Naar nationale noodfondsen?

JEF VUCHELEN

Het Europese noodfonds kan voor Griekenland bezwaarlijk als een succes omschreven worden aangezien de marktrentetarieven onhoudbaar hoog blijven. Bovendien staat al een minimale ‘ haircut‘ van 50 procent vast voor de financiële schuldeisers. Het gevolg is dat slechts weinigen geloven dat Griekenland lid kan blijven van de eurozone. Zelfs een nagenoeg volledige kwijtschelding van de Griekse schuld zou onmiddellijk een ander probleem in de schijnwerpers plaatsen, met name de Griekse concurrentiepositie.

Duidelijk is wel dat beleggers op hun Griekse schuld nog meer verliezen zullen moeten aanvaarden. Voor de financiële instellingen is dit problematisch omdat ze nauwelijks hersteld zijn van de instorting van de Amerikaanse huizenmarkt. De eurocrisis dreigt even desastreus te worden. Nochtans is deze crisis fundamenteel anders. De financiële crisis van 2008 had vele oorzaken: van een ongecontroleerd streven naar winst, over de perverse bonuscultuur en het verwaarlozen van risico’s tot het lakse beleid van de controle-instanties. Dit alles kan hoegenaamd niet gezegd worden van de eurocrisis. Het valt de financiële instellingen moeilijk te verwijten dat ze in staatsfondsen van eurolanden hebben belegd, zeker niet na de crisis van 2008. Zelfs vandaag beweren de regeringsleiders van de eurolanden dat er geen probleem is met de kredietwaardigheid van de leden. Anders geformuleerd, volgens de overheden is er geen langetermijnrisico verbonden aan de overheidsschuld van de eurolanden.

Ondanks alle inspanningen van de regeringsleiders ontsnappen de financiële markten niet aan de nefaste relatie tussen overheidsschuld en financiële instellingen. De analyse dat bijkomende spanningen op de markt voor overheidspapier onvermijdelijk zullen resulteren in wankelende en misschien wel vallende financiële instellingen is zonneklaar. De onzekerheid hierover is moordend voor het algemene vertrouwen en sluit dus iedere economische heropleving uit. Het doorbreken van deze spiraal is tot op vandaag niet gelukt omdat overheden hun vertrouwen in de euro en in de staatsfinanciën van de leden niet concreet genoeg hebben gemaakt. Blijven argumenteren dat er zich fundamenteel geen probleem stelt, is niet overtuigend als men niet bereid is zich hiervoor te engageren.

De overheden zouden een stap verder kunnen gaan door de financiële instellingen te garanderen dat ze de verliezen op obligaties van euroleden op de vervaldag zullen bijpassen. Het moet wel gaan om verliezen op obligaties die de financiële instellingen vandaag nog in portefeuille hebben en enkel wanneer ze tot op vervaldag worden bijgehouden. Dit verlies zouden de overheden immers in ieder geval moeten bijpassen als er scheuren in de euro komen en financiële instellingen dreigen te kapseizen. Iedere overheid zou enkel de waarborg verstrekken aan de eigen nationale financiële instellingen om zo de kritiek van de sterkere landen te vermijden dat er weer geld in de Zuid-Europese putten wordt gestopt. Natuurlijk kan dit enkel in overleg tussen de euroleden. Indien we de regeringsleiders op hun woord nemen, is aan deze waarborgstelling geen enkel financieel risico verbonden en kan het vertrouwen tussen de financiële instellingen snel herstellen. De ratingagentschappen zullen wel op hun poot spelen, maar dat is van ondergeschikt belang als de financiële stabiliteit verbetert. Misschien is dit wel een goedkope efficiënte weg uit de crisis.

Fundamenteel is dit niet anders dan een soort nationaal noodfonds waarbij eigen financiële instellingen worden vergoed voor het vertrouwen dat ze hadden in hun regeringsleiders.

Regeringsleiders zeggen graag dat de euro zal blijven bestaan met de huidige leden. Zeer overtuigend is dit tot hiertoe niet. Het huidige recept dat goedkoop geld ter beschikking stelt gecombineerd met het aantrekken van de financiële buikriem, is toch niet te omschrijven als ‘hulp aan landen in moeilijkheden’. Andersom overleeft de euro een solidariteitstroom naar deze landen niet. Dus waarom niet waarborgen, door het leggen van een bodem op de mogelijke verliezen van de financiële instellingen, dat een accident de parcours geen desastreuze gevolgen zal hebben op het financiële stelsel?

De auteur is professor economie aan de VUB.

Blijven argumenteren dat er zich fundamenteel geen probleem stelt, is niet overtuigend als men niet bereid is zich hiervoor te engageren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content