‘MENSEN GELOVEN FOTOGRAFEN NIET MEER’

CARL DE KEYZER "De puristen zullen zeggen dat ik oud en laks word." © JELLE VERMEERSCH

Dat zijn werk na zijn dood eeuwig blijft voortbestaan, hoopt Carl De Keyzer niet langer. Daarom deelt de Magnumfotograaf oudere beelden gratis online. Met het risico dat ze plots opduiken op de website van de Ku Klux Klan.

De natuur is de nieuwe vijand. Fotograaf Carl De Keyzer (59) merkt het tijdens zijn reizen, en de ganzen aan zijn voordeur lijken het met hun dreigende blikken te bevestigen. “In zo’n kleine groep vallen ze niet aan”, sust De Keyzer. “Al hebben ze me wel al in de kuit gebeten. Behoorlijk pijnlijk.” Hij vertelt graag over de dieren op het erf. “Tja, mijn moeder kwam uit een boerenfamilie en dumpte me elke zomervakantie op de boerderij. Dat was nodig, want ik was een onhoudbaar kind. Ik moest op de boerderij mijn energie kwijt. Nu ligt mijn efficiëntiepeil veel hoger.”

Zeg dat wel. In de tijdspanne van één jaar brengt De Keyzer, een lid van het prestigieuze fotoagentschap Magnum, liefst drie fotoboeken uit. Zonet verscheen het nummer twee, Higher Ground. Het werpt een blik op hoe de toekomst er kan uitzien als de natuur haar rol als vijand opneemt en het land overspoelt. “Mijn werk ging altijd al over systemen in verval. Zodra je ouder wordt en beseft dat je misschien nog maar tien jaar te gaan hebt, zoek je naar wat nog ontbreekt. Dan werk je eigenlijk je bucketlist af. Aangezien de natuur ondertussen in verval is geraakt, krijgt die nog een plek in het oeuvre.”

Toch is het voor De Keyzer niet per se gemakkelijker dan vroeger om dat verval vast te leggen. Soms is het zelfs een week wachten op het juiste shot. “Het eerste geslaagde beeld van een nieuw project is daarom altijd een verlossing. Bovendien kom je na een carrière van zoveel jaar toch aan een plafond. Door nog harder te werken en nog meer ambitie te tonen kun je dat misschien nog doorbreken. Al moet je op een gegeven moment ook kunnen toegeven dat het niet beter meer wordt. In het beste geval kan ik mijn niveau aanhouden. Maar de grote openbaringen? Die zullen wellicht niet meer komen. Al weet je maar nooit.”

Bent u dan nu minder kritisch voor uw werk?

CARL DE KEYZER.“Misschien wel, want het valt me ook op dat er almaar meer foto’s in mijn boeken verschijnen. Vroeger koos ik altijd 75 beelden, omdat dat het aantal was dat mijn grote voorbeelden ook publiceerden (lacht). In mijn nieuwe werk staan gemiddeld 150 foto’s, twee keer zoveel dus. Terwijl er waarschijnlijk maar 30 daarvan echt geslaagd zijn. De grote puristen zullen daarom zeggen dat ik oud en laks word, maar ik voel me er goed bij. Al weet ik ook wel dat niet elk beeld een meesterwerk is. Op een vinylplaat staan vaak ook maar twee goede nummers, maar mensen zitten toch op dat nieuwe werk te wachten. Zie het dus een beetje als een toegift aan het publiek bij het afronden van mijn carrière.

“Voor mij is het natuurlijk ook gemakkelijker, want 85.000 foto’s van een project reduceren tot een selectie van 75 is een helse taak. Dankzij de technologische evoluties gaat het nu allemaal wel veel sneller. Tegelijk worden fotografen toch ook belaagd door de technologische ontwikkelingen. Mensen stelen bijvoorbeeld voortdurend mijn foto’s.”

Stelen? U geeft ze gratis weg op uw website.

DE KEYZER. “Dat klopt, en dat vind ik ook nog altijd een goed idee. Zo bereik je een groter publiek dan wanneer je al je foto’s beschermt en iedereen 100 euro per stuk laat betalen. Alleen duiken mijn beelden almaar vaker op op websites waarop ik ze liever niet zie, zoals die van de Ku Klux Klan. In Rusland worden mijn oude foto’s van de Sovjet-Unie dan weer misbruikt om nostalgisch terug te blikken op het grote rijk. Dat is gedeeltelijk mijn schuld, maar ik blijf kiezen voor openheid. Wie mijn product en mijn boeken kent, beseft wel dat ik een veeleer kritische en progressieve kijk op de wereld heb.”

Er vertrok dus nog geen horde advocaten richting Rusland?

DE KEYZER. “Magnum werkt wel samen met bedrijven die opzoeken waar onze beelden worden gepubliceerd en daarvoor facturen uitsturen. Wie onze foto’s gebruikt voor een onethisch doel, krijgt bovendien een hogere factuur gepresenteerd. Maar het is een verloren strijd, want die organisaties betalen gewoon niet en voor je het weet, zijn ze alweer verdwenen of werken ze voort onder een andere naam. Je kunt er dus weinig tegen beginnen.

“Zelfs al zou ik mijn werk digitaal beter beschermen, dan kunnen mensen nog altijd perfect een grote print maken op basis van mijn boeken. Ik ken mensen die op die manier een foto van mij in huis haalden. Ik bedankte hen eerst omdat ze een werk van mij hadden en vroeg hen dan waar ze het hadden gekocht. Toen bleef het stil (lacht).”

Zorgt dat alles voor een bedrukte sfeer op de jaarvergadering van Magnum?

DE KEYZER. “Magnum maakte bijna nooit winst. Ook dit jaar weer klonk het dat het kantoor in Parijs opnieuw zoveel verlies maakte en dat het in New York niet anders was. De vraag is wat we daaraan kunnen doen. Het voordeel is natuurlijk dat alle aangesloten fotografen mede-eigenaars zijn en dus kunnen beslissen om niets aan te rekenen. Zo kan het agentschap voortwerken, maar Magnum heeft daardoor veel schulden bij alle fotografen.”

Is dat de reden dat u lange tijd niet meer voor het agentschap werkte?

DE KEYZER. “Het is een van de redenen dat ik zes jaar geen opdrachten heb gedaan voor Magnum. Ik kreeg er gewoon niets meer los. Daarnaast vond ik dat ze er mijn projecten een beetje negeerden. Als je niet voortdurend in Londen en Parijs bent om de stafleden bij de kraag te grijpen, vergeten ze je gemakkelijk. Ik ben er niet de persoon naar om mensen er dan toch toe te dwingen met mij samen te werken. Ik denk op zo’n moment liever dat ik het allemaal wel zelf kan. Dat is natuurlijk niet zo. Voor je het weet, ben ik dan kwaad en gefrustreerd, en vind ik dat ze allemaal de pot op kunnen (lacht).

“Sinds twee jaar loopt de samenwerking met Magnum opnieuw beter. Het agentschap is omgevormd tot een wereldwijd bedrijf, met een CEO en CFO. Er is ook één contentmanager in plaats van de lokale directeuren. Dat moet, want magazines en websites eisen tegenwoordig vaak wereldwijde exclusiviteit.”

Zijn de prijzen daar dan ook naar?

DE KEYZER. “Nee, die zijn helemaal gekelderd, maar de nieuwe structuur van Magnum is wel meer kostenbesparend. We produceren nu ook vaker onze eigen verhalen, om niet afhankelijk te zijn van de markt. De omzet stijgt daardoor alvast, maar ik houd me eigenlijk liever bezig met de inhoud dan met de cijfers. Deze week ga ik bijvoorbeeld op Magnum Retreat. We huren een volledig hotel af in Deauville om met collega’s over het vak te praten en onze nieuwe projecten te tonen. Dat ligt heel gevoelig, want de fotografen hebben allemaal een groot artistiek ego. Behalve ik, uiteraard (lacht). Er wordt daarom nooit rechtstreeks gezegd wat iemand echt van een werk vindt.”

Wat heeft een mens daar dan aan?

DE KEYZER. “Je ziet waar iedereen mee bezig is, maar ik moet toegeven dat ik een beetje aarzel om nieuw werk te tonen. Na een van die bijeenkomsten is een collega met een idee van mij aan de haal gegaan. Ik vind dat zo jammer dat ik al besliste niet meer zo snel bevriend te worden met andere fotografen. Vroeger was dat minder een probleem, omdat je als fotograaf gebeiteld zat als je virtuoze beelden of technische hoogstandjes kon afleveren. Maar mensen geloven de fotograaf niet meer. Ze denken snel dat je een beeld hebt samengesteld met Photoshop. Daardoor is de waardering voor fotografie ook lager. Tegelijk valt echte kwaliteit wel meer op.

“Je bent als fotograaf veel meer afhankelijk van je concept en je onderwerp, en die zijn makkelijker te kopiëren. Soms gebeurt dat ook toevallig, maar de gevolgen zijn even groot. De Zuid-Afrikaanse fotograaf Guy Tillim en ik werkten bijvoorbeeld samen aan een soortgelijk project over Congo, zonder het van elkaar te weten. Zijn boek en expo kwamen uit voor die van mij, waardoor de locaties waar ik wilde exposeren niet langer geïnteresseerd waren. Gelukkig werd Congo (Belge) een gigantisch succes in België, maar in het buitenland was het dood.”

Ook toen u een app wilde lanceren, werd u door een collega in snelheid gepakt. Is dat de reden dat we uw werk niet langer vinden in de App Store?

DE KEYZER. “Die app was een mooi idee waar ik veel in heb geïnvesteerd. 16.000 euro kostte het me om het fotoboek Zona om te vormen tot een app vol extra’s. Ik dacht dat ik wel uit de kosten zou komen. Kopers kregen tenslotte drie keer meer voor hun geld, terwijl de app tien keer minder kostte dan het boek. De kwaliteit van beelden is op iPad ook beter, dankzij het verlichte scherm. De eerste dag na de lancering stond de app op één bij iTunes België. Er waren 250 exemplaren verkocht, tegen 6 euro per download. Een week later was de euforie voorbij. Uiteindelijk heb ik de verkoopprijs gehalveerd. Na twee jaar ben ik gestrand op een verkoop van 8000 euro.

“Zo’n app bleek dus toch niet de ideale oplossing. Heel bizar, want mensen betalen wel gauw 50 euro voor een boek. Dat kun je natuurlijk op je tafel leggen, dat geeft cachet. Jammer, want ik wilde er niet per se geld aan verdienen. Ik wilde vooral dat mensen, scholen en bibliotheken ook makkelijk mijn ouder werk konden aanschaffen. Dan was de kans groter dat mijn werk eeuwig bleef voortbestaan.”

Vindt u dat belangrijk?

DE KEYZER. “Goh, ik maak me geen illusies, hoor. Als ik volgend jaar sterf, zal de een of andere gekke curator misschien nog een retrospectieve organiseren, maar na twee jaar zal die ook afgerond zijn. Ik weet hoe lastig het nu al is om te kunnen exposeren op een mooie plek. Waarom zou het dan vlotter verlopen als ik er niet meer ben? Ik zie hetzelfde gebeuren nadat collega’s overleden zijn. Hun families zitten mee aan tafel tijdens vergaderingen. Ik zal misschien ook het geluk hebben dat mijn kinderen en kleinkinderen voor mijn werk zorgen, maar ik reken daar niet op. Ik verwacht dat ook niet. En dan ben je binnen het halfjaar vergeten.

“Stel dat je 85 wordt, dan lig je aan het einde van je leven misschien al niet meer zo goed in de markt. Het is al een hele opgave op je zestigste nog mee te draaien. Toen de eerste ideeën voor nieuwe boeken in mijn hoofd opdoken, dacht ik daarom eerst: laat het maar aan de jeugd over, ik heb al genoeg bewezen. Daarna heb ik mezelf op bijna zestigjarige leeftijd toch een beetje overtroffen, al zeg ik het zelf. Vroeger had ik tussen drie en vijftien jaar tijd nodig om evenveel projecten af te werken. Misschien is het de dood die nadert. Dat is vaak zo, hè.”

De dood die nadert? U bent 59.

DE KEYZER. “Ik sta er toch al bij stil, want sommige collega’s en vrienden van mijn leeftijd zijn al overleden. Moet ik nu echt nog eens drie boeken maken voor ik doodga? Ik vroeg het mij af. Welk verschil zal dat maken? Op een bepaald moment ga je toch opnieuw aan de slag omdat te veel mooie projecten gewoon in de lade liggen.”

Een van die projecten is een vinylplaat, die u voor uw 65ste wilt maken. Komt die er?

DE KEYZER. “Je ziet: alles staat klaar (wijst naar zijn grote verzameling synthesizers). Alleen kan ik geen noot piano spelen en weet ik met moeite hoe die dingen werken. Een paar maanden lang volgde ik wel avondles, maar ik moest snel toegeven dat ik geen gevoel en gehoor voor muziek heb. Ik vrees dus dat het geen fantastische plaat wordt.”

Er moeten maar twee goede nummers op staan.

DE KEYZER. “Dat is ook waar, en je kunt zo’n vinylplaat eigenlijk vrij makkelijk laten maken in Tsjechië. Ze zal er dus wel komen, al worden er misschien maar vijftien exemplaren van verkocht.”

Carl De Keyzer, Higher Ground, Lannoo, 240 blz., 60 euro

SJOUKJE SMEDTS, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH

“Als fotograaf ben je veel meer afhankelijk van je concept en je onderwerp, en die zijn makkelijker te kopiëren”

“Misschien word ik efficiënter omdat de dood nadert”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content