Moderner besturen is een must

Bedrijven moeten de gefundeerde kritiek op hun beleid ter harte nemen, vindt Vlerickûprofessor Lutgart Van den Berghe. Transparantie en verantwoording vormen de basis van deugdelijk bestuur, en dus moet het Belgische bestuursarsenaal dringend worden gemoderniseerd.

Als we nu terugblikken op de hype en de toenmalige waardering van beursintroducties, is het ontwaken pijnlijk. En niet alleen voor wie intussen over de kop is gegaan. Jonge ondernemers en traditionele KMO’s zijn tot de schrikbarende vaststelling gekomen dat kapitaal- en kredietverschaffers zó’n trauma hebben opgelopen, dat het steeds moeilijker wordt om een betaalbare financiering te vinden.

Om die problematiek te counteren, heeft een werkgroep met onder meer de parlementsleden Aimé Desimpel (VLD) en Eric André (PRL) constructieve ideeën aangereikt. Naast een reeks fiscale en macro-economische voorstellen, zit daarin ook een pakket maatregelen rond corporate governance. Samen met het wetsontwerp over corporate governance zou België hierdoor een uitgebreid bestuursinstrumentarium moeten krijgen, waaruit ondernemingen vrijelijk kunnen kiezen. Hopelijk worden deze noodzakelijke correctiemechanismen in 2002 concreet.

Nieuwe sociale partners

Hoewel ook in de Anglo-Amerikaanse markten een omslag merkbaar is in het ongebreidelde geloof in aandeelhouderswaarde als de enige finale doelstelling van de onderneming, blijkt de Europese visie toch holistischer (geïntegreerde performantiemeting is daar een goed voorbeeld van). Zoals met elke fundamentele verandering zit die er soms lang aan te komen, maar blijft het toch steeds verbazen als er vanuit diverse horizonten signalen komen dat de ommezwaai effectief is ingezet. Dat is zo voor de economische cycli, de beurscycli, maar gaat wellicht evenzeer op voor de groeiende steun voor duurzaam ondernemen en het evenwichtige respect voor alle bij de onderneming betrokken belanghebbenden.

Gangmakers in dit debat zijn niet zozeer de klassieke sociale partners, noch de institutionele beleggers, maar veeleer een hele reeks van nieuwe sociale partners. Een groeiende groep mondige burgers vormt wereldwijd blok om te ijveren voor een andere vorm van ondernemen. Veel westerse burgers schrikken als ze zien dat de vele vruchten van economische groei en internationale handel ook een schaduwzijde kunnen hebben. Velen zijn het oneens met de oplossingen van de antiglobalisten of staan op zijn minst kritisch tegenover de haalbaarheid ervan. Toch is er, mede door de morele steun vanuit de media, een steeds groter draagvlak voor een echte dialoog met deze nieuwe sociale partners. Discussies over duurzaam ondernemen, sociaal verantwoord ondernemen en stakeholder-management krijgen daardoor niet alleen meer diepgang, maar ook een internationaal, zoniet globaal cachet.

In de zoektocht naar een nieuw evenwicht tussen ondernemings- en maatschappelijke belangen, zou het continentale Europese governance-model een bijzondere voortrekkersrol kunnen spelen. De uitbreiding van de Europese Unie in de richting van Centraal- en Oost-Europa zou een belangrijke testcase kunnen zijn voor dit Europese evenwichtsmodel.

Toch kijkt overdrijving ook hier om het hoekje, en dat in twee totaal tegenovergestelde richtingen. Enerzijds kunnen ondernemingen deze nieuwe maatschappelijke waarden als een mooie kapstok zien voor hun marketingacties of imagocampagnes. Voor zover alleen sprake is van oppervlakkige lippendienst, zonder inhoudelijke ondersteuning, zou de dag van de afrekening weleens abrupt en bitter kunnen overkomen.

Anderzijds moeten de verwachtingen ten aanzien van het bedrijfsleven ook realistisch blijven. Hoewel we serieuze inspanningen moeten leveren voor sociaal verantwoord ondernemerschap, mogen we niet in het andere uiterste vervallen en de ondernemingen als dé oplossing voor alle problemen van deze wereld naar voren schuiven. ” There is little point in blaming pigs for not being able to fly.” Het zou eveneens onterecht zijn om de hele wereld te willen besturen met de normen en waarden van de meest welvarende naties. Tussen het olympisch minimum en deze maximalistische benadering gaapt een brede kloof. Ondernemingen verplichten om de route van de maximalistische benadering te volgen, kan zowel voor de ondernemingen als voor de minder welvarende naties nefaste gevolgen hebben. Ten slotte mogen we ook niet uit het oog verliezen dat privé-ondernemingen alleen de belangen van hun stakeholders blijvend kunnen dienen als er voldoende spek op het bot zit. Je bouwt immers geen sociaal paradijs op een economisch kerkhof.

Kortom, bedrijven moeten de gefundeerde kritiek op hun wijze van ondernemen ter harte nemen en via een open dialoog met alle stakeholders naar verbeteringen zoeken. Alleen hierdoor zullen ze in staat zijn de maatschappelijke verwachtingen tot realistische proporties terug te brengen. Meer transparantie en verantwoording is wellicht de beste weg om de critici de wind uit de zeilen te nemen. Transparantie en verantwoording vormen de basis van deugdelijk bestuur. Om het referentiepunt te blijven, lijkt een uitbreiding in de richting van stakeholder-rapportering noodzakelijk. Ook om die reden is de modernisering van het Belgische bestuursarsenaal een must.

“Meer transparantie en verantwoording is de beste weg om de critici de wind uit de zeilen te nemen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content