Natuurrampenverzekering nog steeds niet van kracht

Katrina’s of Rita’s krijgen we in België vandaag (nog) niet over ons heen. Toch overspoelen de journaals ons de jongste twee jaar met beelden van blank staande straten, overstroomde huizen en bewoners in paniek. Reden: zware regenval die niet opgevangen kan worden door de huidige infrastructuur.

Vlaanderen telt 72.000 hectare overstromingsgebied. Een kleine 10 % daarvan is woongebied, waarin naar schatting 70.000 tot 80.000 woningen geregeld het slachtoffer zijn van overstromingen. Een eigenaar die zijn meubels in zijn huis ziet zwemmen, moet vandaag aankloppen bij het federale rampenfonds om zijn schade eventueel gedeeltelijk vergoed te krijgen. Maar de middelen van het fonds zijn beperkt en de procedure tot terugbetaling is omslachtig. De politiek worstelt al bijna vijftien jaar met het probleem hoe de burgers beter te beschermen en te verzekeren tegen natuurrampen.

In juli 2005 keurde de regering – eindelijk – een nieuwe wet goed op de natuurrampenverzekering, die een bijsturing is van een eerste versie van voormalig minister van Economie Charles Picqué (PS). Voortaan worden aardbevingen, grondverzakkingen en -verschuivingen, dijkbreuken, vloedgolven, overlopende riolen en overstromingen als verplicht risico in de brandverzekering opgenomen. Aangezien 95 % van de Belgen een brandpolis heeft, speelt de solidariteit volop tussen inwoners in risicogebieden en andere landgenoten.

Toch is de wet vandaag nog altijd dode letter. Wauthier Robyns, woordvoerder van de verzekeringsfederatie Assuralia: “We wachten op de publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad.” Ondertussen wordt er volop gewerkt aan de samenstelling van het Tarifiëringsbureau, dat een opvangcentrum wordt voor klanten die onder normale omstandigheden geweigerd zouden worden door de verzekeraars. Het bureau zal bestaan uit afgevaardigden uit de verzekeringssector en van de consumenten. “De kandidaten voor de verzekeringssector zijn al aan minister van Economie Marc Verwilghen (VLD) doorgegeven,” licht Robyns toe.

Ten slotte moeten de drie Belgische gewesten ook nog de risicogebieden uittekenen om de wet te vervolledigen. Wie in een erkend risicogebied een nieuwbouwproject neerplant, loopt de kans bot te vangen bij zijn verzekeraar voor een brandverzekering. Verzekeraars zijn immers niet verplicht die waaghalzen een verzekering aan te bieden.

Volgens de nieuwe wet moet de verzekeringssector elke natuurramp dekken tot 280 miljoen euro. Voor een aardbeving is dit 700 miljoen euro. Als het schadebedrag hoger is, wordt ook het rampenfonds van de overheid ingeschakeld.

Toch is niet iedereen gedekt door de nieuwe verplichte verzekering. Carl Leeman, riskmanager bij Katoen Natie: “De verzekering geldt voor eenvoudige risico’s die van toepassing zijn op particulieren, zelfstandigen, kleinhandelaars enzovoort. De speciale risico’s – zoals grote industriële vestigingen – vallen buiten het toepassingsgebied.” Wat de beste oplossing is voor de industrie, laat Leeman nog even in het midden. “In Frankrijk maakte de overheid de natuurrampenverzekering ook verplicht voor de grote bedrijven, met als gevolg dat de premies met 10 à 15 % stegen. Daardoor zegden verschillende bedrijven hun polis op en verzekerden ze zich via hun eigen captives.”

A.G.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content