Meer storm op komst

In de brede waaier van mogelijke verrassingen in 2015 is de mogelijke terugkeer van de volatiliteit de meest intrigerende. Valuta-, aandelen- of obligatiemarkten. De onrust kan overal toeslaan.

De populairste maatstaf voor volatiliteit is de VIX-index, die focust op de aandelenmarkt. De index meet de kostprijs van opties, met name de prijs die investeerders bereid zijn te betalen om zich te verzekeren tegen scherpe bewegingen op de markt. Eind september 2014 stond de VIX naar historische normen erg laag.

Dat was waarschijnlijk een gevolg van het monetaire beleid. In de rijke landen zijn de intresten verscheidene jaren stabiel gebleven en de centrale banken hebben veel gedaan om de markten te kalmeren met de aankoop van effecten en bankleningen. Maar dat kan veranderen in 2015. De Federal Reserve heeft zijn inkoop van obligaties al stopgezet, en er zal heel wat discussie komen over de timing van de volgende intrestverhoging — en over de vraag of de Fed of de Bank of England als eerste het beleid zal verstrengen. Als de markten één tarief zien stijgen, hebben ze de neiging te anticiperen op verscheidene andere.

De Europese Centrale Bank en de Bank of Japan kunnen hun voet nog een tijd op het monetaire gaspedaal houden, maar de divergentie in het beleid kan leiden tot volatiliteit op de wisselmarkt. Na een scherpe stijging in het midden van de crisis, gevolgd door een daling, bleek de dollar de jongste twee jaar opmerkelijk stabiel. Een van de populairste manoeuvres op de deviezenmarkten is de zogenaamde carry trade: valuta met het hoogste rendement aankopen, een munt met een laag rendement lenen en het verschil op zak steken. De jongste jaren was er echter bijzonder weinig spread waar de traders gebruik van konden maken. In de herfst van 2014 waren er evenwel signalen dat de dollar klaar was om aan een bullrally te beginnen. De kloof tussen het rendement van de tienjarige obligaties in Duitsland en de Verenigde Staten was het breedst sinds de invoering van de euro. Er was wat carry om mee te spelen.

Aandelen

Een andere mogelijke bron van volatiliteit is de aandelenmarkt. In oktober 2014 was er een grote fluctuatie. Investeerders maakten zich zorgen over het gebrek aan groei in de wereld en mogelijke deflatie. Pessimisten voorspelden geruime tijd dat het stilvallen van de steun van de centrale banken zou leiden tot een snelle daling van de overgewaardeerde aandelen, vooral op Wall Street. Pessimisten daarentegen zeggen dat de rally die in 2009 begon, kan aanhouden wanneer de groei wereldwijd aantrekt. Ze wijzen daarbij op de stevige bedrijfswinsten, vooral in de Verenigde Staten, en voorspellen dat die in 2015 nog toenemen.

De omstandigheden lijken nu sterk op die in het midden van de jaren tachtig of aan het einde van de jaren negentig. Toen bereikte het enthousiasme van de beleggers voor aandelen een hoogtepunt, wat resulteerde in een golf van fusies en beursintroducties van nieuwe ondernemingen. Als dat gebeurt, kunnen de beurzen scherp stijgen terwijl nieuw geld aangezogen wordt en desnoods nog sneller inzakken als de slimme beleggers hun winst nemen.

Als zich zo’n inzinking voordoet, dan staan de centrale banken voor een moeilijke beslissing: redden ze de markten en versterken ze de perceptie dat ze er zijn om de waarde van activa overeind te houden, of laten ze de markten vallen en riskeren ze de besmetting van de financiële sector en het verlies van consumentenvertrouwen die daaruit kunnen volgen?

Obligaties

Ook de obligatiemarkt is een mogelijke bron van beroering. Obligaties in Europa bieden ultralage rendementen, een gevolg van de aanhoudende lome groei en minimale inflatie. En voorlopig zijn er weinig aanwijzingen dat de inflatie aantrekt. Maar als de economische omstandigheden rechtvaardigen dat dergelijke rendementen aanhouden, dreigen de kiezers zich nog minder tevreden te stellen dan voorheen en dat kan het geloof in het Europese project ondermijnen. Dat kan vooral het geval zijn voor Frankrijk en Italië, waar de groei bijzonder zwak was. Anti-Europese partijen deden het goed in de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2014. De mainstreampolitici kunnen het moeilijk krijgen die opvattingen te negeren als de stagnatie aanhoudt.

In de Verenigde Staten staat het rendement van 2 procent op tienjarig staatspapier haaks op de visie van de aandelenoptimisten, die beweren dat de economie gestaag vorderingen maakt in een tempo dat aan de jaren negentig herinnert. Het kan niet anders dan dat een van de markten het bij het verkeerde eind heeft. Die spanning kan hét financiële discussiepunt van 2015 worden.

Deauteur is columnist van The Economist.

PHILIP COGGAN, ILLUSTRATIE FLOR AGUILAR

De divergentie in het beleid kan leiden tot volatiliteit op één welbepaalde plaats: de wisselmarkt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content