MANAGER ’06

GUIDO DUMAREY : PUNCH INTERNATIONAL

Racewagens, snelle beslissingen en rake citaten. Van alle kandidaten is Guido Dumarey (47) de kleurrijkste. Het imperium van Punch International strekt vandaag van melkrobots, assemblage en telematicadiensten tot vastgoed, versnellingsbakken en grafische apparatuur. Zijn management holt om het tempo bij te benen waarin hij fabrieken koopt (altijd voor een prikje), naar lagelonenlanden overbrengt, saneert, sluit of doorverkoopt. Morgen kunnen zijn belangen er weer heel anders uitzien. De jongste jaren heeft hij van Punch International een incubator van beursnoteringen gemaakt. Rechtstreeks, zoals met de introductie van Punch Graphix en met de geplande ‘verzelfstandiging’ van Punch Telematix. Of onrechtstreeks, zoals met de inbreng van Slowaakse activa in het Amsterdamse beursvehikel Prolion, nu Punch Technix. Dat geeft ademruimte voor nieuwe, ambitieuzere plannen.

“We zijn twintig jaar geleden gestart in de toelevering. Eigenlijk is dat een vorm van prostitutie,” zei hij twee jaar geleden in Trends. Stelselmatig heeft hij sindsdien activiteiten met lage toegevoegde waarde, zoals spuitgieten, afgebouwd. De overname van de continu variabele transmissiefabriek van ZF in Sint-Truiden tekent het nieuwe parcours naar productie van meer complexe assemblages. Dumarey, een gegradueerde in autotechniek van het Kortrijkse VHTI, verwacht met Punch dit jaar een omzet van 180 miljoen en een nettorendement op het eigen vermogen van 15 %. Zijn zonen aarden naar hun vader. Ze waren vorig seizoen het jongste pilotenduo ooit in de Belcarraces.

BRUNO HOLTHOF : ZIEKENHUISNETWERK ANTWERPEN

Eind 2003 bedroeg de totale schuldenberg bij de Antwerpse OCMW-ziekenhuizen ongeveer 300 miljoen euro. Een fusieoperatie die de tien ziekenhuizen groepeerde in de vzw Ziekenhuisnetwerk Antwerpen (ZNA) moest redding brengen. De banden met het OCMW werden doorgeknipt, één ziekenhuis ging dicht en 620 werknemers kwamen op straat. En toen moest de directie nog op zoek naar iemand die het fusieziekenhuis uit een desastreuze financiële put kon trekken.

Het ZNA vond zijn wonderboy in de 45-jarige Bruno Holthof. Hij was, voor hij in 2004 de touwtjes in handen kreeg, vennoot bij McKinsey. Zijn specialisatie was ook toen al gezondheidszorg. Sinds zijn aantreden in het ZNA wist hij het exploitatieverlies terug te dringen van 17,4 miljoen euro in 2004 tot 7,7 miljoen euro in 2005. Dit jaar hoopt het ZNA op een financieel evenwicht. Het goede resultaat kwam er door het aankoopbeleid te centraliseren, maar ook door een stijging van de activiteiten zodat de bestaande capaciteit beter werd benut.

Daarnaast is Holthof een van de architecten van de nauwere samenwerking tussen de Antwerpse ziekenhuizen. Deze zomer ondertekenden de ZNA-groep, het Universitaire Ziekenhuis Antwerpen en de ziekenhuisgroep Gasthuiszusters van Antwerpen een baanbrekend akkoord. Het moet een einde maken aan de overbodige competitie tussen de ziekenhuizen in dezelfde regio. Sommige disciplines worden gecentraliseerd. Zo komt er één kinderziekenhuis, één psychiatrisch ziekenhuis en één revalidatiecentrum. Door de schaalgrootte wordt de zorg beter en betaalbaarder.

HILDE LAGA : LAGA

Hilde Laga (50) is een van de weinige Vlaamse academici met naam die er ook in slaagt een succesvol advocatenkantoor te leiden. En zeker de enige vrouw die dat doet. De professor, ook in het bezit van een diploma Filosofie en Notariaat, doceert Vennootschapsrecht aan de KU Leuven. Ze is een van de bezielers van de Belgische regelgeving inzake corporate governance en zetelt in de raad van toezicht van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (en als onafhankelijk bestuurder bij Elia).

Na een start bij het gereputeerde Stibbe Simont Monahan Duhot ging de in Roeselare geboren zakenadvocate haar eigen weg in het Kortrijkse. In 1997 richtte ze mee Laga & Speecke op, later Laga Leterme. Laga & Philippe werd later een multidisci-plinaire praktijk (MDP), ondersteund door Deloitte & Touche. Toen de balie zich tegen gemengde kantoren verzette, vielen sommige MDP’s uiteen, bleven andere actief met een zelfstandige praktijk (Lontings) of gingen ze op in een internationaal geheel (DLA).

Laga bleef, na het vertrek van Denis Philippe vorig jaar, een bevoorrechte relatie onderhouden met Deloitte. Het heeft kantoren in Antwerpen, Brussel, Diegem, Kortrijk en Namen.

Het honderdkoppige kantoor situeert zich ergens in het midden van de Belgische top twintig en werkte mee aan transacties bij Bekaert Fencing, Massive, Velleman Components en Gimv. In 2005 haalde het bureau de achtste plaats in de Trendslijst van de beste advocatenkantoren voor het bedrijfsleven. Hilde Laga zelf was commissaris inzake opschorting bij Lernout & Hauspie (als waakhond van Philippe Bodson). Ze doet ook aan arbitrage. In 2005 stond ze nog op de twaalfde plaats van de Trendsranglijst van machtigste vrouwen in Vlaanderen.

THEO ROUSSIS : RAVAGO

Theo Roussis (52), gedelegeerd bestuurder van Ravago, woont al 26 jaar in België. De biochemicus voelt zich meer Vlaming dan Griek. Hij is getrouwd met Gunhilde Van Gorp, dochter van de charismatische stichter van de groep uit Arendonk. Het echtpaar heeft vier kinderen.

Roussis begon zijn carrière bij Synfina (isolatiemateriaal), een onderdeel van Ravago dat later werd doorverkocht aan Oleofina. Pas toen Raf Van Gorp in 1992 overleed, trad hij uit de schaduw en volgde hij zijn schoonvader op. De fervente zeiler is charmant en vriendelijk, heeft een klare visie en denkt zeer rechtlijnig. Maar hij schuwt de schijnwerpers. Bescheidenheid siert, is zijn lijfspreuk. Wel sponsort hij de Vlaamse Opera, waarvan hij een beschermlid is. Naast zijn talrijke mandaten (54) bekleedt Roussis, die van oudsher tot de Almanijfamilies behoort, een bestuursfunctie bij de KBC.

Deze bank financierde dit jaar ook de overname van de Amerikaanse Muehlstein Holding, een producent van plastics. De overnamepremie is niet bekend, maar wordt in één keer afgeschreven. Het eigen vermogen zakt hierdoor tot 18 %. Maar de privéholding van Roussis, die 0,78 % van KBC Groep bezit, staat financieel borg. Binnen vier jaar moet het eigen vermogen weer naar 40 % stijgen.

Met een geconsolideerde omzet van bijna 5 miljard euro en 3000 medewerkers – waarvan 700 in België – is Ravago vandaag een wereldleider in de productie, distributie en recyclage van kunststofgranulaten. Het totale klantenbestand telt meer dan 28.000 kunststofverwerkers in tachtig landen. Toch blijft de groep, een echte ‘parel van de Kempen’, relatief onbekend in eigen land.

PAUL STOFFELS : JOHNSON & JOHNSON

Tegenwoordig heeft Paul Stoffels opnieuw een stek in Beerse. Hij zetelt er zowat in de stoel van wijlen Paul Janssen. Nog steeds zijn illustere voorbeeld, zegt hij tegen iedereen die het horen wil. Officieel is Paul Stoffels nu company group chairman voor R&D bij John- son & Johnson (J&J). Hij is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen in zowat de hele portefeuille van J&J.

Na zijn studies geneeskunde maakte Stoffels onmiddellijk carrière bij Janssen Pharmaceutica. Hij was bij de Belgische dochter van het Amerikaanse farmaconcern J&J eerst verantwoordelijk voor de klinische ontwikkeling van hiv-stoffen. In 1993 promoveerde hij tot directeur klinisch onderzoek en ontwikkeling voor infectieziekten en dermatologie. De belangrijkste stap in zijn carrière dateert echter van 1997, toen hij het veilige leven in de schoot van een multinational ruilde voor een onzeker bestaan als ondernemer. Hij voegde zich bij Rudi Pauwels en Carine Claeys in hun ambitieuze plan om het biotechbedrijf Tibotec-Virco uit te bouwen.

In recordtijd groeide dat bedrijf uit tot een referentie in hiv-onderzoek. Stoffels schopte het er tot CEO. De zoektocht naar een nieuwe aidsremmer kende eerder dit jaar een eerste succes met de lancering van de aidsremmer Prezista.

Tibotec-Virco was ondertussen in 2002 al opgeslokt door J&J. Pauwels had het bedrijfsleven geruild voor een academische tweede jeugd. Op basis van zijn merites kreeg Stoffels binnen J&J steeds meer verantwoordelijkheid. De dynamiek die Tibotec-Virco zo succesvol maakt, mag hij nu proberen over te dragen op de hele J&J-groep.

JEAN VANDEMOORTELE : VANDEMOORTELE

De West-Vlaamse voedingsgroep Vandemoortele blijft verbazen. Vroeger wekte ze verwondering met de verwerking van oliehoudende zaden. Met die bulkactiviteit verwierf de onderneming wereldfaam.

Maar sinds 1998 bewandelt Vandemoortele een heel ander parcours. De bulkactiviteit werd verkocht. Sinds de eeuwwisseling wordt gefocust op drie kernactiviteiten: diepvriesbakkerijproducten, margarines en vetten, en sojaproducten. In alle drie heeft Vandemoortele een leidinggevende positie in Europa. Vooral Alpro, het sojamerk, levert het bedrijf een marktaandeel op van 50 % in Europa.

Dat succes mag de familie Vandemoortele op haar naam schrijven. De familie keert graag dividenden uit, maar zorgt ook voor de nodige investeringen. De verpersoonlijking van die familiale bedrijfskunde is Jean Vandemoortele (48). De telg van de vierde generatie is het enige operationele familielid, en bekleedt tegelijk de hoogste functie: hij is voorzitter van het directiecomité sinds 2001.

Maar zijn indrukwekkende parcours toont duidelijk aan dat hij die functie niet zomaar aan zijn familiale banden dankt. Jean Vandemoortele begon in 1982 als vertegenwoordiger in het bedrijf. En liet het sindsdien niet meer los. Hij doorliep de diverse stadia in marketing, logistiek en voedselveiligheid. “Ik heb geluk gehad. Omdat ik Vandemoortele heet, heeft men bijzondere zorg besteed aan mijn parcours. Mijn grootste opleiding is twintig jaar werk in het bedrijf,” liet de CEO optekenen in een interview met Trends twee jaar geleden.

URBAIN VANDEURZEN : LMS INTERNATIONAL

Urbain Vandeurzen stond al in de jaren tachtig op de barricades van de derde industriële revolutie in Vlaanderen. Vandaag zet hij als voorzitter van Voka de vierde revolutie op de sporen. Hij wil een versnelde transformatie van de Vlaamse industrie, meer aandacht voor onze troeven en meer banen in startende technologiebedrijven. En hij heeft het allemaal zelf voorgedaan.

In de afgelopen jaren heroriënteerde hij de Leuvense softwarebouwer LMS International van fysieke testen met prototypes naar virtuele testen en computersimulaties. Dat LMS in 2005 slechts licht groeide, tot 95 miljoen euro met 650 werknemers, verbergt een vrijwel complete verschuiving van het oude productengamma naar het nieuwe, in drie jaar tijd. Visie en overtuigingskracht zijn zijn troeven, niet het peoplemanagement, dat hij graag aan anderen overlaat.

LMS inspireert starters al sinds de oprichting in 1979, door enkele assistenten van de KU Leuven die gespecialiseerd waren in trillingsproblemen. Al snel ging het internationaal, dicht bij de klanten, vooral autobouwers. Begin jaren negentig landde LMS in Azië, waar het nu 35 % van zijn omzet haalt. Vandeurzen is ambitieus en wil controle, maar is tegelijk open genoeg om geregeld via overnames of partnerships zijn lacunes te vullen. Hoewel hij al in 1988 durfkapitaal binnenhaalde – hoofdzakelijk om andere aandeelhouders uit te kopen – heeft LMS meestal zijn groei zelf gefinancierd. Vandeurzen behoudt daardoor nog altijd de meerderheid. Het management versterkte zijn positie zelfs toen het vorig jaar Gimv uitkocht en een kleinere participatie doorschoof naar NPM Capital.

IGNACE VAN DOORSELAERE : VAN DE VELDE

Vijf miljoen stuks modieuze lingerie per jaar. Dat is de kernachtige samenvatting van wat Van de Velde uit Schellebelle doet. De beursgenoteerde lingeriefabrikant (bekend van de merken Marie Jo, L’Aventure en PrimaDonna) boekte het afgelopen jaar een nettowinst van 42,4 miljoen euro, tegenover 25,5 miljoen euro in 2004. De omzet steeg met 10 % tot 112,8 miljoen euro.

Achter die koele cijfers gaat een manager schuil die een van de opmerkelijkste parcours gereden heeft in de Vlaamse ondernemerswereld. Ignace Van Doorselaere (47) was ruim twaalf jaar verbonden met de Leuvense brouwerijgroep Interbrew (in het pre-InBevtijdperk). Zes jaar lang was hij er verantwoordelijk voor de fusies en overnames, en hij was algemeen directeur van Interbrew Nederland en divisiehoofd van Interbrew West- Europa.

En toen maakte de MBA’er een ommezwaai. Hij trok de Leuvense poort achter zich dicht en richtte Growth Ethics op, een bedrijf dat participaties neemt in jonge ondernemingen die werken volgens ethische groeiprincipes. Vooraleer u Van Doorselaere verdenkt van het dragen van geitenwollen sokken, kijk dan even terug naar de cijfertjes van Van de Velde. Of lees zijn boek Ethisch groeien. Ondernemen met aandacht voor mensen (2003): niet de zoveelste theoretische beschouwing, maar een beklijvende en praktijkgerichte ondernemersbijbel.

Van Doorselaere is ook de oprichter (in 2002) van het fonds One Child, One Dream. Het fonds biedt gratis bijstand aan een aantal organisaties die werken op het terrein van kansenontwikkeling bij kinderen.

CHRIS VAN DOORSLAER : CARTA MUNDI

De spel- en speelkaartenproducent Carta Mundi is met een omzet van 130 miljoen euro en een kasstroom van 9 miljoen euro wereldleider, heeft Belgische aandeelhouders en een Belgische hoofdzetel. Hij overklast zijn rivaal, US Playing Cards. Tien jaar geleden was er één fabriek, in België, vandaag wordt er gedrukt in zes landen.

Carta Mundi steunt op een eeuwenlange traditie in Turnhout van drukken, kaartspellen en vernieuwing. Chris Van Doorslaer (45), burgerlijk ingenieur, Vlerickboy, MBA’er, is de CEO. De aandeelhouders zijn Van Genechten Groep en Brepols (ieder 50 %). De groei vloeit voor de helft voort uit overnames, voor de helft uit interne groei. In oktober kocht Carta Mundi het Amerikaanse Robert Yaquinto Printing, van de sport- en verzamelkaarten. De grootste overname tot vandaag. Vorig jaar verwierf Carta Mundi de helft van het Braziliaanse Copag. Een tijd voordien de speelkaarten van het Duitse Ravensburger.

Carta Mundi innoveert om op te tornen tegen de lagelonenlanden. Een spel- en speelkaart is eigenlijk een banaal product. Bij de Kempenaren kan je terecht voor lichtgevende en holografische kaarten, make-upkaarten (voor de fans van internationale voetbalwedstrijden), geurkaarten, casinokaarten.

In 1994 leverde de hype van Magic (van Wizards of the Coast) de eerste omzet in die nieuwe markt. Kaarten voor Pokémon, Harry Potter, Batman en Narnia volgden. Carta Mundi balanceert deze zeer schommelende vraag met bijvoorbeeld verzamelkaarten voor Kellogg en de nieuwe James Bondfilm Casino Royale. De markt is dynamisch. De Chinezen zijn grote gokkers. Chris Van Doorslaer onderzoekt de mogelijkheid van een Chinese productievestiging.

PHILIPPE VLERICK : UCO TEXTILES/BIC CARPET

De naam van Philippe Vlerick (51) wordt voornamelijk geassocieerd met Uco Textiles (denimproducent) en Bic Carpets (designtapijten). Twee trotse vaandeldragers van het Belgische textiel, die tot ver buiten de landsgrenzen weerklank genieten. Maar de Kortrijkse zakenman reikt over alle sectoren en maatschappelijke grenzen heen. Met één constante: Philippe Vlerick is de vleesgeworden discretie.

Vlerick verraste dit jaar door de oprichting van Uco Raymond, een 50/50 joint venture tussen Uco – sinds 2001 volledig in Vlericks handen – en het Indiase conglomeraat Raymond. Voor Vlerick is die joint venture, en de daaraan gekoppelde opstart van een productievestiging in Roemenië, cruciaal voor het overleven van de Belgische Ucovestiging. Daarmee zet de baccalaureaat in de Wijsbegeerte andermaal het verankeringsthema op scherp. De consolidatie en ontwikkeling van het Vlaamse industriële weefsel is voor hem geen hol begrip. Op lange termijn zal Uco zich ook meer omvormen tot een holdingvennootschap. Het is de bedoeling om via dat vehikel ook belangen te nemen in andere industriële bedrijven.

Eerder dit jaar was Vlerick ook een opgemerkte verschijning aan de doopvont van Pentahold, de nieuwe durfkapitaalgroep van een rist vooraanstaande captains of industry. En hij stak een reddende hand uit toen het water de fotogroep Spector aan de lippen stond. Bovenal is hij een spilfiguur en officieus woordvoerder van de historische aandeelhoudersfamilies van de holding Almanij, die ingelijfd werd bij de bankverzekeraar KBC. Voorts is hij bestuurder van de Vlerick Leuven Gent Management School, opgericht door zijn oom, professor André Vlerick. Hij zetelt ook in het directiecomité van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en is ondervoorzitter van het Voka. Niet in een vakje te stoppen, die man.n

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content