NIEUWE LENTE, NIEUW GELUID

De jaarrekeningen van de verzekeringsmaatschappijen worden voortaan geregeld door het Koninklijk Besluit van 17 november 1994, dat genomen werd in het kielzog van een Europese richtlijn uit 1991. Hieraan zijn zowel alle Belgische verzekeringsmaatschappijen onderworpen als de buitenlandse verzekeringsmaatschappijen, waarvan de hoofdzetel zich buiten de Europese Unie bevindt. Zij hebben voortaan drie resultatenrekeningen. De eerste omvat de kosten en de opbrengsten uit levensverzekeringen : in de tweede staan de kosten en de opbrengsten die niets te maken hebben met levensverzekeringen en de derde omvat de kosten en de opbrengsten die niet in de twee vorige kunnen worden ondergebracht. Dat brengt met zich dat de verzekeraars de gemeenschappelijke kosten en opbrengsten zo goed mogelijk moeten verdelen over de drie delen van de resultatenrekening. Het geheel heeft hierdoor niet echt meer duidelijkheid verkregen, maar dat is een ander verhaal…

Hieronder vindt u de verklaring van de in onze klassementen gebruikte afkortingen.

TOT.

Het totaal van de brutopremies dat verkregen wordt door de levensverzekeringen te vermeerderen met de niet-levensverzekeringen. Tot deze post behoren niet de kosten voor een verzekeringspolis en het aanhangsel, noch de sommen verkregen voor de rekening van derden. In het bijzonder de taksen op verzekeringscontracten, de bijdragen aan het RIZIV, het Belgische Rode Kruis, de Veiligheidsfondsen tegen brand en ontploffing. Het totaal van de rubrieken 7101 en 7201 van de resultatenrekening.

LEV.

Het totaal van de brutopremies leven. Te vinden in rubriek 7201 van de resultatenrekening.

BOAR.

het totaal van de brutopremies niet-leven zoals vermeld in het tweede deel van de resultatenrekening, omvat ook het product van de arbeidsongevallenverzekering. Om het bedrag te verkrijgen voor de werkelijke niet-levenspremies, dus zonder de arbeidsongevallen, moet men bijgevolg toelichting 10 raadplegen, die deze laatste uitsplitst volgens het type gedekt risico. Te vinden onder rubriek 810.017.10 van toelichting 10. Dergelijke uitsplitsing is echter alleen maar mogelijk voor het boekjaar 1995 omdat de toelichtingen voor het boekjaar 1994 allemaal van een oude versie zijn.

Het totaal niet-leven dat voor dit laatste boekjaar bij elke maatschappij genoteerd werd, omvat bijgevolg ook de arbeidsongevallen en moet voor het boekjaar 1995 vergeleken worden met de som van de rubrieken niet-leven en arbeidsongevallen.

AOG.

Het totaal van de brutopremies voor arbeidsongevallen. Als dusdanig komt het bedrag niet voor in de balans omdat deze activiteit niet behoort tot de bevoegdheid van de Controledienst voor de Verzekeringen (CDV). Het bedrag kan echter wel berekend worden door aftrekking, m.a.w. door de bedragen vermeld in toelichting 10 te vergelijken met de bedragen die voorkomen in de resultatenrekening. Hetzij het verschil tussen de rubrieken 7101 van de resultatenrekening en 810.017.10 van toelichting 10.

Door gebrek aan vergelijkbare gegevens is deze rubriek met ingevuld voor boekjaar 1994 zoals hierboven is uitgelegd.

NW.

Nettowinst van het boekjaar. Te vinden onder rubriek 710/635 in geval van winst, onder rubriek 635/710 in geval van verlies.

NW/EM.

Het rendement van eigen middelen of return on equity. Dit is rubriek 710/635 (of bij verlies 635/710) in verhouding tot post 11 van het passief.

NW/TA.

Het rendement van de totale activa of return on assets. Dit is rubriek 710/635 (of bij verlies 635/710) in verhouding tot de totale activa.

NW/AP.

Nettowinst per werknemer.

AP.

Gemiddeld personeelsbestand.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content