Nissan Qashqai 1.5 dCI

Geslaagde relance.

Nissan heeft op de Europese markt geen makkelijk jaar achter de rug. De verkoop alhier liep vorig jaar met zo’n 12 procent terug. Niet echt onlogisch. In een markt waarin de niches welig tieren en de constructeurs hun gamma almaar sneller vernieuwen, bleef Nissan achterophinken met auto’s die niet meteen verleiden. Zoals de Almera, rijdende antithese van de sexy auto. Alleen de kleine Note kwam vorig jaar enig soelaas brengen, maar dat volstond niet. Op de Europese markt moet je vandaag als grote constructeur bij voorkeur in alle segmenten aanwezig zijn, en als het even kan dan toch in de meest gegeerde.

De SUV of valse terreinwagen (neen, niet pejoratief bedoeld …) is een van die gegeerde segmenten. Dus bouwde Nissan de Qashqai. Trends reed er een week mee en raakte gecharmeerd. Comfortabel in alle gewone omstandigheden, en tot in de kleinste details een uitstekende afwerking ademend, met materialen die van kwaliteit getuigen. En wie al eens vaker deze rubriek leest, weet ondertussen dat uw dienaar veel belang hecht aan de akoestische ervaring (niets is voor de consument vervelender dan vier jaar lang met een rammelkar fietsen…). Welnu, zelfs op de meest schilderachtige kasseiwegen konden we deze Qashqai op geen parasietgeluid betrappen. Geen krimpje, kraakje of piepje, hoewel de testwagen kwam met het glazen panoramadak, een optie. En dat is toch wel weer eens iets anders, na eerdere testritten met de kleine Note (gebaard uit de samenwerking met Renault, dat dezelfde auto slijt met de naam Modus), en minder leuke akoestische sensaties met auto’s als de Ford Galaxy of zelfs Citroën C6.

Om maar te zeggen: met deze Qashqai doet Nissan de Japanse reputatie van kwaliteit alle eer aan. Enige minpunt is de starter: geen gewone knop die genoeg heeft aan een drukje, maar een gedrocht dat verlangt dat je eraan draait en wil dat je het na het rijden ook nog eens vergrendelt met een vervelend, onhandig ander knopje.

Troeven zijn dan weer de behoorlijke standaarduitrusting, een voldoende grote koffer voor jonge gezinnen, puik rijgedrag en een soepele maar vooral zeer zuinige motor waarmee we, vingers in de neus, onder de zes liter bleven: de 1.5 turbodiesel met common rail van Renault. Een motor die ook in de Renault Clio of Mégane verrast met zijn zeer geringe dorst en lage geluidsniveau. In normale omstandigheden hoor je niet eens dat je met een diesel rijdt. Voor wie deze viercilinder (overigens ten onrechte, flitspalen, weet u wel …) iets te slapjes vindt, is er ook de tweeliter turbodiesel. Voor benzinerijders is het kiezen tussen 1.6 en tweeliter.

Tot slot, goed om weten: de Nissan Qashqai die we testten is een echte valse terreinwagen. Of, minder smalend uitgedrukt: een stijlvolle en jonge gezinswagen die eruitziet als een terreinwagen. De 1.5 dCi komt immers alleen met voorwielaandrijving. Wie vierwielaandrijving wil, alweer niet om het bos in te trekken maar wel iets veiliger te rijden op glibberige wegen, moet naar de tweeliter turbodiesel uitwijken. Die overigens ook als voorwielaandrijver te krijgen is.

Jo Bossuyt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content