Nathalie Moll (37) Trots op biotech

Nathalie Moll werd een jaar geleden secretaris-generaal van EuropaBio, de lobbygroep voor de Europese biotechindustrie die in Brussel is gevestigd. EuropaBio omvat ruim 70 bedrijven, vier biotechregio’s en 22 nationale federaties die samen 1800 bedrijven vertegenwoordigen. Moll moest niet alleen haar team reorganiseren, maar ook de communicatiestrategie versterken.

“Het is een druk jaar geweest, met vele veranderingen”, zegt de Brits-Italiaanse. Daarmee doelt ze ook op haar verhuis naar Brussel, terwijl haar gezin achterbleef in Rome. Het leidde tot veelvuldig pendelen per vliegtuig. Niet dat Moll een hekel heeft aan reizen, integendeel. Ze werd geboren in het Italiaanse Genua, groeide deels op in Londen, ging naar school in Marokko en naar de universiteit in Schotland en werkte in Italië en Brussel. Niet verwonderlijk dat ze de reismicrobe in het bloed heeft. “Ik hoor nergens echt thuis.”

Waarop hebt u zich het voorbije jaar gefocust?

NATHALIE MOLL (EUROPABIO). “Het voornaamste doel was om de communicatie over biotech voort uit te bouwen van louter reactief naar proactief. Dat hebben we vroeger nooit gedaan. We mogen niet vervallen in alleen maar technische discussies, maar ook verklaren waarom die producten nuttig zijn. En het lijkt vrij goed te werken.”

De relaties met de Europese Commissie zijn wel niet bepaald schitterend.

MOLL. “Ik vond de Commissie wel heel open in het kader van de Europese 2020-strategie waarin ook wordt gestreefd naar een bio-based economie. Met deze Commissie is het gemakkelijker werken dan met de vorige.”

Vorig jaar werd ook het telen goedgekeurd van de zogenaamde Amflora-aardappel van BASF, de eerste goedkeuring in twaalf jaar voor een genetisch gewijzigd gewas. Briljant is dat allemaal niet.

MOLL. “Juist, dat is een grote verandering, terwijl het dat niet zou mogen zijn.”

U mag natuurlijk niet al te agressief uit de hoek komen.

MOLL. “Ik vind niet dat ik agressief moet zijn. Ik denk alleen dat we een beetje trotser moeten zijn als we spreken over de voordelen van biotech. We moeten het besef vergroten van wat we doen. Dat neemt veel tijd in beslag.”

Gaat het de goede richting uit voor biotech?

MOLL. “Voor groene biotech (in land- en tuinbouw) gaan we traag, vergeleken met de rest van de wereld. Voor industriële biotech mag je zeggen dat iedereen ervan houdt, maar heb je incentives nodig om het echt te doen werken. Die zijn er niet. Voor rode biotech is het grote probleem dat we het verschil duidelijk moeten maken tussen gewone geneeskunde en die op basis van biotech. Zonder biotech kan je niet naar gepersonaliseerde geneeskunde gaan. Wat dan weer een grote impact heeft op terugbetaling van geneesmiddelen en behandelingen.”

Een jaar geleden leefde u nog in Rome. Hoe was de terugkeer naar Brussel?

MOLL. “Geweldig. Ik hou echt van Brussel. Rome is de prachtigste stad die ik ooit heb gezien, maar het is er niet zo gemakkelijk werken als hier. Het zal hier wel nog beter worden als mijn man en twee kinderen in september overkomen. Tot dan zullen mijn sportactiviteiten bestaan uit reizen en wandelen in luchthavengangen. (lacht)

Be.L.

“Ik hoor nergens echt thuis”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content