METAALBEWERKING. De juiste gok ?

De Belg Jacques Somville investeert anderhalf miljoen dollar in kobaltextraktie voor de Zaïrese kopermaatschappij Gécamines. Het was dát of de deuren sluiten.

Locatie : Lubumbashi.

Reden tot juichen is er niet voor Jacques Somville, Belgisch industrieel in Zaïre. Immers, zijn staalgieterij Fondaf/Fonderies Africaines, één van de vier belangrijkste lokale onderaannemers van de Zaïrese kopermaatschappij Gécamines, heeft samen met haar drie “lotgenoten” naar schatting 20 miljoen dollar te goed van Gécamines. Maar Somville blijft wel optimistisch : terwijl de andere drie George Forrest International, Swanepoel (algemene bouwonderneming) en Mecelza (metaalbouw) kwasi stilliggen, kon Fondaf in 1994 met nog 500 werknemers, waaronder 7 Belgen, terugblikken op een omzet van enkele miljoenen dollar. En voor dit jaar rekent Jacques Somville op een verdubbeling van de omzet (in 1989 draaide zijn bedrijf met 1000 werknemers nog 20 miljoen dollar ; in 1993 viel de produktie op nul). Met technologie van enkele gespecializeerde Zuidafrikaanse ingenieursbureaus ontwikkelde Fondaf een naar eigen zeggen uniek en goedkoop procédé voor kobaltextraktie bij 1700 graden Celsius.

“Zoiets improvizeer je niet, ” zegt Jacques Somville. Zijn Zuidafrikaanse partners leggen zich al 21 jaar in diverse Afrikaanse landen toe op extraktie uit ertsafval van edele metalen als titanium, magnesium, vanadium. “We springen Gécamines bij om, inspelend op de hoge prijs, zoveel mogelijk kobalt te exporteren. Ons kontrakt is vijf jaar geldig. Langs Gécamines om bereiken we nieuwe klanten in o.a. België, Duitsland en Japan. ” Het puren van kobaltresidu’s uit afvalbergen biedt soelaas op de korte termijn, in afwachting dat de klassieke mijnbouwaktiviteit hervat kan worden (zie Trends van 12 december). “Het duurt jaren eer de mijnreus zijn vroegere produktiekapaciteit terugvindt. Intussen hebben wij er een interessante niche bij, ” luidt de onderliggende motivatie.

WISSELSTUKKEN.

Veel alternatieven waren er niet : het was óf zich wagen aan deze gespecializeerde techniek van kobaltwinning, óf met gesloten deuren betere tijden afwachten. Dit jaar wil Jacques Somville de kobaltproduktie van Fondaf verdubbelen. Hij investeert daarom anderhalf miljoen dollar in nieuwe smeltovens (arc furnace). Bovendien heeft hij goede vooruitzichten voor de basisaktiviteit van zijn staalgieterij : “Gécamines heeft in de huidige opstartfaze al duizenden wisselstukken nodig. In het verleden waren wij één van de belangrijkste toeleveranciers. Momenteel zijn we de enige. ” In de periode ’89-’91 vervaardigde Fondaf voor de kopermaatschappij zo’n 50.000 machine-onderdelen. “Dat aantal viel in 1993 helemaal terug tot nul, in ’94 klommen we naar 5000, of zo’n 10 % van wat we voordien deden, en dit jaar gaan we naar 25 %, ” klinkt het opgetogen.

De tweede basisaktiviteit van zijn onderneming (100 % familiaal kapitaal) stemt minder optimistisch : in 1988 kocht Somville in Waals-Brabant de draadwalserij Henricot voor betonijzer en koperdraad. De computergestuurde draadwalserij (1500 ton aan machines en een investering van “enkele honderden miljoenen Belgische franken”) werd datzelfde jaar in Lubumbashi heropgebouwd. “Met een jaarkapaciteit van 30.000 ton kunnen we Katanga en omstreken bedienen, ” grinnikt Somville, “maar een plotse opflakkering van de bouw zit er niet in. ” De ultramoderne fabriek ligt er nu verlaten bij. Veiligheidshalve werd de geïnformatizeerde procesbesturing met ijzeren spoorbalken gebarrikadeerd.

Op mirakuleuze wijze bleef de imposante glazen gevel van de kantoren van Fondaf ongedeerd tijdens de plunderingen van oktober ’92. Ook de metaalgieterij en de draadwalserij overleefden het oproer. Ze staan in schril kontrast met de tot industriële archeologie gereduceerde fabrieken rondom. Bij Fondaf zit je als het ware op een andere planeet : een blinkende marmeren gang met fraaie Afrikaanse maskers bekleed, leidt naar een ruim, stijlvol bureau, opgefleurd met kunstwerken.

Fondaf werd 50 jaar geleden uit de grond gestampt door de vader van Jacques Somville. In 1953 kwam het bedrijf in handen van de Groep Brussel Lambert, maar Jacques wist tijdens de voorbije 20 jaar alle aandelen terug te kopen. “De povere winstmarges in de Europese staalsektor zijn niet te vergelijken met wat wij hier realizeerden, ” laat hij zich ontvallen. Of die goeie tijd nog terugkomt ? “Het potentieel is er. “

Jacques Somville is ook advizeur van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel. Het zijn echter geen Belgen maar wel Zuidafrikanen die hij (vanuit zijn villa in Johannesburg, waar hij woont) warm maakt voor zakendoen in Zaïre. En daartoe helpen alle middelen : zo liet hij bijvoorbeeld een ploeg Zuidafrikaanse managers in zijn privé-jet overvliegen voor een partijtje golf in Lubumbashi.

E.B.

JACQUES SOMVILLE (FONDAF) De overlevingsstrategie van dit Belgische toeleveringsbedrijf van Gécamines blijkt te werken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content