Minister Moerman pleit voor strikte toelatingscriteria

Voor Vlaams minister van Economie Fientje Moerman (VLD) staat het bestaansrecht van de wetenschapsparken niet ter discussie. Wetenschapsparken, zo stelt ze in haar beleidsnota, behoren immers tot de betere instrumenten om onderzoeksresultaten om te zetten in bedrijfsprojecten. Ook aan de werking en rol van onze wetenschapsparken dient nog weinig gesleuteld te worden, vindt ze:”Het systeem staat al jaren op poten en het werkt behoorlijk. We hebben daarom onze inspanningen geconcentreerd op de financiering van innovatieve bedrijven. De aanwezigheid van voldoende risicokapitaal is immers een basiscriterium voor de uitbouw van succesvolle wetenschapsparken.”

Toch is niet iedereen overtuigd van het nut van onze wetenschapsparken. Want is het met de huidige schaarste aan bedrijventerreinen opportuun om bedrijven te weigeren op een wetenschapspark vanwege hun beperkte innovatieve karakter? Minister Moerman: “Het is niet omdat er een tekort is aan bedrijventerreinen, dat je losser moet omspringen met de criteria voor wetenschapsparken. Wetenschapsparken worden zwaar gesubsidieerd, onder meer omdat de financiële return van investeringen in zulke terreinen lang op zich kan laten wachten. Versoepel je de toelatingscriteria, dan laat je fors gesubsidieerde terreinen innemen door bedrijven die daar eigenlijk niet thuishoren. En wat erger is: de innovatieve bedrijven – en met onze initiatieven om meer risicokapitaal te creëren, rekenen we erop dat hun aantal zal toenemen – zouden dan in de kou blijven staan. Het tekort aan bedrijventerreinen moet je oplossen door de creatie van een ijzeren voorraad bedrijventerreinen. Minister Dirk Van Mechelen (VLD) heeft daar trouwens al zware inspanningen voor geleverd.”

Gebrek aan transparantie bij de toekenning is een ander verwijt. “Ik durf niet te beweren dat er in het verleden geen betwistbare beslissingen zijn genomen. Maar er is vandaag wel degelijk controle. In de beheerscomités zit steeds een vertegenwoordiger van mij. Een wetenschapspark kan zijn statuut trouwens verliezen, zoals met Haasrode is gebeurd. En onder meer om de transparantie te verhogen, gaan we de wetenschapsparken binnenkort benchmarken.”

En dan is er nog de kritiek dat de middelen in Vlaanderen te veel versnipperd worden over te veel (en te kleine) parken. Kunnen we niet beter de krachten bundelen om een wetenschapspark uit te bouwen dat de vergelijking met Sophia Antipolis (Nice), Cambridge Science Park of Stanford Research Park kan doorstaan? De minister meent van niet. “Ik heb net Kista in Zweden bezocht, het wetenschapspark waar Ericsson gevestigd is. Eigenlijk is dat geen wetenschapspark, maar een wetenschapsstad. Dat is knap natuurlijk, maar voor een park op zo’n schaal heeft Vlaanderen de ruimte niet. We hebben overigens ook geen ICT-bedrijf van die omvang. Met onze beschikbare ruimte en de decentralisatie van het wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen, lijkt me de keuze voor verschillende wetenschapsparken verspreid over Vlaanderen, de juiste. Schaalgrootte is geen absolute voorwaarde om buitenlandse onderzoekscentra naar hier te halen. Kijk maar naar Ardoyen. Daar heeft bijvoorbeeld Bayer CropSience zich gevestigd. Zulke bedrijven weten echt wel waar ze moeten zijn. Belangrijker dan de schaal zijn de mensen, de kennis en de juiste contacten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content