‘Niemand hoeft bij ons honger te lijden’

CHRIS COOLS "Als ik ons professionalisme toon in het buitenland, dan zie je aan de reacties dat we vooroplopen." © Karel Duerinckx

Een kapitaalverhoging van 100 miljoen euro moet het zorgbedrijf Armonea wapenen voor de consolidatieveldslag in de Europese residentiële zorg. Deze zomer deed het Belgische zorgbedrijf met overnames in Spanje en Duitsland al zijn eerste stappen in een internationale expansie. “Buitenlandse groepen kijken met bewondering naar ons professionalisme”, zegt CEO Chris Cools.

De Belgische rusthuisuitbater Armonea rondt dezer dagen een kapitaalverhoging af. De bestaande aandeelhouders injecteren 100 miljoen euro bijkomende munitie om een rol te spelen in de consolidering van de Europese zorgmarkt. Vorige zomer nam Armonea in Duitsland al zeventien zorginstellingen van DPUW over en in Spanje stonden de 32 voorzieningen van La Saleta op het menu.

Door de transactie werd Armonea de op vijf na grootste zorggroep in Europa. De 9800 werknemers baten niet minder dan 132 rusthuizen en seniorenflats uit in drie landen. Niet slecht voor een jong bedrijf. In 2008 fuseerden de familiebedrijven Restel résidences en Groep Van den Brande. Eigenlijk gaan de wortels van de rusthuisuitbater dus terug tot het einde van de jaren zeventig. De aandelen zitten nog altijd verdeeld over de holding Oaktree Invest van de familie Van den Brande en Verlinvest van de AB InBev-families de Mévius en de Spoelberch.

Chris Cools, de CEO die dat allemaal in goede banen moet leiden, komt uit de stal van AB InBev. “Soms zie ik meer parallellen dan verschillen”, zegt hij. “Ik ben hier gekomen met een duidelijke opgave: professionaliseren, consolideren in de Belgische markt en de organisatie internationaliseren.”

Waarom trekt een specialist in woon-zorgcentra naar het buitenland?

CHRIS COOLS. “In België zijn we marktleider, maar het is moeilijk om hier nog te groeien. In Wallonië hebben we last van een moratorium dat een evenwicht tussen publieke en private bedden beoogt. Zolang de publieke sector dus geen middelen heeft om te investeren, kunnen er voor de privé ook geen plaatsen bij komen. Dat veroorzaakt een tekort. Vlaanderen heeft dan weer een stop gezet op de uitgave van voorlopige vergunningen, terwijl de vergunningen die je al hebt maar mondjesmaat te verzilveren zijn als gevolg van de erkenningskalender.

“Bovendien is de Belgische markt al relatief geconsolideerd, dus focussen we hier vooral op kwaliteit en innovatie. Maar voor groei zijn we vooral op het buitenland aangewezen. In Spanje zien we veel potentieel: er is een sterke vergrijzing aan de gang en het is de op twee na grootste zorgmarkt van Europa. Sinds de financiële crisis in 2008 zit de sector met een probleem: er zijn nauwelijks investeringen geweest en de markt heeft daardoor een aantal jaar stilgestaan. Wij kunnen er een verschil maken. Er is ook nog een enorm groeipotentieel: de grootste tien spelers in Spanje halen samen amper 18 procent marktaandeel.

“Na Japan vormen de Duitsers de meest vergrijsde bevolking van de wereld. In Duitsland is er naar schatting een tekort van 200.000 rusthuisbedden voor de komende jaren. Een consolidatie is volop aan de gang en de top tien heeft in Duitsland iets meer dan 20 procent in handen. Dus ook daar zien we kansen. De Franse markt is veel meer geconsolideerd. Daar zal je ons niet snel zien.”

Waarom trok Armonea niet naar Nederland?

COOLS. “De Nederlandse rustoorden zitten verankerd in stichtingen. Dat maakt de zaak complex. Het is bovendien een versnipperde markt, met een wetgeving die volledig aan het veranderen is. Op dit moment is er te veel rechtsonzekerheid. Maar op zich zijn er voor Armonea veel redenen om de stap te overwegen. De geografische nabijheid is één ding, maar ook de taal speelt een rol. Er zijn zelfs parallellen in de mentaliteit.”

Waar wil u wel nog uitbreiden?

COOLS. “Zeker in Spanje en Duitsland. We zijn er nu, het is logisch dat we er ons platform uitbreiden. Groter worden heeft voordelen in deze sector. Er zijn om te beginnen schaalvoordelen. Wie één biefstuk koopt, betaalt meer dan wie er duizend koopt. Door onze omvang luistert de overheid ook sneller naar ons, als er dingen moeten worden beslist. En dan is er nog het loopbaanperspectief dat we kunnen aanbieden aan onze werknemers. Dat is bij ons breder dan bij een kleine, lokale rusthuisuitbater.”

Een recent krantenbericht voorspelt een tekort van 20.000 bedden in de Vlaamse rusthuissector. Is hier misschien toch nog groeimarge?

COOLS. “Voor ik hier begon, werkte ik bij AB InBev. Bij de overstap viel mij de overvloed aan regeltjes op. Toch is er een gebrek aan transparante en duidelijke cijfers in deze sector. Dan heb ik het zowel over de uitbaters als over de overheid. Of die 20.000 plaatsen kloppen, durf ik dus niet te beamen.

“Ik ben er wel zeker van dat er gebieden zijn met onvoldoende aanbod, terwijl er op andere plaatsen geen tekort aan bedden is. De bezetting van de Brusselse rusthuizen is bijvoorbeeld gemiddeld 86 procent. Daar is dus nog plaats. Ook onze huizen zijn niet allemaal volzet.”

Niemand staat te springen om naar een rusthuis te verhuizen. De verblijftijd wordt almaar korter. Moeten we meer investeren in alternatieven?

COOLS. “De verblijfsduur krimpt inderdaad. In enkele jaren is dat bij ons met 100 dagen gezakt. Dat is ook logisch: de gemiddelde opnameleeftijd is gestegen naar 84 jaar. Bovendien zijn onze bewoners ook meer zorgbehoevend en gaat de zorggraad jaarlijks met 2 procent omhoog. We zien een forse toename van bewoners met dementie. De toenemende vergrijzing maakt een stijging van het aantal bewoners onvermijdelijk.

“Zijn er alternatieven? Natuurlijk willen mensen graag langer thuis blijven wonen, maar met dementie is dat niet vanzelfsprekend. In de discussie over de maatschappelijke kosten van ouderenzorg begrijp ik de bewering dat thuiszorg goedkoper zou zijn dan residentiële zorg niet helemaal. Thuisverplegers staan in de files, moeten parkeren, uitpakken… dat kost allemaal tijd. Hoe kan dat efficiënter zijn dan residentiële zorg? Het is volgens mij vooral belangrijk dat er voldoende aanbod is zodat iedereen voor de juiste oplossing kan kiezen.”

COOLS. “Onze marge zit ook niet in de zorgactiviteiten. Daarvoor worden rustoorden niet genoeg gefinancierd. Ons businessmodel steunt op efficiëntie. Door onze omvang kunnen we in de hotelactiviteiten scherpe prijzen onderhandelen met de toeleveranciers. Daar kunnen we een kleine marge opbouwen.

“We hebben de intentie het vastgoed in Spanje opnieuw in de markt te plaatsen. We blijven dus trouw aan ons model van asset light. Als we cashflow genereren, dan steken we die liever in comfort en diensten voor onze bewoners dan in stenen.”

Met een voedingsbudget van 3 euro per dag als gevolg?

COOLS. “Die discussie is zo overtrokken. Wat zit er allemaal in die 3 euro? Ook het loon van de chef en de energiekosten? Mij gaat het vooral over de vraag of we een kwalitatief goede maaltijd bieden. Ik kan u zeggen: ondervoeding is bij Armonea geen probleem, tenzij bij bewoners die pas binnenkomen. Een logisch gevolg van het fenomeen dat mensen die alleen wonen, minder vaak koken. Bij ons beginnen ze vaak opnieuw gezonder te eten.

“Wij hebben een kwaliteitsprogramma: de Armonea Experience. Daarin zijn vier pijlers gedefinieerd: contact houden met vrienden en familie, zich thuis voelen, genieten en goede zorg. Dat genieten zit onder andere in het eten. We stimuleren bewoners samen te eten. We hebben overal warme keukens en serveren vers bereide maaltijden. Weet u, ik bezoek elke week twee van onze 132 huizen. En ik eet daar dan ook. Er zijn momenten dat ik gewoon niet op krijg wat er op mijn bord ligt. Honger hoeft bij ons niemand te lijden.”

Toch lagen eerder dit jaar de private rusthuizen nogal onder vuur over hun voedingsbudget. Waar komt het negatieve imago van de privésector vandaan?

COOLS. “Dat is voor een stuk een ideologische strijd. In een bedrijf van onze omvang kan al eens iets verkeerd lopen. Het zou best kunnen dat er vandaag ergens wel iets is misgelopen. Dat staat misschien de volgende dag in de krant. Het feit dat onze 10.000 werknemers zich 365 dagen per jaar voor de volle 100 procent smijten voor 15.000 bewoners en dat meestal alles goed gaat, haalt nooit de krant, maar is best iets om trots op te zijn.”

Volgens de jongste MARA-studie stijgt het aantal bewoners per woon-zorgcentrum.

COOLS. “Kleinere rustoorden krijgen het moeilijker omdat de regelgeving strenger wordt. Dat speelt bij Armonea niet echt meer. We hanteren voor de uitbating een ondergrens van 80 tot 100 bewoners. De sweetspot ligt rond 120 bewoners. Soms zit er wel eens een centrum bij dat groter is, maar we willen efficiëntie combineren met een zekere huiselijkheid.”

Ook de dagprijs stijgt. Is dat typisch een Belgisch fenomeen?

COOLS. “In Duitsland is dat moeilijk te zeggen, omdat de subsidiëringswetten net zijn herzien. In Spanje stijgen de prijzen voor de privébedden wel, maar dat is een correctie voor de enorme prijsdalingen na de financiële crisis in 2008. We zitten nu nog altijd onder het niveau van voor de crisis.

“In België is bij Armonea de gemiddelde dagprijs 56,9 euro. Het algemene Belgische gemiddelde is 52 euro. Maar gemiddelden zeggen weinig.”

De gemiddelde kostprijs voor een rusthuiskamer ligt intussen wel hoger dan het gemiddelde pensioen.

COOLS. “Dat klopt, maar in die prijs zit dan ook zo goed als alles inbegrepen en je investeert daarmee ook in je levenskwaliteit. Ik vraag me af waarom de Belg voor een goede oude dag spaart en daarbij zijn huis als een appeltje voor de dorst ziet, tot hij naar een woon-zorgcentrum verhuist. Dan verandert dat huis plots in een erfenis voor de kinderen, waar niemand aan mag komen. In andere landen is het normaal dat mensen een stuk van hun vermogen aanspreken om de laatste jaren in goede omstandigheden te leven. In Nederland zit het zelfs in het systeem ingebakken omdat de dagprijs afhangt van je vermogen. Dat debat zou ook in België gevoerd moeten kunnen worden.”

De zesde staatshervorming hevelde de ouderenzorg helemaal over naar de regio’s. Is dat een succes?

COOLS. “Voor ons zijn de zaken ingewikkelder geworden. We leven nu eigenlijk in drie landen: Brussel, Wallonië en Vlaanderen. Die vragen allemaal andere dingen. En bovendien veranderen ze hun eisen geregeld. Dat betekent rechtsonzekerheid. Denk bijvoorbeeld aan de invoering van de erkenningskalender. Of je een rusthuis kunt openen, hangt af van de erkenningskalender. Het is al gebeurd dat we wel een goedkeuring krijgen om een rusthuis te bouwen voor 160 bewoners, maar dan uiteindelijk maar kunnen starten met een erkenning voor 20 bewoners. Dat is verre van ideaal.”

Blijft u nog lang bij Armonea?

COOLS. “Ik ben gekomen om te blijven. Ik vind het een fantastisch bedrijf: we groeien, we werven aan, we internationaliseren en we professionaliseren. En dat alles in een markt die groeit omdat iedereen ouder wordt. Dat is heel wat anders dan in de brouwerswereld, waar een teruglopende bierconsumptie een constante was. (lacht)

“Ik durf te beweren dat Armonea een van meest professionele zorgorganisaties in Europa is. Wij zijn transparant en hebben een kwaliteitsprogramma dat gezien mag worden. Alle best practices van de rusthuizen zijn daarin samengebracht in 150 standaarden. Een auditploeg gaat elk jaar controleren hoe goed onze rustoorden daaraan beantwoorden. Volgens het aantal plaatsen zijn we in Europa de zesde grootste zorggroep. Als ik ons professionalisme toon in het buitenland, dan zie je aan de reacties dat we vooroplopen.”

Zijn de efficiëntie van een privé-onderneming en de ouderenzorg dan toch te combineren?

COOLS. “Ik denk het wel. Ik ben een voorstander van een hybride model: er is zowel voor privé- als publieke spelers plaats. De kwestie is dat elk woon-zorgcentrum goede kwaliteit moet leveren. In België lijken vooroordelen die stammen uit het tijdperk van de verzuiling dat inzicht soms in de weg te staan. Nochtans blijft de ouderenzorg nog altijd een business van mensen voor mensen.”

Roeland Byl, fotografie Karel Duerinckx

“Thuisverplegers staan in de files, moeten parkeren, uitpakken… dat kost allemaal tijd. Hoe kan dat efficiënter zijn dan residentiële zorg?”

“Als we cashflow genereren, dan steken we die liever in comfort en diensten voor onze bewoners dan in stenen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content