NIEUWE DIPLOMATIE

In zijn boek “Buitenlandse Zaken” herinnert Mark Eyskens (CVP), duidelijk met een gevoel van fierheid, dat hij één van de eerste westerse BZ-ministers was die de drie Baltische Republieken bezocht nadat Boris Jeltsin op 24 augustus 1991 de onafhankelijkheid van deze landen had erkend. België had deze onafhankelijkheid toegejuicht en moest op juridisch vlak zelfs voor geen formele erkenning zorgen omdat het nooit de annexatie onder Stalin had aanvaard. De Belgisch-Baltische diplomatieke betrekkingen lieten niet op zich wachten; met een nog grotere gretigheid langs de kant der Balten dan langs de kant van de Belgen. Vlug hadden de drie Baltische staten elk twee ambassades in Brussel: één bij de Beneluxlanden en één bij de Europese Unie en bij de Navo.

België, dat tijdens het bezoek van BZ-minister Eyskens aan elk der drie Baltische hoofdsteden (oktober 1991) de indruk gelaten had zijnerzijds ook vlug een diplomatieke vertegenwoordiging ter plekke te hebben, heeft die intentie tot nog toe niet waargemaakt. De drie SP-ministers die Mark Eyskens hebben opgevolgd ( Willy Claes, Frank Vandenbroucke, Erik Derycke) hebben eerst voor een dergelijke vertegenwoordiging niets gedaan, en zijn drie jaar geleden voorlopig niet verder geraakt dan de aanstelling van een ambassadeur met standplaats in Brussel die de drie landen geregeld bereist. Elk van de twee titularissen die deze functie tot nu toe hebben waargemaakt, hebben in materieel moeilijke omstandigheden het beste van deze niet gemakkelijke opdracht tot stand gebracht. Thans lijkt het er op dat voor of tegen het einde van het jaar er toch een Belgische ambassade in een Baltische hoofdstad zal geopend worden.

SAMENWERKING.

Tijdens deze halve Belgische afwezigheid (1991-1995) en tijdens de halve Belgische aanwezigheid daarna (1996-1998) heeft de Vlaamse minister-president Luc Van den Brande (CVP), gebruik makend van het Vlaamse verdragsrecht, met elk van de drie republieken een samenwerkingsverdrag ondertekend (maart 1996). Binnen dat kader vinden allerlei uitwisselingen en samenwerkingsprogramma’s plaats. Ook heeft Export Vlaanderen enkele maanden geleden een Vlaams Economisch Vertegenwoordiger in Vilnius geïnstalleerd die Litouwen en Letland bestrijkt. Dit maakt dat de meeste Baltische topvertegenwoordigers die naar Brussel komen voor de Europese Unie of voor de Navo zowel het adres van de Belgische Buitenlandse Zaken als het Martelarenplein aandoen.

De eerste belangrijke Baltische delegatie bezocht het Brusselse Egmontpaleis in september 1991. Ze bestond uit de drie Baltische BZ-ministers, die een boodschap hadden die sedertdien bij alle Belgische BZ-ministers, aan alle Belgische diplomaten, en bij de Vlaamse minister-president met luide stem is herhaald. De drie landen wensen samenwerking met de Benelux en willen zo vlug mogelijk het lidmaatschap van de Navo en van de Europese Unie.

BEZORGDHEID.

En hier begint dan voor iemand, die zoals ik van bij het begin met enthousiasme aan de Belgisch-Baltische toenadering heeft meegewerkt, een gevoel van bezorgdheid, onzekerheid en onbehagen.

Eerst wat de Benelux betreft. Hiervan is, wat het Balticum aangaat, geen krachtige opstoot uitgegaan. Dit ware een gelegenheid geweest voor één Benelux-ambassade in het Balticum, – weliswaar met Belgische, Nederlandse en Luxemburgse secties – maar die er maar kon komen indien voorwaarden vervuld zouden zijn die gewoonweg afwezig zijn gebleven. Toen Spitaels een toenadering tussen Sabena en KLM de grond inboorde; of toen José Happart ontmoetingen tussen Benelux- en Balticum-parlementsleden gebruikte voor het opvoeren van anti-Vlaamse nummertjes… Waar haalt de Benelux dan de morele kracht om aan de Balten samenwerking en harmonie te prediken? Trouwens, het Benelux-verdrag dat in zijn tekst naar een economische (en daardoor ook een monetaire unie) tendeerde, is nooit veel verder dan een tolunie geraakt. Daardoor had de Benelux ook niet het gezag om aan de Balten, bij hun onafhankelijkheid te zeggen dat ze beter een economische en monetaire unie zouden gemaakt hebben dan de drie kleine deel-economieën met eigen nationale munten die ze nu tot stand hebben gebracht.

Vervolgens de Europese Unie en de Navo. Voor mij is de Europese Unie niet alleen een economisch of financieel samenwerkingsmodel. De Unie is ook politiek en moet dit steeds meer worden. Dat betekent dat er gemeenschappelijke waarden zijn die door alle leden zonder restrictio mentalis beleefd moeten worden. Dat zijn: de parlementaire democratie, de begrippen “nulla poena sine legis” en “nullum crimen sine legis”, het “habeas corpus”, de rechten van het individu tegenover de staat.

Maar er is meer! Iets wat we steeds opnieuw in herinnering moeten brengen. De idee die belichaamd werd door de robuuste Helmut Kohl die de hand greep van de broze François Mitterrand: terwijl beiden voor de duizenden oorlogsgraven van Verdun stonden, stelden ze dat vrede voortaan het hoogste doel moest zijn. Denkend aan het feit dat de ideeën van Konrad Adenauer en van Robert Schuman ons in West-Europa al vijftig jaar behoeden voor een nieuw Verdun of voor nieuwe graven aan de IJzer, krijgt men een koude rilling wanneer vijfhonderd Letse ex-Waffen-SS door Riga marcheren, wanneer een bom gelegd wordt voor de Russische ambassade en voor een synagoge.

PRIJS.

De geschiedenis is mij bekend. Ik weet wat de Sovjet-Unie in de Baltische Staten heeft aangericht: russificatie, goelag, moord. Maar ik weet ook dat de USSR tijdens de oorlog 20 miljoen burgers verloor – te vergelijken met de 400.000 Amerikanen die gevallen zijn – en dat de Europese Unie ook een model van samen-leven en samen-werken moet vinden met de grote ruimte tussen Petersburg en Vladivostok. Als Fransen en Duitsers nu kunnen samenwerken – na 1870, 1914, 1940 – dan moeten we ook durven stellen dat aan de Baltisch-Russische grens zal moeten gebeuren wat tussen 1945 en vandaag langsheen de Rijn verwezenlijkt werd. En dan moeten we ook aan onze Baltische en Russische vrienden blijven herhalen dat er voor elke samenwerking met de Europese Unie een prijs betaald dient te worden: het respect voor de beginselen die aan de basis liggen van de OSVE (Organisatie voor Samenwerking en Veiligheid in Europa) en die zowel door de eurolanden, als door de Balten, als door de Russen in Helsinki onderschreven worden.

Jan Hendrickx was ambassadeur en kabinetschef op BZ.

JAN HENDRICKX

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content