Managers in moeilijkheden

Er is een mooie gelijkenis te trekken tussen de 1ste en 16de Manager van het Jaar. John Cordier staat bekend als de eerste Vlaamse ondernemer die – in 1982 – met behulp van 1,25 miljoen frank eigen geld en een lening van 330 miljoen frank van de ASLK het bedrijf kocht waarin hij werkte. Zijn West-Vlaamse evenknie, Luc Vansteenkiste, speelde hetzelfde klaar in 1998 met een groepje bevriende investeerders en een bijeengeharkt uitkoopbedrag van 10 miljard frank (zie blz. 38).

Tussen de Telindus-baas en de topman van Recticel zijn er echter ook opmerkelijke verschillen. De Cordier-stijl wordt getypeerd door veel hype, improvisatie en buikgevoel. Vansteenkiste neigt eerder naar een risico-averte aanpak en kiest – gepokt en gemazeld als hij is in grote bedrijfsomgevingen – voor een georganiseerde chaos. Zouden we beide heren al te veel in hokjes onderverdelen als we de ene zouden omschrijven als een entrepreneur pur sang en de andere als een manager? Wellicht niet. Eén opvallend detail: uitgerekend John Cordier (59) maakt vandaag dankbaar gebruik van het advies van Luc Vansteenkiste (53) in zijn raad van bestuur, en niet omgekeerd.

In welk vakje zou u Rose Claeys en Albert Bert ( Kinepolis), Johan Mussche ( Spector), Luc De Bruyckere ( Ter Beke) of het duo Jo Lernout en Pol Hauspie ( L&H) kunnen onderbrengen? Juist. In het vakje van de barricadefiguren, pioniers, dealmakers en vechters: zij waren in staat om van niets iets te maken. En met dit profiel komen zij zeer dicht in de buurt van hét prototype van de ideale entrepreneur: een eeuwige optimist (maar ook selectief blind voor naderend onheil), initiatiefnemer (werkt zelden af) en visionair (verkoopt de huid van de beer voor hij geschoten is).

Voeg daarbij persoonlijke kwaliteiten zoals volharding (maar ook koppigheid), flexibiliteit (improvisatie viert hoogtij) en een groot charisma (al predikend wordt hij gevolgd tot in de woestijn), en het is duidelijk waarom de hierboven genoemde Managers van het Jaar in het verleden hun persoonlijke en professionele mislukkingen hebben gekend (zie blz. 62).

Toch spelen zij een waardevolle rol in deze maatschappij. Entrepreneurs zijn onmisbaar in een economische omgeving die gekenmerkt wordt door eindeloze groei, snelle verandering en ultraharde competitie. Tegelijk – en dit is de contradictie – dragen zij met hun ontembare scheppingsdrang de kiem in zich die kan leiden tot de ultieme (zelf)destructie van hun bedrijf.

Decennia geleden omschreef de Oostenrijkse econoom Joseph Alois Schumpeter dit – volgens hem in wezen zeer kapitalistische – fenomeen als “de storm van de creatieve vernietiging”. Een zeer hedendaags voorbeeld van dit vreemde proces vinden we terug bij Jo Lernout en Pol Hauspie. In de drang van dit duo om te vechten, om zichzelf als superieur tegenover anderen te bewijzen, om succesvol te zijn, of sterker nog, in hun droom en wil om een privé-koninkrijk te stichten (“sporen na te laten,” zo zeiden ze zelf) en misschien zelfs, hoewel niet per definitie, ook een dynastie… stevenden zij af op de vernietiging van hun bedrijf.

De Amerikaanse econoom Robert L. Heilbroner die ooit nog zelf op Harvard les volgde bij Schumpeter, analyseerde de entrepreneursvisie van zijn leermeester als volgt: “Een ondernemer is niet noodzakelijkerwijs een bourgeois, maar tracht er wel een te worden, en terwijl hij zijn ambitieuze doel probeert te realiseren, blaast hij leven in de maatschappij, die anders zo saai zou zijn als die oude, godvrezende koopmansgeslachten uit Thomas MannsBuddenbrooks.”

Het is een visie om in te kaderen en ze kan ons helpen om de maatschappelijke rol en toegevoegde waarde van gewezen Managers van het Jaar beter in te schatten. De entrepreneurs onder ons kunnen er ook één grote les uit trekken: de grootste dienst die zij hun bedrijf kunnen bewijzen, is… tijdig afstand nemen.

PIET DEPUYDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content