Morgen, wij ook Japanners

Uw bedrijf bulkt niet van de hightech ? En toch heeft u veel klanten en een mooie winst ? Pieker niet over uw tweederangs identiteit. Kennis is niet gelijk aan technologie en technologie is niet gelijk aan hightech en succes. Dr. Dany Jacobs bestudeert de ontwikkeling van de kenniseconomie al tien jaar.

Apeldoorn, (Nederland).

Jan Timmer, koosnaam de slager, is nog maar net verdwenen of de zoveelste chirurg formuleert beloften voor de klanten, de werknemers en de beleggers. Waarom begint het onverbeterlijke Philips onder marketeer Boonstra aan een nieuwe Gesundschrumpfung ? Daarom : de Nederlanders zweren bij kostenefficiëntie, zijn liever nabootser dan pionier, hebben minder innovatief zelfvertrouwen dan hun branie zou doen vermoeden. De antwoorden springen uit het nieuwste boek van dr. Dany Jacobs, Vlaams onderzoeker in Apeldoorn bij het Studiecentrum voor Technologie en Beleid van TNO (Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek).

Sony was in 1971 één tiende van Philips (1,7 tegen 17 miljard gulden omzet). Vandaag haalt het dwergje met 150.000 werknemers een omzet van 74 miljard gulden. Philips draait met 265.000 medewerkers 64 miljard gulden. Matsushita boekt met hetzelfde aantal werknemers dus 265.000 een omzet van 120 miljard gulden, het dubbele van Philips. De één-op-twee-verhouding tref je aan bij alle Japanse concurrenten van Philips. De Aziaten bezitten slimme fabrieken.

Volgens Dany Jacobs hebben Nederlanders de neiging om datgene te doen waarvan ze de Japanners verdenken : kopiëren en benchmarken. “Maar er is veel meer in Japan. De Japanners zijn arrogant, maar als ze leren van elders, is dat met de bedoeling om er iets origineels mee te doen, om iets nieuws te creëren. In Nederland kopieert men vooral. Ondernemingen in het Westen worden niet alleen Amerikaanser. Voor hun heil dienen ze ook Japanser te zijn.”

Handleiding.

Het mag de handleiding worden van de actie Innoverend Ondernemen in Vlaanderen. Dany Jacobs publiceert morgen Het kennisoffensief, met als ondertitel Slim concurreren in de kenniseconomie. “Ik ben blij om Innoverend Ondernemen, want die campagne gaat om meer dan techniek,” zegt Dany Jacobs. “De omslag van technologie naar het meer relevante en belangrijke begrip kennis hangt in de lucht. We spelen hier niet met woorden. Technologie en kennis zijn anders. Wie niet begint met dat verschil te onderkennen en daaruit besluiten trekt, komt nooit tot een ernstig groeibeleid. In het boek van Jo Cornu zit dezelfde filosofie. Als er één bedrijf technologiegedreven is, is het Alcatel. Zijn boek is dus een trendbreuk. Nederland heeft respect voor Lernout & Hauspie, die in hun sector intellectueel leiderschap hebben afgedwongen. Lernout & Hauspie maken gebruik van de Vlaamse talenknobbel om te differentiëren, niet om te imiteren. Als Nederland één groot tekort heeft, is het gebrek aan intellectueel leiderschap, volgens Hamel en Prahalad dé belangrijkse concurrentiefactor van de toekomst.”

Dany Jacobs schrijft niet over de informatiemaatschappij, maar over de kenniseconomie. Informatie is een leeg begrip, het gaat daarbij om hoeveelheid, om gebrek aan structuur, is zijn stelling. Kennis wijst op een hogere mate van verwerking en begrip, op stabiele interpretaties die de informatiestroom ordenen : “De kenniseconomie is een nieuw verschijnsel, steeds meer wordt kennis niet de op hol geslagen informatietrein de doorslaggevende factor. Kennis is smaller dan informatie, maar breder dan technologie. Het kennisoffensief bestaat er voor een groot deel in op te schuiven van kostenconcurrentie naar differentiatie, naar productie met hoge toegevoegde waarde.”

Directeur corporate industrial policy Hendrickx van Philips haalde in ’95 de fabriek voor LCD-schermen uit Hongkong terug naar Nederland. Hij is de bedenker van het begrip mentofacturing produceren met de hersenen in plaats van alleen maar met de handen. Mentofacturing is een noodzaak voor het Westen om zijn voorsprong te behouden. “Nederland en België zijn zich onvoldoende bewust van hun kracht op het vlak van deze mentofacturing,” poneert Dany Jacobs.

De toekomst is aan die mentofacturing : “De slimme fabriek is de kern. Zelfs bij een kostenstrategie moet je nog je hersenen gebruiken. De productiviteitsstijging door steeds harder te knijpen in de mensen kan niet doorgaan. Ik zag de doctoraatsstudie Facts and Factories van Philips-directeur Van Breukelen met een analyse van de productie in Europa en Azië. De sterkten van Azië zijn de slimme fabrieken, de mobilisatie van de hersenen van de medewerkers. Als wij die politiek zouden huldigen, maken we een grote sprong vooruit en overklassen we Azië, omdat onze totale kenniskwaliteit hoger ligt.”

Kennis en technologie worden steeds door mekaar gehaspeld in deze discussie. “Dat is een bijna geconditioneerde reflex omdat gedurende lange tijd van de Industriële Revolutie tot het tijdperk van de pure massaproductie de ontwikkeling ging naar een doorslaan van de technologie. De mensen werden een verlengstuk van de machine en de nieuwe producten vonden bijna automatisch een afzet. Hoe technischer echter de maatschappij wordt en dat is paradoxaal hoe belangrijker kennis over mensen en maatschappelijke verhoudingen wordt.”

In de kenniseconomie moeten dingen rijpen, jachtigheid is uit den boze. Dany Jacobs : “Ik volg het advies van Tom Peters de Peters van In Search of Excellence en neem vakantie, tweemaal één maand per jaar. In Patagonië begonnen de ideeën over de kennismaatschappij te zakken. Ik leef traag, gebruik het publiek vervoer en doe dat bewust.”

Waar ?

De technologiedistricten regio’s waarin historisch of door wijs beleid een kennisconcentratie plaatsvindt worden versterkt door de internationalisering. “Ik zie de Amerikaanse topeconoom Paul Krugman nog voor me met de kaart van de VS om te tonen waar de technology districts zich situeren. Hij deed dat niet om ze te ridiculiseren, integendeel. Binnen de wereldeconomie overleven en bloeien de eilanden van kennis,” stelt Dany Jacobs. “De Japanse oud-McKinseyiaan Kenichi Ohmae en The End of the Nation State bevestigt mijn intuïtie tegen grootschaligheid. In België, Vlaanderen en Nederland is de economie overzichtelijk. Wordt de dimensie groter, dan kunnen negatieve schaaleffecten optreden en vervalt men al snel in een beleid van national champions of lecolbertisme hightech.”

De kwieke verschuiving van competitieve voordelen van het ene technologiedistrict naar het andere of van het ene kennisdistrict naar het andere omwille van de dynamiek van de global economy, ziet Dany Jacobs niet zo snel gebeuren : “Van de zogenaamde pad-gedetermineerde ontwikkelingen kom je niet zo snel af. Die paden zijn gebaand door je traditie. De internationale baggeraars werden groot in de Delta van Rijn, Schelde en Maas. Die kerncompetenties blijven hier.”

Kenniseconomie en netwerkeconomie, de begrippen buitelen over mekaar in Jacobs analyse. Zitten de Vlamingen met hun familisme men werkt samen in de familie en wie buiten deze intieme perimeter staat, wordt slechts ongaarne met sleutelverantwoordelijkheden bedacht niet extra moeilijk in een netwerkende kenniseconomie ? Dany Jacobs : “In België zijn er meer netwerken dan in Nederland, in Nederland is het familisme effectief zwakker. Ik denk voor België aan Albert Frère, aan André Leysen, aan Etienne Davignon. In Nederland is het koeler, zakelijker en zal men sneller grootschalig en in concern gaan werken. De vrees voor de vreemde is zwakker. Zowel in Vlaanderen en Nederland is het voor de overgrote meerderheid van de kmo’s natuurlijk een radicale omslag van steunen op eigen sterkte alleen, naar steunen op eigen sterkte binnen hoogwaardige netwerken. Met die cultuuromslag zullen we nog wel een tijdje bezig zijn.”

De netwerkeconomie gaat niet zomaar gelijk op met meritocratie, de machtsverwerving door de talentvollen : “Er is een gevaar dat men terugvalt op de meer aristocratische geplogenheden van de old boys network. Het valt me steeds op hoeveel sigaren er worden gerookt en alleen daar als ik praat voor groepen van ondernemers. Dat is een uiterlijk en onderscheidend kenteken van clubbishness.”

“Kijkend naar de toekomst van Nederland en België en binnen België hoofdzakelijk Vlaanderen ,” mijmert Dany Jacobs, “kan ik niks beter verzinnen dan het begrip groene om de ecologische zingeving die we hier in acht nemen experimenterende kennisdelta. Door land te schrappen uit de omschrijving, vervagen de grenzen ook wat, hetgeen uitdrukking geeft aan het internationale, open karakter van de economie langs de grote rivieren. De vertakkingen naar Vlaanderen en West-Duitsland kunnen daarbij moeilijk onderschat worden.”

FRANS CROLS

“Het Kennisoffensief, Slim concurreren in de kenniseconomie,” Dr. Dany Jacobs, Uitgever Harry Schram, tel. 0031 (172)466765, 39,95 gulden.

DR. DANY JACOBS (TNO) België en dan voornamelijk Vlaanderen heeft er alle belang bij om samen met Nederland en delen van West-Duitsland een experimenterende kennisdelta te worden. Er zijn reeds aanzetten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content