Nieuwe nummer één

AG 1824.

Eind 1994 lanceerde AG, onder de naam Delta, een uitgebreid programma voor interne herstructurering, waarbij de klassieke onderverdeling per product werd afgeschaft. Zo werden er twee afdelingen opgebouwd, de ene gericht op particulieren en de andere op bedrijven. Deze kostenjacht werd verdergezet in 1995 door de oprichting van AG Team : de aangifte van autoschade kan voortaan gebeuren bij een call-center dat het geheel van de behandeling van de schade voor de cliënt op zich neemt. Kosten en termijnen worden zo aanzienlijk verlaagd.

ROYALE BELGE.

In 1995 ontplooide Royale Belge zich in Nederland via een meerderheidsverwerving (51 %) in het kapitaal van UAP-NRB Holding, die de maatschappijen UAP Nederland en Nieuw Rotterdam Beheer overkoepelt. Royale Belge realiseert door deze operatie 61 % van haar incassering in Nederland, 35,7 % in België en 3,3 % in het Groothertogdom.

In België sloot Royale Belge in februari 1995 een akkoord met De Post. Er worden twee verzekeringsfilialen opgericht, leven en niet-leven, met gelijke aandelen van de twee partners. In november 1996 kondigden de Franse groepen UAP en AXA hun fusie aan. De door deze fusie ontstane groep berooft in ons land nipt de groep Fortis (AG + ASLK) van haar eerste plaats.

CIGNA EUROPE.

Dit filiaal van de groep met dezelfde naam gelegen op de Bermuda’s is “de vreemde eend” in onze klassementen. Cigna is werkzaam in heel Europa ; België is maar goed voor 4 % van haar omzetcijfer. Ze is vooral gespecialiseerd in ziekte- (40 %) en brandverzekering (15 %). In 1995 heeft Cigna voor de eerste keer ingetekend op “luchtvaartrisico’s”, nu reeds goed voor 6 % van de omzet. Het Amerikaanse Chubb is een andere zwaargewicht van onze klassementen en bevindt zich in dezelfde situatie : het realiseerd minder dan 10 % van zijn omzet in ons land.

ASLK.

Dit filiaal van de Fortis-groep zorgde in 1995 voor de meest spectaculaire groei binnen de sector levensverzekeringen, voornamelijk dankzij de inspanningen van zijn jonge afdeling “bedrijven”. Deze afdeling richtte zich voor de groepsverzekeringen zowel op kmo’s als op de staatsbedrijven en openbare diensten, een markt waarop de ASLK beweert al “een respectabele plaats” te hebben veroverd.

OMOB.

Deze Luikse maatschappij blijft met haar 25 miljard de koploper van de groepsverzekeraars in ons land vóór AG 1824 (12 miljard), Royale Belge (9 miljard) en de ASLK (7 miljard). De premies zijn nagenoeg alleen gestegen in de sector gemeen recht (+ 8 %). De winst daarentegen stijgt merkbaar voor het geheel van de vier kassen, gaande van 1,2 naar 2 miljard. De ristorno’s waren bijgevolg aanzienlijk, vooral wegens “de uitzonderlijke opbrengsten uit de herverzekering”. In feite gaat het hier om de recuperaties als gevolg van de zaak Lewalle.

ABB.

Over de hoofdzetel valt niet veel te vertellen. In het Groothertogdom daarentegen heeft Vitis-Life, een filiaal Leven dat paritair werd opgericht met de Cera-groep, voor 14,5 miljard aan premies geïncasseerd tijdens het eerste boekjaar, dat beperkt was tot negen maanden. Een cijfer dat meer zegt dan eender welke uiteenzetting over de fiscale walging van de Belgen.

AXA.

Victoire België, aangekocht in 1994, werd het jaar daarop geïntegreerd door AXA met boekhoudkundig effect op één juli, zodat deze Franse groep vandaag in ons land een vereenvoudigd organisatiescham voorstelt met enkel een participatie in Juris, gespecialiseerd in juridische bijstand, en in de Kortrijkse Verzekering, vooral actief op lokaal niveau.

AGF/ASSUBEL.

In mei 1994 kocht AGF de participatie in Delta Capital, een topholding van de Assubel-groep, terug van de Fortis-groep. 1995 was bijgevolg het jaar van de herstructurering rond AGF/Assubel Holding, een maatschappij die voor 82 % gecontroleerd wordt door de Franse groep. Op een lager niveau splitst de groep zich op in twee delen : enerzijds AGF/De Schelde en haar filiaal Afilife en anderzijds Assubel-Leven met als belangrijkste filialen Assubel Ongevallen en Schade en ARAG. Voorzitter Scohier beklemtoont dat andere vereenvoudigingen in het organisatieschema van de participaties “niet uitgesloten zijn”.

WINTERTHUR.

Deze officiële sponsor en verzekeraar van het Belgisch Olympisch team hergroepeerde al zijn Belgisch-Luxemburgse activiteiten onder eenzelfde naam. Tegelijkertijd legde Winterthur zich toe op zijn externe groei. Dit gebeurde in de sector levensverzekeringen, door de overname in 1996 van de verzekeringsportefeuille van DBV-Leven, een Belgisch filiaal van de Duitse DBV-Holding, maar vooral in de sector arbeidsongevallen met de overname van ASG (Algemeen Syndicaat – Syndicat Général), in datzelfde jaar. ASG incasseerde in 1995 voor zowat 800 miljoen aan premies en kreeg vooral vaste voet bij de kmo’s. Eind 1996 kondigde Winterthur de overname van Josi aan, waardoor een nieuw geheel ontstond dat goed is voor 18 miljard.

MERCATOR NOORDSTAR.

Het laatste onafhankelijke middengewicht van Vlaanderen kwam terecht in de invloedssfeer van het Zwitserse Basler, dat al meerderheidsaandeelhouder is van Mercator. Zo ontstond door fusie een nieuwe grote naam in de sector, goed voor een incassering van rond de 11 miljard.

BELGAMAR.

Het aantal verzekeringsmaatschappijen van de groep is teruggebracht naar twee. Het geheel van maritieme verzekeringen zit nu bij Belgamar, actief over heel de wereld. De niet-maritieme verzekeringen bij Naviga, vooral actief op lokaal niveau. Via fusie behoort Boreas-Leven nu ook tot Naviga, die de portefeuille van Boreas overnam, waardoor beide maatschappijen uit ons klassement verdwenen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content