Met pilotenschool van de hel naar de hemel

De vliegschool Ben-Air Flight Academy vernieuwt zijn vloot met vier lestoestellen. “Dit is een gigantisch uit de hand gelopen hobby,” lacht gedelegeerd bestuurder Marc Kegelaers.

Ook voor Marc Kegelaers gaat het gezegde op: investeer in een sector wanneer die op zijn dieptepunt belandt. De gedelegeerd bestuurder stapte in de luchtvaart, luttele weken na de mokerslagen van 11 september 2001.

“Ik was zeker van het herstel van de luchtvaart. Dit is een sector die blijft groeien. Bovendien kan je vijf jaar vooruitkijken. Het is een activiteit met een voorspelbare omzet en een al even voorspelbare cashflow.”

De 40-jarige Kegelaers was tot 2001 actief in de telecommunicatiesector. Daar hield hij het voor bekeken. De hobbypiloot maakte van zijn favoriete tijdverdrijf zijn beroep. Samen met drie andere personen werd hij aandeelhouder van de NV Ben-Air Flight Academy (BAFA). De pilotenschool is de tweede grootste van het land, na Sabena Flight Academy. Beide scholen werken overigens samen, bijvoorbeeld bij het lesgeven aan de simulator.

Hoe verder, hoe rijker

De luchtvaart draait weer op volle toeren. BAFA kreeg bij de start van het academiejaar, in september, 42 nieuwe leerlingen – meer dan een verdubbeling in vergelijking met het voorgaande schooljaar. 86 leerlingen, prille twintigers, volgen vandaag een opleiding tot beroepspiloot; voor de prijs van 69.000 euro. Het zijn hoofdzakelijk Belgen, met daarnaast drie Nederlanders. BAFA werkt ook samen met de Katholieke Hogeschool Brugge Oostende. “De markt voor opleidingen is gigantisch groot,” promoot een zelfbewuste Marc Kegelaers. “De groeimarkten zijn de budgetmaatschappijen en de privéjets. Aan de ene kant heb je de vele reizigers die goedkoop willen vliegen. Aan de andere kant van het spectrum heb je de zakenman die een maatvlucht wil. Zijn bedrijf koopt een abonnement met een aantal vlieguren per jaar bij een privéjetluchtvaartmaatschappij.”

BAFA neemt morgen, 23 maart, vier nieuwe lestoestellen in gebruik. Het betekent een investering van 800.000 euro, die over een periode van zes jaar wordt gefinancierd.

Eén vliegtuig voor de commerciële luchtvaart geeft werk aan tien piloten. De toestellen moeten immers zoveel mogelijk de lucht in, want vliegtuigen aan de grond houden kost geld. Piloten moeten bovendien geregeld op training. De meeste afgestudeerden kunnen in België aan het werk. Dat was na het faillissement van Sabena even anders, met een diaspora van het legertje Belgische piloten als gevolg. “Een startende lijnvluchtpiloot verdient 2000 tot 4000 euro netto in eigen land. Maar je krijgt een doorschuifeffect. De ervaren piloten trekken oostwaarts. Want hoe meer naar het Verre Oosten, hoe beter je wordt betaald. Een gezagvoerder van een Boeing 777 verdient bij een Chinese luchtvaartmaatschappij 8000 euro netto per maand.”

Naast de échte beroepspiloten, wordt vijf procent van de omzet gerealiseerd via lespakketten voor hobbyvliegers. BAFA kocht de rechten op een lespakket, dat door 92 privépiloten van diverse vliegclubs in Vlaanderen wordt gebruikt.

Wolfgang Riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content