Met dank aan de elektronica

Hebt u een auto met wat sportieve aspiraties, dan kunt u er op de openbare weg niet op een verantwoorde manier meer de limieten van opzoeken. Dat kan wel op een racecircuit. Dat doen dan ook veel eigenaars van de sportiefste versies van BMW die beginnen met de ‘M’ van ‘motorsport’, tijdens trackdays, wanneer gewone burgers op het asfalt van een circuit mogen scheuren. Wij voelden zo de M3 en M4 aan de tand op het circuit van Francorchamps.

Dat circuit is niet alleen snel, er zit ook wat venijn in. Temeer omdat de nieuwe M-broertjes met hun motor vooraan en meer dan 500 paarden (in de Competition-versie) op de achterwielen niet het optimale profiel hebben om een circuit te bedwingen. De optionele vierwielaandrijving was niet aangestipt op onze testwagen. Carbon-keramische remmen wel, wat snel een zegen zou blijken. Als je herhaaldelijk flink in de ankers moet, is de uithouding ervan uitzonderlijk.

Wie de M-versies van BMW kent, kan zich nauwelijks voorstellen dat de M3 nog vatbaar was voor meer verbetering dan hier en daar wat verfijning. En toch merk je in extreme omstandigheden aan kleine dingen dat het model alweer performanter is geworden. Zo is de structuur een stuk stijver, waardoor de auto scherper instuurt. De voorwielen lijken over sporen te rijden, iets wat bij achterwielaandrijvers helemaal niet vanzelfsprekend is.

Ook merkbaar verfijnd is de elektronica. Je kunt 510 paarden onder je rechtervoet hebben, maar tenzij je achternaam Hamilton is, wil je dat niet allemaal zelf doseren. Daar heb je elektronica voor nodig. Daarin overtuigen de nieuwe M3 en M4 misschien wel het meest. Ze maken die vermogenslawine niet alleen beheersbaar, maar ook leuk. Dat is moeilijker dan het klinkt, want een sportieve bestuurder wil wel dat de elektronica hem aan het handje houdt, maar hij wil dat niet merken. De Duitse ingenieurs kregen dat voor elkaar door onder meer het motorkoppel per achterwiel aan te sturen, en de remmen discreet individueel aan te sturen. Daarmee gaan de nieuwe M3 en M4 (tweedeurs) precies de richting uit die je wilt en voelt het alsof je dat allemaal zelf gedaan hebt.

Deze machines flatteren je onwillekeurig als bestuurder. En daar kunnen we mee leven.

BMW M3/M4

Motor (M3 Competition Sedan): 6-cilinder in lijn, biturbo, 2993 cc, 510 pk, 650 Nm

Prestaties:

Top: 250 km/u – 290 km/u met M Drivers Package

0-100 km/u: 3,9 sec

Norm (openbare weg): 10,2 l/ 100 km

CO2: 234 gr/km

Testverbruik (circuit): 30+ liter (en zeker één set banden per dag)

Prijs: 91.950 euro

+ Prestaties op circuit

– Controversieel

3 X BMW M3/M4

1. BMW bouwde een M3 van elke generatie van de 3-Reeks sinds de introductie in 1986. Van meet af aan had hij een zescilinder-lijnmotor, maar hij maakte in de zoektocht naar immer meer vermogen tussen 2007 en 2013 wel een uitstapje naar een V8. Turbo’s compenseren tegenwoordig de kleinere cilinderinhoud. De M3 was er ook altijd al in verschillende koetswerkvormen. De M3 Coupé (en Cabrio) werd uiteindelijk de M4. Een zuivere marketingingreep. De M4 is nog altijd gewoon de coupéversie van de M3.

2. Controverse: nogal wat BMW-liefhebbers zagen de almaar groter wordende grillen van de gewone modellen al met lede ogen aan. Nu ging BMW nog een hele stap verder. ‘Doodskisten’ of ‘bevertanden’ worden die radiatorroosters op het internet al genoemd. Maar in Duitsland willen ze niet van wijken weten. De nieuwe BMW M3/M4 moet opvallen. En dat doet hij ook.

3. Nogal wat van die snelle BMW’s kunnen betere remmen verdragen. Toch als je ze vergelijkt met pakweg Porsche, dat standaard altijd vlijmscherpe bijters heeft. De optionele carbon-keramische remmen rijden de kloof nu wel flink dicht. Ze zijn ook nog beter voor het weggedrag en het comfort, omdat ze minder dan de helft wegen van conventionele stalen schijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content