Nederlanders castreerden Vlaamse literatuur

Jeroen Brouwers blikt terug op zijn Brusselse periode: een vaak verrukkelijk vileine (maar allengs te zurige) afrekening met zijn oude werkgeefster Angèle Manteau en enkele befaamde Vlaamse schrijvers.

Jeroen Brouwers, Stoffer & blik. Atlas, 237 blz., 16,50 euro. Greta Seghers, De opdrachtgeefster. Arbeiderspers, 237 blz., 18,95 euro.

Bent u al klaar met uw werk? Met die ijzige vraag verraste Angèle Manteau medewerkers die een praatje maakten tijdens de werkuren. Althans, zo herinnert de Nederlandse schrijver Jeroen Brouwers het zich in Stoffer & blik, zijn relaas over zijn jaren als redacteur bij de Vlaamse uitgeverij Manteau. In 1964 toog hij aan het werk in de kille Brusselse kantoren van de oprichtster, die in 1970 abrupt naar het Nederlandse Elsevier vertrok. Hoe onverwacht haar overstap ook leek, ze had haar verhuizing tot in de puntjes voorbereid: “In nieuwe contracten met de poenbinnenbrengers schrapte ze tot ieders verrassing de clausule die de schrijver ertoe verplichtte zijn volgende boek aan Manteau aan te bieden. Als zij dus straks ergens anders opnieuw zou beginnen, lag voor deze schrijvers de weg vrij om haar kwispelend te volgen en zou de firma Manteau door de voorziene leegloop binnen afzienbare tijd een uitgehold spookbedrijf zijn.”

Uiteraard zou het kaderpersoneel de zaak nog kunnen rechttrekken, maar daar stak ze een stokje voor. De statige dame wees haar kernmedewerkers bezorgd op het ontbreken van een ‘toekomstperspectief’ in haar uitgeverij. Eén na één dropen ze af. “Als zij weldra het zinkende schip zou verlaten, mocht er echt niemand op achterblijven met kennis van zaken om de averij te beperken.”

Oorlog tussen schrijvers. Het is lang niet de eerste keer dat Jeroen Brouwers vernietigend uithaalt naar Manteau en een rist Vlaamse schrijvers. Stilaan lijkt het eenvoudiger het lijstje op te stellen van auteurs waarmee hij niet gebrouilleerd is. Met uitgever Julien Weverbergh (de opvolger van Manteau) ontspon zich zelfs een onnavolgbare haat-liefdeverhouding. Tijdens de ene periode torpedeert Brouwers Weverbergh met het zwaarste geschut, tijdens de andere periode knuffelt hij hem haast dood.

Allemaal al gehoord, gezien en geroken, die geniepige schimpscheuten naar pakweg Jos Vandeloo, die vuige walm over bijvoorbeeld Clem Schouwenaars en vooral die executie in spectaculaire Al Qaeda-stijl van Ward Ruyslinck? Heeft Brouwers schaamteloos zijn vitrioolessays gekopieerd? De meeste krijgen alvast meer (venijnige) details. Maar laat ons focussen op drie aspecten die dit afrekenboek pikant, bijwijlen wrang en vooral verbazingwekkend maken. Met het eerste aspect leren we een Brouwers kennen die niet langer zomaar polemiseert, maar zwaar over de schreef gaat met zijn Osama bin Laden-behandeling van Ward Ruyslinck. Hij valt de schrijver niet alleen aan op zijn werk, maar vooral op zijn levenswijze. Brouwers acht Ruyslinck ook schuldig aan de zelfmoord van diens eerste vrouw. Dat gebeurt op een manier waarvoor zelfs de zurigste Britse tabloid zou terugdeinzen. Toevallig of niet heeft Rusylinck Brouwers vroeger beschuldigd van plagiaat. Een vuile oorlog in letterenland?

Cancan van truttemiekes. Het Franz Ferdinand-moment van de oorlog tussen Brouwers en Ruyslinck leidt ons naar het tweede opvallende aspect in Stoffer & blik. Al eerder onthulde de Nederlander dat de Vlaamse manuscripten bij Manteau grondig bewerkt werden door Nederlandse redacteurs. Dat was ook nodig, want die Vlamingen morsten met de taal, zo meenden we begrepen te hebben uit vroegere uitlatingen van Brouwers. Nu verwijt hij hen plots dat ze zich hun taaleigen hebben laten ontfutselen. Meer dan één generatie Vlaamse literatuur werd reukloos, geurloos en steriel gemaakt door schoolmeesterachtige vernederlandsing. De karaktervolle – desnoods ruige – stemmen werden gekortwiekt tot castraatklanken – toonvast maar doods. Na behandeling bleef wel de choreografie van de cancan over, maar het werd dan wel een cancan van truttemiekes (ook een te Vlaams woord?).

Gelukkig ontsnapten enkele tenoren als Louis Paul Boon aan die ontzieling. Nochtans leken ook Boon en zelfs Hugo Claus voorbestemd om bij Manteau uitgegeven te worden. Omdat zij aanvankelijk commercieel niet scoorden, liet Angèle Manteau hen vallen. Daarmee belanden we bij het derde belangwekkende aspect in Stoffer & blik: de definitieve ontluistering van de uitgeefster die volgens Brouwers geen greintje belangstelling had voor boeken (tenzij dan voor de inkomstenboeken).

Tegelijkertijd wordt de nu 93-jarige barones van haar voetstuk gekegeld in de sleutelroman De opdrachtgeefster van Greta Seghers. Dat gebeurt dan wel vermomd als personage. Met die ontluistering neemt Seghers revanche voor de biografie die ze in 1992 over Angèle Manteau schreef – een project dat door de uitgeefster perfect gekelderd werd. In één trek zet Seghers ook tal van andere schrijvers te kakken. De Vlaamse literatuur lééft.

Luc De Decker

We leren een Jeroen Brouwers kennen die niet langer zomaar polemiseert, maar zwaar over de schreef gaat met zijn Osama bin Laden-behandeling van Ward Ruyslinck.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content