Nieuwe kansen

Ad Van Poppel medewerker Trends

Dankzij het nieuwe Advanced Photo System wordt fotograferen nog makkelijker, en ook het ordelijk bewaren van negatieven is voortaan kinderspel. Zal de consument toehappen ?

Begin februari stonden de kranten er al vol van : Advanced Photo System (APS) werd officieel voorgesteld. Het systeem bestaat uit een nieuwe film in een cassette (met “meedenkende” magnetische strip) en een nieuwe camera. De kleinere APS-cassettes passen immers niet in de bestaande 35 mm-camera’s. De consument hoefde echter nog niet naar de winkel te rennen om zich de nieuwe films en camera’s aan te schaffen : de lancering naar het grote publiek start pas op 22 april.

Het systeem is ontwikkeld door vijf fabrikanten ( Kodak, Fuji, Canon, Minolta en Nikon) ; andere zullen binnenkort volgen. Volgens Hugo Francq, business manager Benelux consumer imaging products bij Kodak, heeft zijn bedrijf 55 tot 60 % van de patenten van APS in handen. Hij zegt dat Kodak op zoek was naar nieuwe mogelijkheden ; bij het doornemen van patenten kwam men erop uit dat nog andere bedrijven in dezelfde richting werkten. Zij kwamen met elkaar in contact en vormden een consortium (de System Development Companies) om de nieuwe standaard op de markt te brengen. Kodak wist bij die eerste introductie de meeste aandacht op zich te vestigen in de pers, en adverteert groots in de gespecialiseerde fotografie-pers.

CAMERA’S.

De vraag is natuurlijk of de markt op een nieuw systeem zit te wachten. De afgelopen jaren is er immers een opmars geweest van de compact camera’s en 35 mm-films. Die camera’s maakten fotografie al een stuk makkelijker voor de gemiddelde consument. Voor alle instellingen zorgde de camera zelf : autofocus-lens, automatische lichtmeting, automatische flits. Zelfs het inleggen van de film zou in de meeste gevallen geen probleem mogen zijn : het lipje van de film tot aan het merkpunt trekken, deksel toe en klaar is Kees. Het opspannen van de pellicule gebeurt door het motortje in de camera, net als het terugspoelen.

Dergelijke camera’s hebben nu het grootste aandeel op de markt in ons land. In 1987 waren er zowat 800.000 van in gebruik ; nu zijn er dat al meer dan anderhalf miljoen. Al die tijd heeft de spiegelreflexcamera een vrij stabiel aandeel behouden, met iets minder dan anderhalf miljoen toestellen. Voor andere camera-uitvoeringen (de 110, de 126 instamatic en de disc) is er sprake van een aflopende zaak. Van de 110 zijn er zowat 100.000 in gebruik, van de 126 nog geen 30.000 en van de geflopte disc amper een paar duizend.

De verkoop van compact camera’s is over het hoogtepunt heen, zo blijkt uit de marktcijfers. In 1987 werden er 170.000 van verkocht. Het topjaar was 1993, met een verkoop van bijna 250.000 stuks. Vorig jaar echter daalde het aantal verkochte compact camera’s in ons land tot net boven de 200.000. Tegen het jaar 2000 verwacht men een verdere daling tot 180.000 exemplaren.

EVOLUTIE.

Advanced Photo System moet de cameramarkt een nieuw elan geven. In ons land rekent men dit jaar op een verkoop van 220.000 stuks ; tegen de eeuwwisseling zou dat al 250.000 moeten zijn. Hugo Francq zegt dat er in het verleden ook dergelijke marktimpulsen kwamen van de 110 en de compact camera’s. APS zal het vooral moeten hebben van mensen die een eerste aankoop doen, niet direct van de consumenten die al een toestel hebben (tenzij dat aan vervanging toe is). “Het is een evolutie, geen revolutie. Het moet van de vervangmarkt komen. Wij denken dat het aandeel van de huidige compact camera binnen twee jaar snel zal dalen,” aldus Francq.

Voor APS is veel marktonderzoek gedaan. Volgens Francq is men “tot op de bodem” gegaan. In een salesfolder heet het dat de klanten van de fotovakhandel honderduit hebben gepraat over hun wensen, hun problemen en hun ideeën “in het grootste consumentenonderzoek uit de geschiedenis van de fotografie”.

“Meer mensen zullen meer foto’s kunnen maken omdat het gemakkelijker is geworden,” zegt Francq. “Ze zullen meer geslaagde foto’s hebben en dus tevredener zijn. Er zullen ook minder gemiste momenten zijn : het toestel is meteen ‘geladen’. Je hoort de mensen soms zeggen : ‘Nù had ik een fototoestel bij me moeten hebben. ‘ De APS-camera is ook kleiner dan de toch al kleine compact camera’s. Kortom : fotograferen wordt nog eenvoudiger.”

INDEX PRINT.

Zoals gezegd zit de film in een cassette en wordt automatisch af- en weer opgerold. De magnetische laag op de film slaat gegevens op over lichtsterkte ; op basis daarvan kunnen in de ontwikkelcentrale eventuele onder- of overbelichte foto’s gecorrigeerd worden. De consument krijgt de ontwikkelde film terug in de cassette, die hij kan opbergen in een houder voor twaalf stuks. Bovendien krijgt hij van elk filmpje een zogenaamde “index print” (nu heet dat nog gewoon een contactafdruk), die net als de cassette het nummer van de film draagt. Het bewaren (en vooral terugvinden) van negatieven wordt dus wel heel erg eenvoudig. Nu hebben de mensen schoenendozen vol oude negatieven, waarvan niemand nog weet wie of wat erop staat.

Voor de afdrukindustrie is het ook interessanter : minder gemiste momenten, dat betekent ook meer nabestellingen. Momenteel bestaat 75 % van het werk in de fotolabs uit het ontwikkelen en afdrukken van filmpjes. De resterende 25 % gaat naar vergrotingen, prints van dia’s en prints van prints. Bijbestellingen liggen tussen 5 en 15 %, afhankelijk van de centrale.

MARKETING.

Het komt erop aan APS als systeem te verkopen : de drie elementen (camera, film en opslag) moeten samen aan de man gebracht worden. De fotovakhandelaar moet daarin meespelen. “Het is moeilijk zo’n systeem bekend te maken,” weet Hugo Francq. “Bij de overgang van vinyl plaat naar compact disc was het verschil in kwaliteit duidelijk te horen. Hier gaat het vooral om gebruiksgemak : de toegankelijkheid wordt vergroot door de gadgets die erbij horen.” Aanvankelijk zal de consument geprikkeld moeten worden door de voorbeelden van fotografische resultaten die de industrie hem voorschotelt ; de eigen foto’s kunnen immers pas bekeken en beoordeeld worden als het systeem aangekocht is. Francq heeft het dan ook over een formidabele marketing-inspanning.

Volgens hem hebben de dealers enthousiast gereageerd op het nieuwe systeem. “Ze zien hierin een opportuniteit om weer dynamiek in hun winkel te krijgen, en ook om de prijs te verhogen omdat er meer features zijn.” De prijzen van de toestellen zullen tussen 2500 en 7500 frank liggen. De index print kost 200 à 220 frank, en ook het ontwikkelen zal wat meer gaan kosten.

ZWAARTEPUNT.

In de eerste maanden blijft de communicatie beperkt tot public relations (product placement, aandacht in populair-wetenschappelijke televisieprogramma’s) en displays en folders op de verkooppunten. De levering van de nieuwe camera’s en films komt nu op gang ; de vraag vanuit de handel overtreft nu al het aanbod. Wereldwijd kunnen de fabrieken nog niet genoeg leveren. Dat moet anders zijn tegen de Fotokina-vakbeurs in het najaar. Francq : “In het eerste jaar zal het zwaartepunt van de reclamecampagne dus aan het einde van het jaar liggen. Het heeft immers geen zin veel reclame te maken, als je niet genoeg kunt leveren.”

De vraag is ook hoe de ontwikkelcentrales staan tegenover de nieuwe evolutie : zij moeten immers de belichte rolletjes afwerken. Kodak en Fuji hebben eigen centrales ; daar zijn logischerwijze de nodige maatregelen getroffen. “De mogelijkheid bestaat om voorlopig een mini-lab te plaatsen. Sommige bedrijven kunnen in onderaanneming bij ons terecht,” zegt Francq.

Nu gaat het erom of de consument toehapt, of hij inderdaad de nieuwe standaard zal volgen. Voor de fotosector betekent het dat er een systeem bijkomt, naast de reeds bestaande. “De consument zal het succes bepalen,” aldus Hugo Francq. “Waarom zou iemand die tevreden is over zijn huidige camera een nieuwe kopen ? Het gaat ons nu vooral om degenen die op het punt staan hun eerste fototoestel aan te schaffen, of die hun bestaande camera willen vervangen.”

AD VAN POPPEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content