‘Naald en draad blijven aanwezig’

Elien Haentjens Elien Haentjens volgt voor Knack.be/cultuur de actualiteit op het vlak van beeldende kunsten, erfgoed, podiumkunsten en klassieke muziek op de voet.

Na zijn faillissement gooide de modeontwerper Christophe Coppens zijn kap over de haag en verhuisde hij naar Los Angeles. Hij is nu terug als kunstenaar dankzij een Nederlandse mecenas.

Everything is Local – Landscape 1, tot 2 juni in het Boijmans Van Beuningenmuseum in Rotterdam.

Het is altijd al moeilijk geweest. Maar zoals het de voorbije jaren gaat, is onmenselijk en onmogelijk.” Met een emotioneel persbericht kondigde de Vlaamse modeontwerper Christophe Coppens op 5 mei zijn faillissement aan.

Tien maanden later heeft hij zijn eerste tentoonstelling in Rotterdam geopend. “De installatie ‘Everything is local – Landscape 1’ is een soort capsule. De eerste zes maanden na de stopzetting zitten er veilig in opgeborgen. Na het faillissement was alles weg, en wat toch overbleef, heb ik verknipt en verplakt tot een landschap. De dag dat ik dit werk afmaakte, en alles door het Boijmans werd opgehaald, was mijn bestaan als modeontwerper echt afgesloten. De week nadien ben ik naar Los Angeles vertrokken. Het waren verschrikkelijke maanden, maanden van totale deconstructie.”

Hoe kwam dit project tot stand?

CHRISTOPHE COPPENS. “Op de dag dat we de stekker uit mijn activiteiten trokken, belde ik een aantal mensen om het nieuws zelf te vertellen. Een van hen was Han Nefkens, een Nederlandse kunstverzamelaar. De dag erop belde hij me terug omdat hij me een eerste opdracht als voltijdse kunstenaar wilde geven. Ik leerde Han kennen via een prijs die ik in 2008 kreeg van een van zijn organisaties, Fashion on the Edge.”

Was deze overstap moeilijk?

COPPENS. “Ik worstelde al lang met de dualiteit tussen kunstenaar en ontwerper, en had altijd al het gevoel dat ik meer wilde vertellen dan dat er van mij gevraagd werd. In deze maatschappij moet je in een vakje denken om succes te hebben of het wordt al gauw te ingewikkeld en dan haken mensen af. Werkte ik bijvoorbeeld voor het koningshuis, dan was ik niet cool genoeg. Wellicht is dit ook eigen aan het maken van accessoires. Je hebt een ondergeschikte rol aan de outfit en aan de ontwerpers ervan. Dat is een heel schizofrene rol. Bovendien had ik meer en meer het gevoel dat veel van wat ik te vertellen had niet paste in de behoefte van het product. Al die verhalen waren allemaal goed en wel, maar uiteindelijk moest ik de vrouw in de eerste plaats mooier maken, of haar tegen de kou beschermen. Op zich een mooi doel, maar voor mij was het niet langer voldoende.”

Zijn de verschillen tussen een ontwerper en een kunstenaar groot?

COPPENS. “Ik denk dat je als kunstenaar trager, stiller en kleiner werkt. Tenminste, dat is de kunst waar ik van hou. Net die aspecten vond ik ook het moeilijkste in de modewereld: het ritme, de harde economische context, de nooit stoppende machinerie van zelfpromotie. Nu is er weer ruimte om te denken. Met heel kleine stapjes probeer ik vanuit de totale deconstructie werk te maken. Het is voor mij de enig mogelijke voedingsbodem om echt te groeien als kunstenaar.”

Is verkoop voor een kunstenaar minder belangrijk?

COPPENS. “Natuurlijk moet ik leven en moet mijn werk verkopen. Maar ik wens mezelf een heel ander ritme toe. Maken, tonen en verkopen: naar dat eenvoudige proces streef ik nu. Tonen op het moment dat het werk werkelijk af is en niet omdat het fashionweek is. Al denk ik dat de kunstwereld minstens even hels kan zijn als de modewereld.”

Zijn er zaken die u anders wilt aanpakken?

COPPENS. “Ik heb 21 jaar heel hard geprobeerd om in de juiste winkels te liggen, in de juiste bladen te staan, met de juiste fotografen te werken, ervoor te zorgen dat de juiste mensen mijn werk droegen. Voorlopig weiger ik om in gelijk welk nieuw circuit te stappen. Ik wil een nieuwe taal ontwikkelen, rustig groeien en me concentreren op het werk zelf. Het is een ziekte van deze tijd om overal instant succes mee te willen hebben. Als het werk goed is, zullen de juiste mensen vanzelf op mijn pad komen.

“Ik wil ook minder verantwoordelijkheden: als werkgever ben je medeverantwoordelijk voor het geluk van je medewerkers. Ik heb het daar altijd zeer moeilijk mee gehad. Nu gaat het weer alleen om mezelf en mijn nabije omgeving. Dat is lang anders geweest, want ik ben mijn bedrijf gestart toen ik 21 was.”

Hoe kunnen we de hoedenontwerper Coppens in de kunstwerken herkennen?

COPPENS. “Ik bouw voort op werk dat ik altijd al gemaakt heb, maar waar ik niet noodzakelijk mee naar buiten kwam. Ik veronderstel dat er niet veel parallellen zijn, op het gebruik van bepaalde technieken na dan. En ook de naald en draad, die zullen altijd aanwezig zijn. In het begin van mijn nieuwe bestaan vond ik het vooral moeilijk dat ik mijn tools, mijn technieken en mijn vak kwijt was. Daarna ben ik koortsachtig op zoek gegaan naar mijn nieuwe taal, en wees ik alles af wat ik vroeger was en kon. Die nieuwe taal komt natuurlijk niet zomaar, daar is tijd voor nodig.”

Waarom vond u het nodig om België te verlaten?

COPPENS. “In Brussel was er geen enkele hoek of buurt waar geen herinnering aan vasthing. Verhuizen helpt om het verwerkingsproces sneller te doen gaan. Behalve vrienden en familie was er hier voor mij niets meer. Bovendien ben ik al 43, als ik een goed kunstenaar wil worden, heb ik geen tijd te verliezen.”

Waarom hebt u voor Los Angeles gekozen?

COPPENS. “Het was de VS of Japan. Tokyo is even in de running geweest, maar hoeveel ik ook van die stad hou, het is een zeer harde maatschappij. Ik had altijd ontzettend veel vooroordelen ten opzichte van LA, en dacht dat het een culturele woestijn was, met immense afstanden en rare mensen. Maar afgelopen zomer ben ik hier toevallig terechtgekomen op uitnodiging van vrienden. Ik ben onmiddellijk verliefd geworden op deze stad die vlakbij de bergen, de bossen, de zee en de woestijn ligt. Ik hou ook van de esthetiek, van de laagbouw en het gevoel van weidsheid. Om nog maar te zwijgen over het ongelooflijke licht. Ik kon wel wat licht en lichtheid gebruiken. De lichtheid en vriendelijkheid in de dagelijkse omgang komen mij goed uit nu. En de vage illusie van ‘The American Dream’, of wat ervan overblijft, eigenlijk ook.”

ELIEN HAENTJENS

“Als werkgever ben je medeverantwoordelijk voor het geluk van je medewerkers. Ik heb het daar altijd zeer moeilijk mee gehad. Nu gaat het weer enkel om mezelf en mijn nabije omgeving”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content