Medicijnen om HIV wereldwijd te bestrijden

Tegen het einde van 2005 zullen wellicht drie miljoen aidslijders antiretrovirale geneesmiddelen toegediend krijgen.

De auteur is correspondent Gezondheidszorg van The Economist.

Wereldwijd zijn er naar schatting 38 miljoen mensen besmet met HIV (het virus dat aids veroorzaakt) en 95 % van hen woont in landen met een laag en middelmatig inkomen. De Wereldgezondheidsorganisatie ( WHO) schat dat zonder anti-HIV-behandeling zes miljoen onder hen binnen de twee jaar sterven. Op dit ogenblik krijgen 440.000 van hen een behandeling, waarvan bijna een derde in Brazilië. In de sterkst getroffen Afrikaanse regio’s krijgt slechts 4 % van de patiënten een farmaceutische reddingsboei toegeworpen.

Drastische kostendaling

Er is verandering op til. Een brede coalitie van nationale overheden, internationale gezondheidsorganisaties en niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) sleutelt aan een manier om de behandeling van miljoenen aidslijders in de Derde Wereld op te krikken. De WHO noemt het initiatief ‘3 by 5’, wat staat voor: drie miljoen mensen een antiretrovirale therapie bieden tegen het einde van 2005. Het is veruit het meest ambitieuze internationale gezondheidsproject sinds de campagne om de pokken uit te roeien, drie decennia geleden.

De massale campagne wordt mogelijk gemaakt door de scherpe daling van de prijs van de geneesmiddelen. Vier jaar geleden kostte een basiscocktail van antiretrovirale medicijnen nog 10.000 dollar per jaar, nu is dat in sommige landen gezakt naar 140 dollar. Die dramatische daling is grotendeels toe te schrijven aan de invoering van goedkopere generische geneesmiddelen van Indiase, Brazi- liaanse of Thaise producenten en aan reducties die doorgevoerd werden door de grote multinationale geneesmiddelenfabrikanten.

Het andere cruciale ingrediënt is geld om medicijnen te kopen voor de allerarmsten in de wereld. In 2003 bereikten de wereldwijde uitgaven in verband met HIV een nieuw hoogtepunt met 5 miljard dollar. Meer financiering is in aantocht: onder meer van het Wereldfonds ter bestrijding van aids, tuberculose en malaria, en van de Verenigde Staten via het presidentieel Noodplan voor aidsbe- strijding. Maar dat is nog ver verwijderd van de 12 miljard dollar die de wereld volgens UNAIDS alleen al in 2005 nodig heeft.

Er heerst ook een schrijnend gebrek aan artsen, verplegers en gezondheidswerkers om de projecten door te voeren. Heel wat van de nieuwe initiatieven leveren wel geld op voor opleiding, maar medisch personeel afleveren vraagt tijd. Bovendien maken vele ontwikkelingslanden zich zorgen dat de door donors gefinancierde projecten het medische talent naar concurrerende aidsprogramma’s zal lokken en de rest van de diensten voor volksgezondheid in personeelsnood zou brengen.

Culturele hinderpalen

En dan zijn er nog de culturele hinderpalen. HIV draagt nog steeds een stigma. Gehoopt wordt dat, naarmate de antiretrovirale behandeling meer beschikbaar komt, ook meer mensen zullen opdagen voor tests en er een grotere openheid komt over HIV, wat op zijn beurt kan leiden tot een betere preventie.

Het is voor de rijke wereld niet voldoende om te praten over het toedienen van antiretrovirale geneesmiddelen aan armen, hij moet ook bereid zijn om hun behandeling voort te zetten en ze te blijven opvolgen. Er zijn medische én morele argumenten voor een voortzetting van de behandeling: onderbrekingen in de behandeling kunnen het opduiken van resistente HIV-stammen versnellen.

Tot er een doeltreffend en betaalbaar aidsvaccin bestaat, zullen steeds meer mensen een behandeling nodig hebben. Dat wil zeggen dat 2005 nog maar het begin is van een zeer lang en duur proces. Slechts weinig landen hebben al ernstig nagedacht over hoe ze zo’n langdurige verplichting op zich kunnen nemen.

Shereen El Feki

Zonder anti-HIV-behandeling sterven zes miljoen sero-positieve mensen binnen de twee jaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content