Nog minstens vijf jaar bibberen

Een andere boekhoudkundige waardering van de derivaten zadelt Dexia dit jaar met circa 450 miljoen euro bijkomend verlies op. Dat was niet ingecalculeerd. “We moeten over een zeer smalle weg om in 2018 het omslagpunt te bereiken”, geeft CEO Karel De Boeck toe.

Eén ding moet je De Boeck nageven: hij heeft nooit beweerd dat de kapitaalverhoging van 5,5 miljard euro eind 2012 zou volstaan. Altijd hield hij een slag om de arm. De kapitaalinjectie door de Belgische en Franse staat zou kunnen volstaan, luidde het steevast, ten minste als er geen grote crisissen uitbreken, de financiële markten kalmeren en er geen onverwachte lijken uit de kast vallen.

Maar dat het heel nipt wordt, is nu al duidelijk. Dexia ging in zijn prognoses uit van een verlies van een miljard euro in 2013. Daar komt nu dus naar schatting 450 miljoen euro bij. En ook de volgende jaren verwacht Dexia telkens enkele honderden miljoenen verlies. Operationeel zijn de opbrengsten van de obligatie- en kredietportefeuille immers lager dan de financieringskosten.

Voorlopig zijn de solvabiliteitratio’s sterk genoeg om die verliezen te absorberen. Op papier had de groep Dexia per eind 2012 een eigen vermogen van 11 miljard euro, maar na aftrek van de onderliggende verliezen op de beleggingsportefeuille zakt dit cijfer naar 2,8 miljard euro. “We gaan er alles aan doen om dat smalle pad te bewandelen waarbij we zo weinig mogelijk verliezen incasseren en de reglementaire kapitaalratio’s respecteren”, zegt De Boeck. “Of dat zal kunnen zonder bijkomende kapitaalinjectie, weet vandaag niemand.”

Een andere waarderingsparameter voor derivaten maakt dat er zowat 450 miljoen euro verlies extra is. Was dit ingecalculeerd?

KAREL DE BOECK. “Neen, dat bedrag zat niet in de prognoses van het strategisch plan dat we eind vorig jaar indienden bij Europa. Op dat moment konden we de implicaties van de omschakeling naar de boekhoudstandaard IFRS 13 nog niet becijferen. De verplichting om de swaps te waarderen tegen de OIS-swapdagrente (overnight indexed swap) bestaat pas sinds dit jaar. In het verleden werden de swaps behandeld door Dexia Bank België (het huidige Belfius, nvdr.). Wij hebben een hele machine moeten opzetten om die berekeningen te maken, dat heeft ons aardig wat werk gekost. Zodra de omvang duidelijk was, stuurden we een winstwaarschuwing uit.”

Maar waarom is het bedrag in het geval van Dexia zo hoog?

DE BOECK. “Omdat al onze swaps (eind 2012 had Dexia nog 450 miljard euro swaps uitstaan, nvdr.) eenzijdig zijn. Andere banken hebben swaps aan twee kanten uitstaan. Maar Dexia heeft de vaste rente op zijn langetermijnactiva consequent geswapt naar een variabele rente op korte termijn, precies omdat de activa op korte termijn gefinancierd werden. In de praktijk betekent dit dat elke rentedaling negatief is voor onze swaps. En de OIS-rente ligt lager dan de interbankenrente Euribor, die we tot hiertoe als waarderingsparameter hanteerden. Aan Euribor hangt immers een bankenrisico vast. Dus incasseren wij een bijkomende klap. Die omschakeling is een eenmalige kostprijs. Maar de gewijzigde waardering van de derivaten kan in de toekomst wel aanleiding geven tot grotere schommelingen van de resultaten.”

RPI, de bad bank van Fortis, is met winst verkocht. Kunnen we ooit hetzelfde verwachten van Dexia?

DE BOECK. “Je kunt de twee echt niet met elkaar vergelijken. De portefeuille van Dexia is 211 miljard euro groot, bij RPI ging het om amper 12 miljard. Zij hebben bovendien een portefeuille geërfd met een renterisico, waardoor ze zelf een indekkingsstrategie konden ontwikkelen. Bij Dexia hangen de activa in portefeuille en de swaps helemaal aan elkaar vast. Door de hogere kredietspreads en de impact van de aanhoudende rentedaling de voorbije jaren op de swaps, staan al onze lijnen onder water. Daardoor kunnen wij geen activa verkopen, dat zou meteen aanleiding geven tot forse verliezen.

“Vandaar de strategie om de activa tot vervaldatum bij te houden. Onze portefeuille is van hoge kwaliteit, 86 procent is investment grade. De debiteuren hebben een goede rating. Die strategie kan succesvol zijn. Maar door de lange looptijd van de effecten zal dat maar op lange termijn blijken. Aan het einde van de rit zit je altijd met een staartrisico.”

Hoe zit het met de rechtszaken tegen de omstreden kredieten die DCL, het Franse filiaal van Dexia, nog in portefeuille heeft?

DE BOECK. “Er zit bij DCL nog voor 2,4 miljard euro gestructureerde kredieten aan openbare besturen, die als ‘sensitief’ omschreven worden. Een aantal Franse besturen heeft rechtszaken tegen Dexia aangespannen, omdat we hen zogenaamd ‘onbegrijpelijke woekerkredieten’ zouden aangesmeerd hebben. Terwijl die lokale besturen heel goed wisten welk contract ze tekenden. Je moet in Frankrijk een heel systeem van nauwkeurig gedefinieerde procedures doorlopen voor een krediet goedgekeurd wordt. Dan kun je niet beweren dat je niet wist wat je tekende, dat klinkt niet erg geloofwaardig.

“Verschillende van die partijen zijn ook zeer groot. Het departement Seine/Saint Denis bijvoorbeeld, dat als een van de eerste een klacht tegen ons indiende, heeft 1 miljard euro schulden en beheert die in een eigen marktenzaal. Zij hebben trouwens zelf de kredieten van Dexia geswapt. Zo’n partij kun je nog het best vergelijken met de arbitragezaal van een grote onderneming. Dat zijn geen mensen die je op een zaterdagmorgen overvalt met een onbegrijpelijk contract in de hand.”

Tot hiertoe kreeg u in alle rechtszaken gelijk. Maar de rechtbank in Nanterre struikelde wel over een vormvereiste: de vermelding van de globale indicatieve rentevoet in de faxen voorafgaand aan de leningovereenkomst ontbrak, en dat zou u zuur kunnen opbreken. Als Dexia de wettelijke rentevoet moet toepassen, dreigen er toch zware kredietverliezen?

DE BOECK. “De rechtbank oordeelde inderdaad dat die faxen integraal deel uitmaken van de leningovereenkomst. En door het ontbreken van de globale indicatieve rentevoet zou de wettelijke rentevoet toegepast moeten worden. Die is dit jaar zeer laag: 0,04 procent. Zo’n 200 steden en gemeenten zijn naar de rechtbank gestapt om de toepassing van die lage rentevoet te eisen. Maar het merendeel van de contracten is begin dit jaar verhuisd naar de nieuwe Franse kredietinstelling Société de Financement Local (SFIL). Slechts een beperkt aantal zit nog bij Dexia.

“Intussen beseft de Franse staat dat deze gerechtelijke uitspraak verstrekkende gevolgen kan hebben, niet alleen voor Dexia of SFIL, maar voor alle Franse banken en kredietinstellingen. Want op de meeste communicatie over leningen staat de indicatieve rentevoet niet vermeld. Iedereen kan bij wijze van spreken naar de rechter stappen om lagere kredietvoorwaarden af te dwingen.

“De Franse overheid heeft gezegd dat ze de wet zal verduidelijken om toekomstige problemen te voorkomen: voor wie geldt ze, voor welke producten, en wat zijn de mogelijke sancties. Om de sensitieve gestructureerde kredieten te regelen, stelt de overheid de oprichting van een fonds voor dat gevuld zou worden door de drie betrokken partijen: de banken, de staat en de openbare besturen. Het is alleen de vraag hoe ver de onderlinge solidariteit reikt.”

Dexia plaatste zopas voor anderhalf miljard euro obligaties. Het was de eerste keer sinds lang dat u de markt voor langetermijnfinanciering opging.

DE BOECK. “De ECB wil dat we ons meer op de markt financieren. De succesvolle plaatsing van 1,5 miljard euro obligaties is een opsteker. We hopen dit jaar 5 tot 6 miljard op te halen. Nu de staatswaarborgen in Belgische wetgeving vastgeklonken zijn, vallen enkele bezwaren van investeerders weg. We bereiden ook de uitgifte van covered bonds voor en zetten een structuur op voor commerciële repo’s.”

U wilt meer langetermijnfinanciering aantrekken, maar die is toch duurder?

DE BOECK. “Ja, dat bijt een beetje. Aan de ene kant streef je naar een stabiele funding door de financieringsbronnen te diversifiëren, aan de andere kant moet de financiering zo goedkoop mogelijk zijn. Want we willen zo weinig mogelijk verlies maken. De komende jaren komen enkele grote blokken oude financiering op vervaldag. Het gaat om dure financiering, waarvan het goed is dat ze vervalt.

“Door de grote bedragen zal dat wel een schok in onze thesaurie veroorzaken. Zo vervallen begin volgend jaar de leningen onder de staatswaarborg van 2008. Dat gaat om zo’n 10 miljard euro. Daarnaast moeten we in de eerste maanden van 2015 nog 13 miljard terugbetalen aan Belfius. Op die momenten moeten we ons grondig voorbereiden.”

Zijn er voldoende liquiditeitsreserves om die schokken op te vangen?

DE BOECK. “Sinds vorige zomer is onze liquiditeitspositie veel verbeterd, zowel in euro als in dollar. Een jaar geleden zaten we nipt. Er was geen echte liquiditeitsreserve, er mocht niet veel verkeerd lopen. Nu hebben we verschillende reservelijnen: er staat bijvoorbeeld onderpand bij de Franse centrale bank om eventuele trekkingen op noodfinancieringslijnen (emergency liquidity assistance) te activeren. Vandaag gebruiken we die ELA-lijnen niet, maar we kunnen er wel op terugvallen.

“De ambitie is om binnen vijf jaar te draaien op een stabiele gewaarborgde financiering van 40 miljard euro, 15 miljard op lange en 25 miljard op korte termijn. Als we daar geraken, hebben we zeer goed gewerkt. Dat zou betekenen dat het overheidsrisico tegen 2018 met 30 miljard euro verminderd is.”

U wilt zo weinig mogelijk verlies maken, want elk bijkomend verlies tast het eigen vermogen en de solvabiliteit van Dexia aan. Hoe sterk is uw buffer na de kapitaalinjectie van eind vorig jaar?

DE BOECK. “Kijk, de kern van onze strategie bestaat erin de risico’s voor de staten zo snel mogelijk te verminderen. We moeten er dus voor zorgen dat er geen garanties uitgewonnen worden en dat er zo weinig mogelijk kapitaalverhogingen nodig zijn. En als het enigszins kan, moeten we dat doen met die ene kapitaalinjectie van 5,5 miljard euro vorig jaar.

“Onze capital adequacy ratio (CAD, de voorgeschreven kapitaalnorm die de nationale toezichthouders hanteren) bedroeg per eind maart 22,1 procent, terwijl een minimum van 8 procent vereist is. Tegenover 50 miljard euro risicoactiva hebben we bijna 11 miljard eigen vermogen. Dat betekent dat we momenteel een groot stootkussen hebben, maar niet dat we er slordig mogen mee omspringen. Het is cruciaal om de verliezen zo veel mogelijk te beperken en niet zomaar activa te verkopen.”

Er is nog in forse verliezen voorzien, zeker in 2013 en 2014. Zal de buffer volstaan om zonder nieuwe kapitaalverhoging 2018 te halen, het jaar waarin u weer wilt aanknopen met winst?

DE BOECK. “Daar kan op dit moment niemand een zinnig antwoord op geven. Ik kan alleen maar zeggen dat de CAD-ratio als een parabool zal evolueren. Eerst zal de solvabiliteitsratio dalen, omdat de verliezen proportioneel meer kapitaal eten dan de effecten op vervaldag de risico-activa doen dalen. In 2017-2018 moeten we het omslagpunt bereiken, waarbij de uitdoving van de portefeuille de overhand neemt op de aantasting van het eigen vermogen. Vanaf dan gaan onze kapitaalratio’s vanzelf weer stijgen. Maar het is een smal pad dat ons naar dat punt zal leiden. Onze verwachting is dat de CAD-ratio na de invoering van Bazel III snel zal dalen, maar altijd boven de 8 procent zal blijven. Dat moeten we volhouden tot 2017-2018. Precies daarom moeten we heel voorzichtig zijn met het slikken van bijkomende verliezen.”

PATRICK CLAERHOUT EN JOHAN VAN OVERTVELDT

“De succesvolle plaatsing van 1,5 miljard euro obligaties is een opsteker. We hopen dit jaar 5 tot 6 miljard op te halen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content