Naar de kern van de zaak

Barack Obama’s poging om de wereld te verlossen van atoomwapens lijkt meer dan ooit hopeloos.

In augustus 2015 is het precies zeventig jaar geleden dat twee atoombommen afgeworpen werden boven Hiroshima en Nagasaki. Hoewel de wereld nadien nog regelmatig dicht bij een catastrofe stond, zijn de aanvallen op Japan de eerste en tot nu toe de laatste keer dat atoombommen in een oorlog gebruikt werden. Het afschrikkingsevenwicht tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie evolueerde naar een soort van afschrikkingschoreografie van opeenvolgende wapenbeheersingsakkoorden, waarbij beide partijen inzagen dat hun veiligheid afhing van het respect voor de veiligheid van de andere.

Vandaag is de wereld tegelijk veiliger en gevaarlijker. Ondanks Poetins pogingen om de antagonistische relaties tussen Rusland en het Westen in ere te herstellen, is een nucleaire oorlog tussen Amerika en Rusland van een omvang die alle leven op de planeet kan vernietigen moeilijk voorstelbaar. Maar de wereld is er ook gevaarlijker op geworden door de nieuwe spanningen, de toename van het aantal nucleaire beslissingscentra en het groeiende gevaar voor proliferatie naar onstabiele regio’s.

Die kwesties worden vermoedelijk behandeld in mei, wanneer de 189 landen die het non-proliferatieverdrag hebben ondertekend in New York bijeenkomen voor hun vijfjaarlijkse toetsingsconferentie. Het verdrag werd in 1968 opgesteld om het aantal landen met atoomwapens te beperken tot de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad: de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en China. Het steunde op drie pijlers: non-proliferatie, het vreedzame gebruik van kernenergie en eventuele ontwapening door de vijf landen.

Maar hoewel Rusland en Amerika grote verminderingen van hun atoomarsenalen hebben afgesproken, is de wapencontrole stilgevallen sinds de laatste conferentie van 2010. De vijf landen bezitten samen nog zowat 10.000 kernkoppen. India, Pakistan en Israël, allemaal nucleaire staten, hebben de overeenkomst niet ondertekend en Noord-Korea verliet de club nadat het zelf nucleaire wapentechnologie verworven had. Andere landen ¬ zoals Iran, Libië, Irak en Syrië ¬ bleven, terwijl ze duidelijk vals speelden en de doelstelling van het verdrag ondermijnden.

Het was tegen die achtergrond dat Obama in 2009 zijn befaamde Praagse toespraak hield. Daarin voerde hij aan dat de wereld wakker moest worden geschud als het over wapens gaat die de mensheid kunnen vernietigen. Hij verklaarde dat het zijn ambitie was om multilaterale processen in gang te zetten die binnen een generatie kunnen leiden tot de wereldwijde afwijzing van atoomwapens – een initiatief dat bekend werd als ‘global zero’.

Obama had echter veel meer beloofd dan hij kon waarmaken. Zijn plan blijft grotendeels onvoltooid, wat niet veel goeds belooft voor de bijeenkomst in 2015. Nu een krijgslustig Rusland niet bereid is om het even welke nieuwe gesprekken met de Verenigde Staten te beginnen en China niet bereid is in te gaan op de eis om inkijk te bieden in zijn arsenaal, is er geen enkele vooruitgang geboekt in de verdere ontwapening. Sterker nog, al de landen die atoomwapens mogen houden, zijn hun kernmacht aan het versterken.

Kil op de top

De crisis in Oekraïne beïnvloedt de conferentie ook op andere manieren. De samenwerking tussen Amerika en Rusland over nucleaire kwesties zit in de diepvries. Poetin beschouwt atoomwapens als een essentieel symbool van Ruslands nationale macht. Het ernstigste gevaar schuilt echter in de ontwaarding van de veiligheidsgaranties die Rusland, Frankrijk en Groot-Brittannië aan Oekraïne gegeven hebben in het Memorandum van Boedapest uit 1994. Oekraïne leverde toen zijn atoomwapens in die het geërfd had na de ontbinding van de Sovjet-Unie. Had Oekraïne zijn nucleaire arsenaal behouden, zou Rusland dan zijn grondgebied zijn binnengevallen?

Eigenaardig genoeg kan het enige beetje positieve nieuws komen van de onderhandelingen tussen de vijf atoomlanden (plus Duitsland) en Iran over het Iraanse nucleaire programma. Er blijven nog grote gaten te vullen, vooral over het aantal centrifuges voor de verrijking van uranium dat Iran kan behouden. In 2014 werd niettemin voldoende vooruitgang geboekt om een verlenging van de gesprekken te rechtvaardigen. Rusland is niet uit het gelid getreden. Het non-proliferatieverdrag staat onder grote druk, maar is nog niet gebroken. Een overeenkomst met Iran die respect toont voor zijn principes, kan het verdrag de oppepper geven die het nodig heeft.

De auteur is defensieredacteur van The Economist.

MATTHEW SYMONDS

Poetin beschouwt atoomwapens als een symbool van Ruslands nationale macht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content