Meesters in tomaten

De Verenigde Naties hebben 2014 uitgeroepen tot het internationaal jaar van de familiale landbouw. Dat zoiets geen synoniem is voor kleinschaligheid, bewijst de familie Vlaemynck, die vorig jaar met Tomato Masters een hypermodern tomatenbedrijf van meer dan 10 hectare uit de grond stampte.

Onbemande karretjes met daarop telkens 300 kilo vers geplukte tomaten rijden automatisch van de gigantische serres naar de verpakkingsafdeling van Tomato Masters. Dankzij dit moderne transportmiddel realiseert het nieuwe tomatenbedrijf op de grens tussen Deinze en Kruishoutem een belangrijke tijdsbesparing. En de werknemers zijn blij dat ze niet meer met loodzware karren moeten zeulen.

Tomato Masters is niet alleen indrukwekkend door de enorme oppervlakte aan serres, maar ook door de gebruikte technologie. Een van de blikvangers is de WKK-centrale (warmtekrachtkoppeling) met een vermogen van 7,5 megawatt. “Het is een kleine elektriciteitscentrale met aardgas als brandstof die 45 procent elektrische en 55 procent thermische energie oplevert. Aan het einde van de rit hebben we dus geen verlies”, legt gedelegeerd bestuurder Johan Vlaemynck uit.

Duurzaamheid staat hoog in het vaandel bij Tomato Masters. Het probeert de tomatenplanten te beschermen tegen de witte vlieg, spint en rupsen door natuurlijke vijanden zoals wespen en kwikstaartjes in te zetten. “Onze uitdaging voor 2014 is 100 procent pesticidevrij te zijn. Dit jaar hebben we eenmaal moeten corrigeren met zachte, chemische middelen”, vertelt Vlaemynck.

Protest van surfers

Het nieuwe tomatenbedrijf is sinds begin dit jaar operationeel, maar de kiemen van het project werden al veel vroeger gelegd. Het verhaal begint bij de Vlaamse Landmaatschappij, die in het Gentse een stuk landbouwgrond had verkocht om er bos van te maken. Dat moest gecompenseerd worden en daarom legde het agentschap in 2001 de hand op een melkveebedrijf van 36 hectare in Deinze. Het perceel kreeg een nieuwe bestemming en werd de eerste erkende glastuinbouwzone in Vlaanderen.

De Vlaamse Landmaatschappij legde enkele belangrijke voorwaarden (technologie, duurzaamheid, samenwerking) op aan de geïnteresseerde kopers. Begin 2012 kocht de familie Vlaemynck het perceel om er te starten met het nieuwe project. “Aanvankelijk kwam er heel wat tegenkanting”, zegt Johan Vlaemynck. “Zo hadden de lokale besturen van Kruishoutem en Deinze schrik dat het open landschap zou verdwijnen. Zelfs de surfers die op een nabijgelegen plas hun hobby beoefenen, protesteerden omdat ze vreesden dat onze serres de wind zouden wegnemen. Bij het begin van de grondwerken hebben we alle buren uitgenodigd voor een informatiesessie en daarna is alle protest geluwd.”

In enkele maanden verrezen de indrukwekkende serres op een oppervlakte van 10,6 hectare. Op termijn kan Tomato Masters dat nog uitbreiden tot 21 hectare. Het kostenplaatje voor de grond, het gebouw en de installaties liep op tot 19 miljoen euro.

Zoals verwacht kon worden, waren de banken niet zo happig om dit project te financieren. “We zijn met vijf banken gestart. Het was opvallend om te zien dat banken waarvan je zou vermoeden dat ze enige affiniteit met de landbouwsector hebben, haast meteen afhaakten. BNP Paribas Fortis wou wel meegaan in ons verhaal, maar enkel als cofinancier. Uiteindelijk zijn we in zee gegaan met Rabobank, een bank die geen kantoren heeft in ons land, maar Nederland is wel de bakermat van de tuinbouwkennis”, verklaart Johan Vlaemynck.

Groot verloop

Met de financiering en de bouw afgerond, kreeg het bedrijf een nieuw probleem om aan te pakken: personeel vinden. In november vorig jaar organiseerde Tomato Masters in samenwerking met onder andere de VDAB een jobdag. “Van de 1100 aangeschreven mensen daagden er uiteindelijk 560 op”, zegt Johan Vlaemynck. “Na een eerste selectie door de VDAB bleven er nog 160 geïnteresseerden over, die bij een arbeidsconsulent mochten langsgaan voor een tweede interview. Zo kregen we 60 geschikte kandidaten, van wie ik er 56 aangeworven heb.”

Precies één jaar later zijn er van die 56 nog amper drie actief in het bedrijf. Nochtans heeft Tomato Masters veel aandacht voor de ergonomie, waardoor het werk volgens de bedrijfsleiders fysiek niet belastend is. Maar de maandlonen liggen amper 150 euro boven het bedrag van de werkloosheidsuitkering, en dat verklaart wellicht het grote personeelsverloop. Momenteel werken er zeven nationaliteiten: Polen, Spanjaarden, Roemenen, Bulgaren, Marokkanen, Ghanezen en ook nog enkele Belgen.

Het jaar rond is er werk voor 32 mensen, maar in het hoogseizoen van eind maart tot midden oktober loopt het personeelsbestand op tot 65 mensen. In die topperiode vertrekken per week vijftien volle vrachtwagens, of 300 ton tomaten. Op jaarbasis realiseert Tomato Masters een productie van 7 miljoen kilogram en een omzet van 10 miljoen euro.

Prijzen onder druk

In tegenstelling tot Nederland, waar de veilingklok al een tijdje afgeschaft is, geloven de tuinders in Vlaanderen nog sterk in de meerwaarde van de veiling. “Aangezien we weinig of geen commerciële expertise in huis hebben, hebben we bewust gekozen om samen te werken met de veiling. Een extra voordeel van die samenwerking is dat het geld binnen de tien dagen op onze rekening staat”, legt Vlaemynck uit.

Omdat de tomatenoogst dit jaar overal goed gelukt is, staan de marktprijzen zwaar onder druk. “Er is een overaanbod van 10 procent; maar dat resulteert in een prijsdaling van 30 procent. Dat heeft natuurlijk een impact op onze resultaten, maar Rabobank is vertrouwd met de typische schommelingen in de landbouwsector”, weet Vlaemynck.

Familiecharter

De familie Vlaemynck is al generaties actief in de land- en tuinbouw. Vader Julien erfde in 1966 drie hectare landbouwgrond in Nevele, waar hij glastuinbouw combineerde met openluchtteelten zoals aardbeien, broccoli en augurken. In 1981 kwamen zijn drie zonen in de zaak en ze bouwden die verder uit. “We schakelden als een van de eerste bedrijven in de sector over van grondteelt naar substraatteelt. Het kweken op een kunstmatige bodem heeft alleen maar voordelen: je kunt de toegevoerde voedingsstoffen beter controleren en achteraf is het veel gemakkelijker om de grond te ontsmetten vooraleer aan een nieuwe teelt te beginnen”, stelt Vlaemynck.

De taakverdeling tussen de drie broers is netjes afgebakend. Herman is verantwoordelijk voor de teelt, Dirk is de techneut van de familie, terwijl Johan zich vooral over de cijfertjes en de boekhouding buigt. Inmiddels maakt ook al de volgende generatie haar opwachting: Tim (zoon van Herman) is verantwoordelijk voor personeel en Tom (zoon van Dirk) volgt alles op wat met energie te maken heeft.

Hoewel de vijf bedrijfsleiders elkaar dag in dag uit tegen het lijf lopen, hebben ze ook een formeel overlegmoment vastgelegd. “Dat gebeurt tweewekelijks op maandagavond tussen 20 en 23 uur”, zegt Johan Vlaemynck. “Tijdens deze vergadering vertelt iedereen waar hij mee bezig is. Beslissingen nemen we altijd in onderling overleg.”

Jaren geleden werkten ook twee van de drie partners in de familiezaak. “Al snel bleek dat geen goed idee te zijn. Deze leerrijke ervaring zorgde er wel voor dat we samen met HUB-professor Johan Lambrecht een familiecharter opstelden. Daarin staat duidelijk aangegeven wie aandelen kan verwerven of wie wel en wie niet in het bedrijf kan komen werken.”

DIRK VAN THUYNE, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH

“Onze uitdaging voor 2014 is 100 procent pesticidevrij te zijn”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content