NEELIE GORBATSJOV

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Europees commissaris voor Concurrentie Neelie Kroes zei vorige week bij de voorstelling van haar eindverslag over de mededingingssituatie in de retailbanking, dat ze zich “bewust was” van de mogelijk ernstige prijsstijging in de Belgische tarieven voor elektronisch betalen als een van de gevolgen van de overgang naar een Europese be-talingsruimte.

Over de brede doelstelling is iedereen het eens. Geld overschrijven naar het buitenland moet even vlot en goedkoop zijn als in België zelf, net zoals het betalen met kaarten. Het probleem ontstaat bij de middelen. Door te eisen dat de elektronische betalingssystemen in korte tijd worden opengegooid, rolde de Commissie in België de rode loper uit voor het debetkaartsysteem Maestro van het Amerikaanse Mastercard. De korte deadline stimuleert ook andere kleine Europese spelers om hun kaartschema’s te dumpen en hun deel te grijpen van de winsten die Mastercard en Visa hen beloven, gaf Kroes toe.

Allicht niet onverwacht kwam Mastercard de afgelopen maanden met het idee om de interchange fee – een vergoeding voor de bank die de kaart uitgeeft – ook voor debetkaarten te veralgemenen. Visa en Mastercard verdedigen dat extra tariefelement als “het meer in evenwicht brengen van de kosten”. Welke kosten precies in onevenwicht zijn – en nu dus uit andere inkomsten zouden worden gesubsidieerd – is onduidelijk. Het sectoronderzoek van de Commissie besluit dat het uitgeven van kaarten op zich winstgevend is in 20 van de 25 lidstaten. Neelie Kroes stelt geen veto tegen de interchange fee.

In haar rapport noteert de Commissie de hoge concentratie in de Belgische banksector en wijst ze op allerlei vormen van ondoorzichtige samenwerking tussen de Belgische banken. Maar ze legt niet uit waarom die banken tegelijk minder winstgevend zijn en lagere kosten aanrekenen dan vele sectorgenoten elders. Elementen als de Belgische historiek, de politiek en de impact van het middenveld worden niet in haar model gevat.

Het is ironisch dat diezelfde Neelie Kroes in de voorbije weken de grootste Europese antitrustboetes ooit oplegde. Op het terrein van de betalingssystemen is ze als een dokter die zelf de ziekte kweekt die ze bestrijdt. Standaardisatie en schaalgrootte zijn voor haar de twee kanten van een mes, dat 60 tot 100 miljard euro aan kosten uit de Europese be-talingsruimte moet snijden. Maar tegelijk is ze bezig de machtsverhoudingen tussen de marktpartijen te ontwrichten. En prijzen zijn een zaak van macht.

“We zijn ons ervan bewust dat in België de overgang naar het Maestrokader tot een scherpe stijging in de tarieven voor handelaren kan leiden,” zei Neelie Kroes bij de voorstelling van haar rapport. Ze bekende dat ze de argumenten voor de hoge interchange fees van de bankkaartmagnaten niet geloofde, maar ze wilde er wel over praten. En neen, ze zou nu even net niet zeggen wat een ‘acceptabele’ interchange fee was. Dat moest geval per geval worden bekeken. Dat is precies waar de bankiers haar hebben willen. Want wanneer is een prijs te hoog? En hoe waarschijnlijk is een antitrustboete als je eerst zelf over de prijs hebt onderhandeld?

In de recente geschiedenis zijn er verschillende modellen van liberalisering. Met haar rush naar de Europese be-talingsruimte zit de Commissie op de koers van Gorbatsjov. Niet op die van Deng Xiao Ping.

Bruno Leijnse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content