan als in de Verenigde Staten. Je moet niet alleen de bronnen hebben, maar ook de wetten. En er is veel water nodig, waardoor het voor China bijvoorbeeld niet gemakkelijk zal zijn om zijn voorraden in de Gobi-woestijn te ontginnen.”

Uw voorganger, Dirk Beeuwsaert, luidde regelmatig de alarmklok over het concurrentievermogen van Europa.

VAN TWEMBEKE. “Ik ben daar minder pessimistisch over. Als energie duur blijft, is het risico groter dat sommige industrieën verhuizen. Maar Europa blijft over alle producten heen nog altijd goed voor een kwart van de wereldwijde vraag. Je kunt je niet permitteren om daar geen productiecapaciteit meer te hebben.

“Mensen leren ook uit het verleden. Dirk wees terecht op de competitiviteit, en ik denk dat Europa dat heeft begrepen. Alleen blijken de politici soms bang te zijn om de maatregelen te nemen die nodig zijn. We kunnen erover klagen dat de Lissabon-doelstellingen niet worden gehaald, maar met pessimisme kom je niet vooruit. Zeker in België bekijken we het graag wat negatief, terwijl Europa toch een aantal dingen heeft bereikt: er is al bijna zeventig jaar vrede, je hoeft je paspoort niet meer boven te halen als je van België naar Frankrijk reist, er is een eenheidsmunt. Hier in de Golfregio willen ze ook zo’n munt creëren, maar ze merken ook dat het niet vanzelfsprekend is.

“Je moet positief durven te denken. Er moeten maatregelen worden genomen die onze economie opnieuw competitief maken. Dat moet een hoofdbekommernis zijn, want je kunt geen sociaal paradijs bouwen boven op een economisch kerkhof.”

Nochtans luidt de Magritte-groep, een vereniging van tien grote Europese energiebedrijven, de noodklok over het Europese energiebeleid.

VAN TWEMBEKE. “In het zuiden van Marokko bouwen we in Tarfaya het grootste windmolenpark van Afrika, met een capaciteit van 300 megawatt. Dat park is in oktober klaar en kan subsidievrij stroom produceren, doordat de investering voor een onshorepark lager is dan voor offshore, en doordat het er simpelweg meer waait. Dat noem ik intelligente hernieuwbare energie.

“Zo bekeken is het Europese energiebeleid geen succes. We hebben de technologie geïnstalleerd, we hebben de consumenten verteld dat de energie daardoor goedkoper ging worden, en daarna hebben we hen de factuur gestuurd. Terwijl het logisch is: als een energiebron zoals wind of zon niet overvloedig aanwezig is, zal de investering veel kosten.”

Maar zonder Europa zouden de windmolens en zonnepanelen nooit zo hard in prijs zijn gedaald.

VAN TWEMBEKE. “Ik ben het ermee eens dat er een volume-effect heeft gespeeld, zeker voor de zonnepanelen. Daardoor zijn ze ook rendabel in bijvoorbeeld Zuid-Duitsland. Het probleem is dat dit veel geld heeft gekost. Intussen is in België vorig jaar, zonder subsidies, bijna niet geïnvesteerd in fotovoltaïsche panelen, toch niet door industriëlen.

“Ik ben voor hernieuwbare energie. Maar dan op de juiste plaatsen: in de Golf, in Chili, in Zuid-Afrika of in India, waar die energiebron overvloedig aanwezig is. Als je een park bouwt dat maar een kwart van de tijd draait — of zoals in Marokko een dat de helft van de tijd draait — levert dat een andere prijs op voor de stroom die er wordt geproduceerd. Precies daarom pleiten we ervoor om de subsidies voor mature hernieuwbare-energiebronnen af te bouwen.”

Is dat niet in tegenspraak met uw stelling dat u voor hernieuwbare energie bent?

VAN TWEMBEKE. “Hoe dan ook zal het aandeel van de hernieuwbare-energiebronnen op een natuurlijke manier verhogen. In de 32 landen waar we actief zijn, willen de wetgevingen dat percentage verhogen, en wij willen doen wat die landen vragen. Wij hebben geen enkele voorkeur, zij zijn klant.

“Maar de bedrijven van de Magritte-groep moeten 50 gigawatt aan gascentrales sluiten, omdat ze niet rendabel zijn door de overgesubsidieerde windmolens. In Frankrijk werkt amper één op de vier gascentrales. Dat dreigt een enorm probleem te worden voor de energiebevoorrading op grijze en windstille dagen.

“Een eeuw geleden waren er kleine elektriciteitssystemen in de steden. Door die centrales met interconnectoren te verbinden, ging de kostprijs naar beneden. Er werden steeds grotere elektriciteitscentrales gebouwd, want die bleken efficiënter. Dat systeem heeft tachtig jaar gewerkt. Nu wil de klant zelf beslissen waar hij energie koopt en hoe die wordt gegenereerd. Dus gaan we terug naar kleinere systemen. Mensen willen in huis zonne-energie produceren, en soms het net gebruiken.

“Kijk naar de Verenigde Staten: daar is het gas goedkoop. Daar verkopen ze nu vrij kleine fuelcells, waar ze gas inpompen, dat wordt omgezet in stroom. Kostprijs: ongeveer 100 dollar per megawattuur. In Europa zou dat het dubbele zijn, en dus niet rendabel. Google heeft een hele batterij fuelcells voor zijn servers. Ze verkiezen dat systeem omdat de bevoorradingszekerheid zo groter is, want het elektriciteitsnet wordt er geplaagd door stormen. In elk land moet je goed kijken wat je doet. De situatie verschilt van land tot land.”

Welke soort centrales bouwt u het meest?

VAN TWEMBEKE. “Gas is en blijft wellicht erg belangrijk. Daarna komen hydro-elektriciteit en kolen, ongeveer op hetzelfde niveau, en dan heb je hernieuwbare energie: we hebben windparken en best wel wat zonneparken in onze portefeuille. Er is nog een derde groene-energiebron die we verder willen ontwikkelen: de geothermie. We doen dat in Indonesië, en ook Chili en Kenia zijn daarvoor geschikt. Maar het is een nog niet erg ontwikkelde technologie, die ook veel complexer is dan de centrale hier in Barka. Alles wat ondergronds is, is nu eenmaal moeilijker.

“Hier in het Midden-Oosten heb je veel gelijksoortige projecten als die in Barka. Die gaan we blijven opzetten, maar we moeten ook al kijken naar wat we in de toekomst doen. Het is niet voldoende te blijven doen wat we al deden. We moeten mee-evolueren met de samenleving.”

Maar kolencentrales blijven belangrijk?

VAN TWEMBEKE. “Je mag de energiesector niet bekijken door een Europese bril. Veel landen hebben een stevige groei nodig om de levensstandaard van hun bevolking op te krikken. Die groei moet worden vergezeld door de groei van de energiebevoorrading, en in veel landen zijn kolen het meest voorradig en het goedkoopst. Dat gaat de komende vijftig jaar niet veranderen. De prioriteit van China, India en Indonesië is de levensstandaard van hun burgers op te krikken.

“Andere landen gebruiken kolen om het evenwicht in hun portefeuille te bewaren en hun risico’s te diversifiëren. Bijvoorbeeld Marokko. Daar bouwen we ook een kolencentrale, maar het land ontwikkelt alles: gas, zon, wind én kolen. Elk land heeft het recht zijn energiebeleid uit te stippelen. Het is niet aan de Europeanen om te zeggen hoe de anderen het moeten doen.”

U leidt een bedrijf dat wereldwijd actief is. Hoe houdt u overal een vinger aan de pols?

VAN TWEMBEKE. “Ik reis veel. Ik spendeer ongeveer een derde van mijn tijd in Londen, ik ben één dag per week in Parijs en twee dagen per maand in Brussel. Voor het overige zit ik op vliegtuigen om medewerkers, autoriteiten en klanten te bezoeken. Je kunt niet via videoconferencing duidelijk maken hoe belangrijk ze zijn. Zij zorgen voor de resultaten van dit bedrijf. Als baas sta ik ten dienste van de organisatie. Mijn bureau is open space, dus de deur is altijd open. Op vergaderingen probeer ik altijd een idee te hebben, maar als dat fout blijkt te zijn, heb ik er geen moeite mee dat toe te geven.”

Uw voorganger Dirk Beeuwsaert werd ooit omschreven als de machtigste Belg bij GDF Suez. Wordt u dat ook?

VAN TWEMBEKE. “Dirk is mijn favoriete raadgever. Hij is ook bijzonder correct. Hij interfereert niet, maar heeft enorm veel kennis, het zou dom zijn die niet te gebruiken. Ook met Gérard Mestrallet overleg ik regelmatig. Het is fenomenaal hoe hij zich kan concentreren op de essentie. Maar machtig? Ik vind dat een lelijk adjectief. Ik probeer samen met anderen de juiste dingen te doen voor het bedrijf. Met macht alleen werkt het niet, dat is veel minder belangrijk dan vijftig jaar geleden, toen de baas zei wat er moest gebeuren en hoe. Ik luister veel naar jonge mensen.

“Natuurlijk heb je invloed, maar die mag je niet overschatten. Als in het directiecomité iedereen tegen een investering is, zal ik die niet doordrukken, omdat ik weet dat ik competente collega’s heb. Maar voordat ik een dossier aan Gérard Mestrallet voorstel, moet ik er uiteraard zelf van overtuigd zijn. De ervaring leert me dat als de rendabiliteit uitzonderlijk hoog is, er meestal iets bijzonders aan de hand is. (lacht)

“Ik wil nooit op het punt belanden dat ik denk dat mijn idee het beste is. Dat vind ik zeer gevaarlijk. Je moet je sterktes en zwaktes kennen: voor alles wat het financiële cijferwerk is, reken ik op mijn CFO. Als ik iets niet begrijp, vraag ik uitleg.”

LUC HUYSMANS

“Elk land heeft het recht zijn energiebeleid uit te stippelen. Het is niet aan de Europeanen om te zeggen hoe de anderen het moeten doen”

“Ik ben voor hernieuwbare energie. Maar dan op de juiste plaatsen: in de Golf, in Chili, in Zuid-Afrika of in India”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content