Niemand is uit de gevarenzone

Alain Mouton

Met het loonakkoord heeft de federale regering een eerste sociaal-economische klip omzeild zonder zelf moeilijke beslissingen te hoeven nemen. Ondanks de syndicale druk blijft de regering trouw aan de door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) voorgestelde loonmarge van 0,4 procent boven op de indexering van 2,8 procent. Er is wel een extra mogelijk in goed presterende bedrijven, via een eenmalige netto coronapremie van 500 euro waarop 16,5 procent sociale zekerheidsbijdragen worden geheven. Zo wordt het probleem doorgeschoven naar de bedrijven.

Er zijn voorlopig geen voorwaarden voor de winst of de omzet vastgelegd om te bepalen of die premie – in de vorm van een consumptiecheque – kan worden toegekend. Het is dan ook geen verplichting. De onderhandelingen over de premie zullen de sociale partners moeten voeren. Dat zal tot spanningen, en mogelijk tot sociale acties en stakingen leiden. Dan komt de boemerang terug in het gezicht van de regering, waar de linkerflank onder druk van de vakbonden en de radicaal-linkse PTB/PVDA staat.

De regering is niet uit de gevarenzone. De bedrijven evenmin, zelfs los van de discussie over de consumptiecheque. Er is ook de oplopende inflatie die de concurrentiekracht van de ondernemingen de komende maanden in gevaar kan brengen. Het zou best kunnen dat de verwachte automatische loonindexering van 2,8 procent hoger uitvalt dan voorzien. Dan is België opnieuw benadeeld tegenover de handelspartners. Nu al staat zo goed als vast dat de loonkosten bij onze belangrijkste handelspartner Duitsland de komende twee jaar minder snel zullen stijgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content