New balls, please

De Vlaamse Tennisvereniging wil de jeugd vasthouden. De successen van de huidige generatie en de Tenniscup of Flanders moeten de sport promoten.

Met 105.000 leden is de Vlaamse Tennisvereniging (VTV) de tweede sportfederatie van het land. De laatste tijd krijgt tennis flink wat belangstelling dankzij de successen van de dames, zowel individueel ( Sabine Appelmans, Dominique Monami) als in teamverband. En er staat nog een hele lichting jongeren te wachten. Walter Goethals, secretaris-generaal van de VTV, verwacht dat het Belgische damestennis over een paar jaar acht of negen speelsters in de top-100 van de wereld zal hebben.

Sinds de start in 1979 kende de Vlaamse Tennisvereniging een sterke groei. Dat jaar telde men 45.612 leden ; in 1986 waren er dat al 91.968 en nu dus 105.000. Toch heeft de VTV een probleem, net als vele sportbonden : er zit een “gat” in de ledenopbouw bij de jongeren van 11 tot 18 jaar. Men moet elk jaar 20 % van het ledenaantal vernieuwen, vooral bij die jongeren. De ervaring is immers dat de “ouderen” blijvertjes zijn.

Om het afhaken van de jongeren te beperken, heeft men onder het motto “New balls, please” samen met de clubs en de sponsors een soort getrouwheidssysteem opgezet : de Jeugdtrofee 1997. Daarvoor is een folder gemaakt met uitleg over het systeem. Wie vijf keer deelneemt aan een toernooi van de clubs in het kader van de Jeugdtrofee, krijgt een T-shirt ; wie tien keer speelt, ontvangt een Proton-kaart met 1000 frank (gesponsord door KB en Opel). Het geheel moet culmineren in een “Feest van de Jeugd”.

TENNISWONDER.

Met die trofee probeert men de jongeren meer te laten spelen, om aldus hun interesse voor tennis levendig te houden. Het doel is het aantal deelnemers te verdubbelen. “Dat is belangrijk voor de clubs : ze incasseren tweemaal zoveel inschrijfgeld, de bar van de club brengt meer op en er is een betere sfeer,” aldus Goethals. “Ook voor de deelnemers is het interessant, omdat de zwakste niet direct tegen de sterkste moet spelen. Dat motiveert hen om te blijven komen.”

Er is ook een actieplan om bij de scholen en de sportdiensten het zogenaamde mini-tennis te promoten : tennis voor zes- tot achtjarigen, met kleine rackets en zachte ballen. Dat past in het streven om de jongeren meer zin te laten krijgen in tennis. Ook hier hebben de clubs een rol te spelen. Goethals : “De VTV zou rechtstreeks kunnen werken met scholen en sportdiensten, maar dat heeft geen zin als een club daar nog niet klaar voor is. In eerste instantie moeten we dus de clubs sterk maken.”

Niet alleen de “breedtesport” moet gepromoot worden, ook de topsport. Goethals wijst erop dat goede internationale resultaten leiden tot meer aandacht voor tennis in de pers en op radio en televisie. De laatste maanden heeft de Vlaamse Tennisvereniging dan ook niet te klagen over de belangstelling van de media voor het Belgische “tenniswonder”.

PRIJZENGELD.

In de marketing van de VTV neemt de Tenniscup of Flanders een belangrijke plaats in. “Daarmee willen we ons imago en dat van onze sponsors nog beter naar buiten brengen,” zegt Walter Goethals. “De sponsors zijn met ons verbonden op lange termijn ; via dat internationale toernooi kunnen we hun een extra retour geven.”

Dat toernooi wordt dit jaar voor de vijfde keer georganiseerd in de vierde week van juli. In 1993 startte men ermee. De bedoeling was talentvolle VTV-jongeren de kans te geven in eigen land en voor eigen publiek ATP-punten te verzamelen om sneller te stijgen op de internationale ranglijst. (ATP staat voor Association of Tennis Professionals, de organisatie die het internationaal heren-tenniscircuit beheert).

In het begin was aan die wedstrijd een prijzenpot van 25.000 dollar verbonden. Inmiddels is het prijzengeld opgetrokken tot 75.000 dollar ; daarmee wil “Oostende” zich profileren als het op één na belangrijkste tennistoernooi van België (na het ECC in Antwerpen).

“We willen de Tenniscup of Flanders dit jaar verder onderbouwen om op termijn weer te stijgen op de ladder van de prize money,” aldus Goethals. “Dat is belangrijk voor ons. We zitten met goede aankomende jeugd, we hebben wildcards voor de Tenniscup en die kunnen we aan onze jongeren geven. Zo krijgen die de kans om door te breken. Naast het professionele herentoernooi is er in Oostende ook een jeugdcompetitie, waaraan gedurende vier tot vijf dagen 120 jongeren deelnemen. Dat maakt de sfeer goed. De jongeren zien dan ook de ‘groten’ spelen en worden gemotiveerd.”

Overigens is dat prijzengeld wel belangrijk : grote bedragen trekken spelers en media-aandacht, waar de sponsors dan weer profijt uit halen. “Om meer topspelers te krijgen, waren we trouwens wel verplicht te groeien,” zegt Goethals. “Vorig jaar haalden we voor het eerst de 75.000 dollar.”

A.V.P.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content