Misschien had ik beter voor VTM gekozen, dacht ik soms”

Luc Van Milders verliet Carestel met stille trom in 2005, nadat hij de door hem uitgebouwde catering- en dienstengroep noodgedwongen mee had moeten ontmantelen. Vier jaar later is Van Milders, in een vroeger leven de grondlegger van de betaaltelevisiepionier FilmNet, actiever dan ooit tevoren. Als ervaringsdeskundige in het begeleiden van familiale ondernemers die in de rats zitten

Het gesprek wordt om de haverklap onderbroken door telefoontjes van een familiebedrijf dat zijn hand overspeeld heeft en van de bank, die pas onder strikte voorwaarden uitstel van betaling wil toekennen. Van Milders bemiddelt en adviseert, want bedrijven begeleiden bij kantelmomenten is zijn hoofdactiviteit, die hij samen met enkele partners heeft gegoten in het bedrijfje Consilio Partners. Zo’n kantelmoment kan ook een opvolgingsprobleem zijn of een overname of herstructurering of verkoop van verlieslatende activiteiten.

Ondanks de zenuwachtigheid aan de andere kant van de telefoonlijn voelt Van Milders zich in dit financiële pingpongspel als een vis in het water. Omdat hij gepokt en gemazeld is in het bedrijfsleven. “Dit kan je niet doen als je dertig of veertig bent. Je moet heel wat watertjes doorzwommen hebben en een stuk eigenwaarde en intuïtie verworven hebben”, zegt de 59-jarige Kempenaar, die vooral bekend is als voormalig CEO van de ter ziele gegane beursgenoteerde catering-, hotel- en hospitalitygroep Carestel. Van Milders haalt nu voordeel uit die teleurgang. “Zonder de problemen bij Carestel zou ik deze job niet even goed kunnen doen.”

Minder geweten is dat hij voordien een heel parcours had afgelegd in de financiële sector en de media. Zo stampte hij de betaalzender FilmNet, later bekend als Canal Plus, uit de grond en was hij even topkandidaat om VTM op te starten. Dat hij bij Carestel belandde, mag dan ook bijna als een half mirakel worden beschouwd. Het was niet zijn eigen vader Jean, de voormalige brouwer en ex-voorzitter van de voetbalclub AA Gent, die daarvoor heeft gezorgd, maar vooral diens intussen overleden broer Emile.

Drie weken in coma

“Ik moest op achtjarige leeftijd op internaat. Mijn vader was toen brouwer in Geel. Zo kwam ik in het Sint-Jan Berchmanscollege in Brussel. Dat was een cultuurschok maar ook een geborgen periode, want er werd goed gezorgd voor ons. En de jezuïe-ten voedden me op tot een zelfbewuste Vlaming.”

“We waren thuis zeer gepassioneerde ruiters. Maar toen ik twaalf was, had ik een zeer zwaar ongeval, waarbij ik een schedelbasisfractuur opliep. Ik lag meer dan drie weken in coma en was een tijdje verlamd aan de rechterzijde. Ik ben toen door het oog van de naald gekropen.”

“De dokter vond dat voldoende reden om mijn afkeuring voor legerdienst te vragen. Voor ze beslisten, werd ik twee weken in observatie gehouden. Ik werd bij de neurotische patiënten gestoken, óók een hele cultuurschok.” ( lacht)

“Na mijn afkeuring ben ik in 1975 in de maalstroom van de Amerikaanse financiële wereld terechtgekomen bij Peat Marwick, dat nu KPMG is. Daar leerde ik mensen kennen die mij in de accountancy en auditing hebben geïntroduceerd, zoals Jacques Putzeys (ex-Easdaq-topman, nvdr). Maar ik dacht ‘wat zit ik hier te doen?’ Het werd me wat te technisch en na een cursus in Parijs besloot ik dat accounting en auditing mijn ding niet was. Maar ik had wel gezien hoe het bedrijfsleven functioneerde. Toen een vriend vertrok bij JP Morgan Chase, wou ik daarnaartoe. Ik begon op dezelfde dag als Michel Tilmant. We zaten tegenover elkaar en deden hetzelfde, bedrijfsanalyses maken en rapporten schrijven.”

“Ik kwam dan in de VS terecht bij commodity finance, waar ik na het nodige vallen en opstaan werkte met de grote commodity traders. Door het embargo op de uitvoer van landbouwproducten naar de Sovjet-Unie werd Amerikaans graan een politiek wapen. Dat embargo vertoonde gaten in de havens van Rotterdam en Antwerpen. Die gaten waren ontzettend winstgevend en daarom werd ik naar Antwerpen gestuurd. Maar toen de situatie zich normaliseerde, was de fun er voor een groot stuk af.”

“Op zeker moment zat ik in de bar van het Hilton in Brussel naast iemand die dronken leek maar toch voldoende alert was om me zijn kaartje te geven. Het was Martin Lindskog, de grote baas van Esselte Video. Die wou met een pan-Europees project voor pay-tv starten. Ik was meteen gethrilled. Het was de start van het FilmNet-verhaal, en wat volgde was een cowboyleven van het ene continent naar het andere. FilmNet werd in 1992 verkocht aan Canal Plus, dat het later doorverkocht aan Telenet.”

“Intussen had ik de vraag gekregen van Jan Merckx en Rik De Nolf om VTM op te starten en te leiden. Ik was toen de enige Vlaming met ervaring in een privaat media-initiatief. Dat is uiteindelijk niet doorgegaan. Mijn naam lekte uit in de kranten en meteen kreeg ik telefoon van mijn oom Emile, die net als mijn vader 50 procent van Carestel controleerde. Onze visie over de toekomst van Carestel liep gelijk en ik was overtuigd dat ik er een verschil kon maken.”

Respect verdienen

“Ik was niet iemand die zich vlot in de familiale context terugvond. Ik zie mijn ouders graag, maar ik had nooit geleerd hoe ik met hen moest samenleven. Plots was er zes dagen op zeven continu interactie met mijn vader. In het begin was dat zeer moeilijk. Ik had toch een zeker gevoel voor eigenwaarde. Ik had per slot van rekening bij JP Morgan heel de Europese commoditybranche uitgebouwd en FilmNet opgestart en met winst laten draaien.”

“Ik dacht geregeld ‘ik blijf hier niet langer’. In de besluitvorming had mijn vader altijd het laatste woord. Maar dan begin je wapenfeiten te verzamelen. Je haalt op eigen initiatief een concessie binnen langs een autosnelweg, of je negotieert een deal met Holiday Inn, of je onderhandelt succesvol voor het cateringcontract voor luchthaven van Zaventem. En zo verdien je respect in het bedrijf, maar ook bij je eigen vader.”

“Het kwam wel eens bij me op dat ik misschien beter voor VTM had gekozen. Maar als je dan ziet hoe het is afgelopen met Carlo Gepts of Leo Neels (ex-directeurs-generaal van VTM), is het misschien maar goed dat ik niet in dat avontuur ben gestapt.”

“In 2003 nam Michel Van Hemele het dagelijkse bestuur bij Carestel over. Ik bleef bestuurder tot 2005. Omdat ik het had opgestart en het goed kende, vroeg Michel me om de problemen in Scandinavië (met wegrestauratie en een fabriek voor vacuümbereide gerechten, nvdr) op te lossen.”

“In een carrière maak je soms inschattingsfouten. De investering in Zweden was een brug te ver. Misschien was ze deels geïnspireerd door emoties. Kijk naar Fortis dat ABN Amro koopt. Ook daar zitten verpakte emoties in. Door heel die periode met FilmNet kende ik Zweden en zijn cultuur. Dus ik dacht… En dan kwamen we tot de conclusie dat het onbeheersbaar was in zo’n groot land met heel andere methodes van catering.”

Oplossingen zoeken

“Al het vorige is relevant voor wat ik vandaag doe. Russel Reynolds, de headhunter die zeer intensief samenwerkt met Fortis, heeft mij al die jaren gevolgd. Fortis wou meer betrokken geraken bij klanten wier bedrijf een kantelmoment kende. Het achterliggende idee was dat als de klant in moeilijke tijden hulp kreeg van Fortis, die klant ook aan Fortis zou denken als hij krediet of andere diensten nodig zou hebben. Fortis vroeg me daar midden 2005 een aparte entiteit voor op te richten, MeesPierson Governance Services, dat later werd omgedoopt tot Fortis Governance Advisory.”

“Op zeker ogenblik komen onverenigbaarheden naar boven. Als een opdrachtgever mij toefluistert dat hij zijn bedrijf wil verkopen of vraagt om een aandeelhoudersovereenkomst te schrijven, werd het heel moeilijk om Fortis daar buiten te houden. Dat werd zo beklemmend dat we niet meer behoorlijk konden functioneren. Ik heb dan in 2007 samen met twee collega’s Consilio gesticht. Ik ben een van de drie senior partners. De aandelen zijn gelijk verdeeld.”

“Oplossingen zoeken, mensen aantrekken… Er zijn heel wat parallellen tussen wat ik vroeger deed en nu. Veel van de mensen voor wie ik nu werk, zijn dertigers of veertigers die een bedrijf opgestart of gekocht hebben of het van hun ouders hebben overgenomen, maar die ervaring missen. Iemand die het allemaal heeft meegemaakt, met hen naar de banken gaat, samen presentaties geeft, kortom beschikbaar is, daar hebben ze veel meer aan dan aan een eenmalig advies van een consultant waar ze zich blauw aan betalen. Daarnaast probeer ik ook het verschil te maken voor ondernemers die al lang een bedrijf hebben als bestuurder of voorzitter van het directiecomité.”

“Ik denk niet dat ik zonder de problemen bij Carestel deze job even goed zou kunnen doen. Je werkt op basis van een amalgaam van goede en slechte ervaringen. Dat is niet alleen zo in het bedrijfsleven, maar ook in het gewone leven. Je intuïtie wordt er alleen maar beter van.”

Overroepen codes

“Bedrijfsleiders worden momenteel heel sterk op de proef gesteld. Er komt heel veel op hun nek terecht, en zelfs als het allemaal goed komt, gaat dat vaak gepaard met veel miserie en onzekerheden.”

“Die klanten liggen niet wakker van de code-Lippens en -Buysse, maar focussen op hun dagelijkse problemen. Ik wil meneer Buysse niet tegen zijn schenen stampen, maar in mijn werk heb ik nog nooit zijn code op tafel gelegd. En niemand die erom vraagt. Ik vind de code ook overroepen. Ze beveelt bedrijfsleiders aan om zich te omringen met mensen die hun deskundig advies kunnen geven. Maar ik voel wel dat er heel weinig oplossingen zijn voor die bedrijfsleider die dat wil doen. Ofwel komt die terecht bij een bedrijfsrevisor of bij iemand die analyses maakt van de rapporteringsystemen, of hij klopt aan bij een fiscalist voor vermogensplanning. Dan wordt misschien wel het vermogen en de opvolging geregeld, maar daarmee zijn de problemen in het bedrijf niet opgelost.”

“Politici hebben intussen allemaal de mond vol van steun aan ondernemingen en het vereenvoudigen van procedures. Maar de realiteit is dat een onderneming plots een brief krijgt van de kredietverzekeringsmaatschappij waaruit blijkt dat een groot deel van de klanten geschrapt is op de lijst van die kredietverzekeraar. Ik ken vele ondernemingen waar de helft van het cliënteel afgevoerd is. Ofwel verkoopt die ondernemer dan niet meer aan zijn klanten, en is hij ze kwijt. Ofwel levert hij wél, met het risico van insolvabiliteit. Er zijn nauwelijks politici of bankiers die daar iets aan doen. Men geeft waarborgen en kapitaalinjecties aan de banken en verzekeringsmaatschappijen. Waarom geen staatswaarborg voor zo’n kredietverzekeraar? Die steun zal meteen effect hebben op kmo’s en op iedereen die zaken doet.”

“Er is ook te veel liquiditeit uit de kmo-markt verdwenen, waardoor betalingen worden afgeremd. Bedrijven doen een beroep op banken om dat te overbruggen, maar die zeggen ‘sorry, maar we moeten wel waarborgen hebben want volgens de Basel II-normen mogen we maar zoveel leningen geven in die risicocategorie’. Heel de economische molen vertraagt daardoor enorm. Daar moet extra geld ingepompt worden en dat is opnieuw een rol die de overheid niet invult. Dat vertragingseffect is zo nefast dat een aantal bedrijven er gaat tussenuit vallen. Nu zijn er nog velen met vakantie, maar ik vrees voor september en oktober.”

Familiepatrimonium

“Ik ben ook actief in de hotelsector, een erfenis uit mijn Carestel-tijd. Toen ik daar begon, had Carestel geen enkel hotel. Ik vond hotels zo interessant dat ik me daar- in verdiepte. Toen Carestel zijn hotelafdeling verkocht in 2004, hadden we twaalf hotels in portefeuille. Ik nam me voor om er ooit weer actief in te worden.”

“Ik kreeg de kans in Gent het Holiday Inn UZ te kopen. Na de verbouwingen draait dat zoals gepland. Een tweede project is een luxehotel in Antwerpen dat aanleunt bij de Handelsbeurs die in haar oorspronkelijke glorie wordt hersteld. Breevast, de vastgoedmaatschappij van Frank Zweegers, is via het vastgoedfonds Mopro eigenaar. Wij zijn de exploitant en zorgen ervoor dat er heads in beds komen. Begin 2012 opent het hotel. Er zijn minstens tachtig kamers gepland.”

“Een derde project waar ik sinds kort in betrokken ben, is een hotel nabij de luchthaven van Schiphol. En we praten met Toerisme Vlaanderen en de Brusselse agglomeratie om in een gezamenlijk project een nieuwe generatie jeugdherbergen te openen.”

“Alles wat bij Carestel en voordien werd verdiend, zit in het familiepatrimonium. Dat beheren is ook een van mijn bezigheden. En voorts ben ik actief in enkele non-profitorganisaties. Giften en legaten zijn in zes maanden met 40 procent gedaald, en nu is er sprake van om de subsidies voor sociale initiatieven vanuit de Vlaamse regering te bevriezen. Ik stel mijn kennis ten dienste van deze organisaties die dat meer dan ooit nodig hebben.”

“Ik ben ondervoorzitter van een initiatief rond de Bond zonder Naam en Europees medestichter van de organisatie Beyond the Moon die zich focust op terminaal zieke kinderen. We proberen die kindjes en hun familie enkele dagen of een week op vakantie te sturen naar Disney World of Disneyland Parijs, waar ze verblijven in aangepaste kamers. Het is van oorsprong een Amerikaans initiatief, maar we zochten een Europees verlengstuk. Enkele ex-collega’s vroegen me om in het project te stappen. Een goede vriend had zijn zoon verloren aan leukemie, en dan denk je daarover na. We slagen erin om jaarlijks een veertigtal kindjes op vakantie te sturen.”

“Typisch voor onze familie is dat wij allemaal geschoold zijn in het ondernemerschap. Kijk naar mijn neef Bernard die met Flying Group een zeer ambitieus project leidt. Ik zie dat ook bij mijn kinderen. Daar zit duidelijk de spirit in om iets te realiseren. Alle kinderen in onze familie krijgen de kans een bedrijf op te starten of een initiatief uit te werken. We kunnen hen steunen met een bankwaarborg of kapitaal om hen aan te moedigen en de kans te geven iets op te bouwen in hun leven.”

Damse biotoop

“In Damme heb ik een biotoop gecre-eerd, waar ik een andere Luc Van Milders ben en waar ik mijn evenwicht vind. Ik heb er nooit mensen uitgenodigd. Ik heb in de jaren tachtig een gebied kunnen kopen waarop ik 120 bomen en 700 struiken heb geplant. Dat is nu een groene oase van elf hectare. De beplanting duurde vier jaar. Ik heb een diploma van kraanman behaald en zelf mijn vijver en de grachten uitgegraven. Er staat tarwe en gerst op en ik start met koolzaad. Daar kan ik mij opladen. Ik ben voldoende gewapend to read the signals, wanneer het te veel wordt. Dat is een kunst die ik geleerd heb.”

“Wat ik in Damme doe, is één grote hobby. Joggen is dat ook. Dat deed ik al in de VS en ben ik blijven onderhouden. Ik loop drie keer per week. Voor mij is dat noodzakelijk, om zuurstof op te doen en om stress en spanning kwijt te geraken. Meestal volstaat een half uur tot drie kwartier. ‘s Zaterdags is het wat langer, en leg ik zes à zeven kilometer af. Ik heb net mijn medische check-up gehad, en ik heb een prachtig recuperatievermogen volgens de dokter.”

“Drie jaar geleden heb ik een hond aangeschaft, een zwarte labrador. Een van mijn beste beslissingen. Buy a dog. Ik leefde gedisciplineerd, maar ik had geen reden om ‘s avonds naar huis te gaan. Dus werkte ik door en werden mijn vergaderingen almaar langer. Nu ik een hond heb, ben ik om halfacht thuis, want die hond wil buiten. En om vijf uur staat die voor mijn deur en ga ik ermee lopen of stappen.

“Thuis kook ik altijd mijn eigen potje. Het gamma is wat eentonig, maar gezond denk ik, én snel klaar. Ik heb een vast aankooppatroon zodat ik in het warenhuis in tien minuten al mijn inkopen doe. Het avondmaal is een hoogtepunt van mijn dag en daar neem ik tijd voor. Ik ga niet vaak weg ‘s avonds. Ik voel me niet aangesproken om alle recepties af te lopen. Ik heb daar ook de energie niet meer voor.”

“Ik ben net opa geworden dankzij mijn oudste zoon. Hij is 31, heeft net een huis gekocht en werkt voor 11.11.11. Mijn dochter van 29 heeft gewerkt als designer in de meubelbouw, maar houdt nu een sabbatical. Ook zij is single. We praten heel veel met elkaar. De jongste is 24 en net afgestudeerd als master in filosofie. Hij wil naar Zwitserland richting internationale politiek.”

Zingeving

“Mijn tweelingzus Bernadette (voormalig commercieel directeur bij de luchtvaartmaatschappij Sabena, nvdr) is ruim zes jaar geleden overleden. Vroeger was het feest op onze verjaardag. Nu is dat een dag die altijd bewolkt is.”

“Ik probeer gebeurtenissen altijd te plaatsen en de zin ervan in te zien. Zo ook het overlijden van Bernadette. Ik ben op mijn manier gelovig. Ik denk dat mensen die overleden zijn met mij verder leven en mee mijn leven helpen bepalen. Ik denk ook dat er ergens een goddelijk wezen is waarvan wij slechts een afstraling zijn en ook een ideaalbeeld waarnaar wij kunnen streven. Dat is ook een soort toevlucht, waar je à la limite ook mee kan praten.”

“Aan het eind van de dag probeer ik altijd de zin te vatten van wat ik die dag heb gedaan. En als het te negatief is, ligt het in mijn aard om daar iets aan te doen, om dat te doen kantelen. Mijn optimisme heb ik van mijn moeder meegekregen. Zij blijft steeds geloven in de goede afloop. Wat ik ook van haar heb, is mezelf kunnen wegcijferen. Ik ben niet belangrijk in het geheel. Ik besef dat ik slechts een schakel ben in het goed functioneren van wat mensen proberen te ondernemen. En ik wil na een heel moeilijke, drukke dag kunnen zeggen dat ik mijn bijdrage heb geleverd.”

Door Bert Lauwers/Fotografie Jelle Vermeersch

“Ik had nooit geleerd hoe ik met mijn ouders moest samenleven”

“Bedrijfsleiders worden momenteel heel sterk op de proef gesteld”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content