Nederland werkt aan alternatief voor Belgische notionele interestaftrek

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

De regering moet België opnieuw aantrekkelijk maken voor investeerders. De economie moet dringend aangezwengeld worden. Met alleen maar een verhoging van het beroepskostenforfait zal dat niet lukken. Fiscale vrijstellingen voor innovatie leveren meer op. Nederland wijst de weg.

Als reactie op de notionele interestaftrek – een Belgische primeur – wil de Nederlandse staatssecretaris voor Financiën Joop Wijn (CDA) een speciale rente- en royaltybox voor vennootschappen invoeren. Als de Tweede Kamer dit wetsvoorstel goedkeurt, zullen onze noorderburen vanaf 2007 alle inkomsten uit interesten en octrooien van vennootschappen belasten tegen respectievelijk 5 % en 15 %.

“Zo zakt de effectieve aanslagvoet voor groepsfinancieringen van innovaties onder ons fiscaal voordeel voor risicokapitaal,” berekent Eric Warson, partner van KPMG Tax Advisors. Daarom pleit de internationale belastingspecialist voor een nationaal antwoord op de Nederlandse aanval in de fiscale strijd om het aantrekken van buitenlandse investeringen: “Anders dreigen de intellectuele eigendommen massaal naar Nederland te verhuizen.”

Weglokken uit Zwitserland

De KPMG-partner stelt de invoering van een gunstregime voor kenniscentra en een verhoging van de notionele interestaftrek voor innovatiekapitaal voor. Warson: “Die laatste maatregel ligt in de lijn van de Europese Lissabonstrategie om onderzoek en ontwikkeling te promoten. Zo vermijd je van verboden overheidssteun beschuldigd te worden. Bovendien trek je dan multinationals aan, die hun hoofdzetel nu nog in Zwitserland hebben. Het gaat om een potentieel van duizenden vennootschappen. Zij zoeken naar een valabel alternatief voor de Alpenstaat, dat in de huidige globalisering met problemen van bereikbaarheid kampt. Als regionale hub tussen Londen, Parijs en Amsterdam biedt Brussel op dat vlak perspectieven.”

Zijn collega Pascal Janssens, directeur Dutch Desk van PricewaterhouseCoopers (PwC), is er geruster in. In de eerste plaats twijfelt hij of de Europese Commissie de rentebox van 5 % wel zal goedkeuren. Janssens: “Bovendien zijn de randvoorwaarden zo streng, dat de maatregel geen al te grote bedreiging voor het Belgische gunstregime van de notionele interestaftrek vormt. Zo moeten de renten van alle dochters op groepsniveau samengeteld worden, wat de aftrek tegen vol tarief onmogelijk maakt. Het voordeel slaat enkel op het saldo. Daarnaast is de verhoogde investeringsaftrek voor onderzoek en ontwikkeling – afhankelijk van de situatie – competitief met de royaltybox. Maar de algemene aanslagvoet van 25 % – iets waar wij enkel van kunnen dromen – zal wél nieuwe business aantrekken.”

Supermarktoorlog

Vandaag woedt een hevige concurrentie tussen de Europese lidstaten om bedrijven aan te trekken. Nu de spelregels van de interne markt steeds meer op elkaar afgestemd worden, speelt het belastingbeleid, dat grotendeels nationaal blijft, een belangrijke rol in het vestigingsklimaat. Op fiscaal vlak vindt een duidelijke neerwaartse trend plaats. Joop Wijn noemt dat de supermarktoorlog: als je jezelf uit de markt prijst, verlies je klanten.

Met de geplande hervorming uit de aangepaste nota Werken aan winst hoopt de Nederlandse staatssecretaris Wijn de concurrentiepositie van zijn land op te krikken. Zo zakt vanaf 2007 de Nederlandse vennootschapsbelasting van 29,6 % naar 25 % – het droomtarief van het Verbond van Belgische Ondernemingen (zie VBO-document Strategie 2010). Winsten tot 20.000 euro zullen vanaf dan een verlaagde aanslagvoet van 20 % genieten. Ook de heffing op dividenden – onze roerende voorheffing – daalt van 25 % naar 15 %. Daarnaast plant de Nederlandse regering de invoering van een rente- en royaltybox.

Drie jaar geleden stelde KPMG al een gelijkaardige maatregel in België voor: een speciaal belastingtarief van 5 % op opbrengsten uit onderzoek en innovatie (royalty’s). De toenmalige initiatiefnemers – Johan Vandendriessche en Eric Warson – noemden hun geesteskind een fiscaal gunstregime voor kenniscentra. Warson: “In de Verenigde Staten en Japan bedragen de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling respectievelijk 2,7 % en 3 % van het bruto binnenlands product (bbp). In België wordt amper 1,96 % van het bbp in innovatie geïnvesteerd. Nochtans creëert een land een competitief voordeel door kennis en innovatie met ondernemerschap te combineren. Dat verklaart de beruchte braindrain, de verhuizing van de intellectuele top naar het buitenland. Ook multinationals verplaatsen hun immateriële vaste activa naar laagbelaste landen. Hierdoor verliest België kansen op werkgelegenheid.”

Niet te vroeg victorie kraaien

Met een effectieve belastingdruk van 29,7 % op vennootschappen (inclusief aftrekposten) prijkt België op de zesde hoogste plaats in de Europese Unie. Dat blijkt uit de jongste studie van het Zentrum für Europäische Wirtschaftsforschung (ZEW). “Met een algemene maatregel om innovatie te stimuleren, kunnen we het tij keren,” vindt Warson. “Via een voorafgaande beslissing ( ruling) kan de fiscus per vennootschap een bepaald percentage van de omzet of winst tegen een laag tarief van bijvoorbeeld 5 % belasten. Tevens verdedig ik de invoering van een terugbetaalbaar belastingkrediet tussen 30 % en 70 % van de onderzoekskosten (afhankelijk van de aard van de kennis), te verrekenen met de operationele winst. En de belastingvrije vergoedingen voor buitenlandse kaderleden moeten verdubbelen.”

Met de invoering van ruling, de notionele interestaftrek en het dubbele belastingverdrag met Hongkong heeft de paarse regering België eindelijk opnieuw op de internationale agenda van buitenlandse investeerders geplaatst. Toch mogen we niet te vroeg victorie kraaien. Het nominale tarief blijft hoog (33,99 %) en het gebrek aan fiscale consolidatie – zowel op het vlak van de vennootschapsbelasting als de btw – blijft een belangrijke handicap in de huidige globalisering van de economie. Om die maatregel budgettair verteerbaar te maken, stelt Warson voor de winsten en de verliezen van de zusterbedrijven op groepsniveau alleen binnen hetzelfde jaar te verrekenen.

Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content