Nieuwe fase in valutaoorlog

Wat moest gebeuren, gebeurde. De geglobaliseerde wereld, voornamelijk vanuit westerse hoek, vertikt het nog altijd de Chinese economische omwenteling voor ogen te houden. Sinds de aanstelling van Xi Jinping aan het hoofd van het land in maart 2013 heeft de Chinese regering nochtans meermaals signalen uitgezonden die de richtingsverandering beklemtoonden. De economische groei moet voortaan de inheemse middenklasse bevoordelen. Speculatie en manipulatie (corruptie) moeten worden uitgeroeid.

Goktent

Verschillende maatregelen werden getroffen om de overgang zo snel en pijnloos mogelijk door te voeren. Een ervan, door het Westen grotendeels genegeerd, betrof de speculatie. De Chinese beurs fungeerde hoofdzakelijk als een goktent, in plaats van kapitaal te vergaren om de industriële expansie te financieren. De Chinese economie heeft al jarenlang fantastisch gepresteerd, maar niet in die mate dat ze torenhoge koersen wettigde. De regering heeft in augustus van vorig jaar een reeks beperkingen opgelegd, wat een eerste paniekgolf teweegbracht. Spoedig volgden wetten die speculatie strafbaar stelden. De laatste van die reeks wetten trad vorige week maandag in werking. Ze voorzag een stopzetting van de beurszitting, zodra de hoofdindex 7 % verliest. Dat gebeurde tweemaal sindsdien.

De bedoeling van al die teksten was de speculant, van welke herkomst ook, het leven zuur te maken. Jammer genoeg leidde die beperking tot massale kapitaalvlucht. De Chinese centrale bank had zo’n reactie wel voorzien, maar de omvang ervan onderschat. De bank heeft de koppeling van de Chinese yuan (CNY) met de dollar (USD) impliciet verbroken in augustus 2015. Sindsdien verzwakt de yuan gestaag. De bank bepaalt echter nog dagelijks de schommelingsmarge van de munt tegenover de USD en moest geregeld op de markt tussenbeide komen om de munt binnen die limieten te handhaven. Ze spendeerde 513 miljard USD in 2015, waarvan 108 alleen al in december, om de daling te temperen. De bank beschikt nog altijd over 3.330 miljard USD.

Muntkorf

Midden december 2015 verving de Chinese centrale bank de referentiekorf van de CNY. Voortaan zullen dertien munten daarvan deel uitmaken. Vroeger gold alleen de USD als referentie. Zijn aandeel in de nieuwe korf bedraagt slechts 27 %, tegenover 100 % voordien. De beslissing kwam na de opneming van de CNY in de muntkorf van het Speciaal Trekkingsrecht gebezigd door het Internationaal Monetair Fonds. Op die manier wil China de invloed van de CNY in de regionale handelsbetrekkingen vergroten. De beslissing luidde onvermijdelijk een verdere aftakeling van de CNY tegenover de USD in.

Voor de USD komen al deze beslissingen bijzonder ongelegen. Ze zorgen er immers voor dat de USD in waarde stijgt. De Amerikaanse centrale bank (Fed), die in september 2015 nog aarzelde om haar beleid aan te passen, precies omwille van de verslechterende Chinese conjunctuur, zal moeilijk haar voornemens kunnen waarmaken om in de loop van dit jaar haar rentetarieven verder op te trekken. Zeker nu stijgende rentetarieven, gekoppeld aan een stijgende USD, de terugbetalingsmogelijkheden van de groeilanden in het nauw brengen en dus ook de banksector in zijn geheel. Die landen hebben immers massaal in USD geleend, liefst via parastatale instellingen. Die manier van werken liet de groeilanden toe om een overgroot deel van hun schulden, momenteel geraamd op 7800 miljard USD, budgettair te verdoezelen. Investeerders vragen zich vandaag af of de staatswaarborgen enige garantie bieden op de dag van terugbetaling.

Kordaat optreden

De Chinese beslissingen hebben een nieuwe fase in de valutaoorlog ingeluid. Niemand weet echter hoe de zaken verder zullen verlopen. Eén ding staat vast: China zal steeds kordaat optreden als het land zijn belangen wil verdedigen. Wat niet werkt of, tenminste, niet volgens de verwachtingen, wordt ogenblikkelijk afgeschaft of vervangen. De automatische stopzetting van de beurszitting bijvoorbeeld werkte uiteindelijk averechts en werd na vier dagen tijdelijk opgeheven. Bij wisseltransacties gold de beperking van 50.000 USD per jaar voor particulieren. Die beperking blijft gehandhaafd maar particulieren kunnen vandaag slechts op afspraak en bij sommige banken voor een deel van dat bedrag orders doorgeven. Vooraanstaande westerse banken – Standard Chartered, Deutsche Bank en DBS Bank – werden intussen verbannen van de markt. Andere verrassingen kunnen op de markten de komende dagen nog voor opschudding zorgen.

Hoogrentende munten onder druk

De paniek was niet alleen op de beurzen voelbaar. Op de wisselmarkt werden heel wat speculatieve posities vroegtijdig afgewikkeld. Hierdoor leden de hoogrentende munten het meest. De Australische dollar (AUD), de gedoodverfde avatar van de CNY, verloor dubbel zoveel vorig week: 3,9 %, tegen 1,4 % voor de CNY. Zijn Nieuw-Zeelandse naamgenoot (NZD) raakte 3,2 % kwijt. Maar ook munten geteisterd door wankelende politieke omstandigheden gingen onderuit. Zo verloor de Turkse lira (TRY) 2,2 %, de Braziliaanse real (BRL) 1,3 % en de Zuid-Afrikaanse rand (ZAR) 2,5 %. Ondanks de aanhoudende daling van de olieprijzen verdapperde de Russische roebel (RUB) met 0,3 %. Voor de eerste keer overschreden de uitvoerinkomsten uit industriële productie die uit petroleum- en gasuitvoer, een teken dat de Russische economie zich veel sneller aanpast dan men ooit had verhoopt.

De obligatiemarkt werd eveneens door elkaar geschud, zij het wel selectiever. Staatspapier en door een staat gewaarborgde stukken, naast die van internationale instellingen, presteerden voortreffelijk. Zij wonnen allemaal terrein en dat in alle munten. Wat maakt dat de renteschalen overal neerwaarts ontwikkelden, met een lichte vervlakking van de curven als gevolg. Het bedrijfspapier had het zwaarder te verduren. Alles wat betrekking had op energie dook in euro (EUR) omlaag. In USD stortten de petroleumwaarden in, net als de leningen uitgegeven door Saoedische bedrijven. Het langetermijnpapier in pond (GBP) en Zwitserse frank (CHF) deed het uitstekend. Al bij al telden we meer opwaarts gerichte stukken dan omgekeerd.

Laat u echter niet vangen door de puike prestaties van sommige emittenten. De markt is erg labiel en investeerders zoeken nieuwe referenties. Wij blijven bij ons standpunt: verkies een obligatie van uitmuntende kwaliteit boven een spaarrekening, uw geld is dan niet langer afhankelijk van het lot van uw bank. Gelet op de grote instabiliteit, zowel op het rentefront als op de wisselmarkt, zijn er kansen te grijpen om bepaalde posities te versterken. We denken vooreerst aan de AUD, de NZD, de ZAR en de RUB.

Levendige handel

De activiteit op de primaire markt was levendig. Alweer brachten banken massaal leningen uit. Ook vooraanstaande bedrijven benutten de relatief lage rentestand om reuzenleningen uit te brengen. Hun inschrijvingsperioden zijn uiterst kort zodat de leningen niet in de tabel opgenomen kunnen worden. Er bleken verder weinig stukken bestemd voor de particuliere belegger. Ze noteren bovendien allemaal boven hun intekenprijs op de grijze markt. Toch even aanstippen hoe de markt stilaan ontwricht wordt: vergelijk het aangeboden rendement van Caisse Française de Financement Local (AA+, met staatswaarborg) met de opgegeven alternatieve obligaties, Royal Dutch Shell (AA+), met zelfde rating. Zulke discrepanties zullen in de loop van het jaar toenemen.

WIJ BLIJVEN BIJ ONS STANDPUNT: VERKIES EEN OBLIGATIE VAN UITMUNTENDE KWALITEIT BOVEN EEN SPAARREKENING.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content