MAN BIJT BANK

WIE EN HOE?

François Narmon zet reeds twintig jaar de tanden in zijn Gemeentekrediet. Hij verschijnt weinig in de salons want hij cultiveert de afstandelijkheid. Noch de charmeur, noch de m’as-tu-vu behoren tot zijn openbare personage. Is dat een karaktertrek of een strategie? Hij kan vergeleken worden met Albert Frère, het rolmodel van de discretie. Maar als die Karolingse baron opduikt, is het een evenement. Narmon heeft dezelfde gedragswijze. Je ziet hem bij het binnenkomen: jongensachtig slank met sterke benen en goed in het pak. De gentleman met als publiek raadsel zijn schier-proletarische afkomst.

Het Gemeentekrediet is een eerbare bank geworden onder Narmon. Buitenstaanders onderschatten de hoogmoed die jarenlang een kenmerk was van Generale Bank, Bank Brussel Lambert en KB. Zij waren de banken en al de rest was voetveeg, te beginnen met ASLK, de gemeentebank, BAC en tutti quanti.

In vergaderingen is Narmon eerder zwijgzaam, à la Willy Breesch van de Cera Holding en de Belgische Vereniging der Banken. De baas van Dexia is bij zijn beperkte tussenkomsten wel ronder en eleganter dan Breesch. Hij komt niet tussen bij technische kwesties (die vervelen hem meermaals) en zoekt het haalbare, zoals Jan Huyghebaert (de geboren politicus), maar met onderdrukt brio, dus sober, met een halve zin.

Narmon is het Gemeentekrediet en stippelde steeds de strategie uit. Luc Onclin, CVP’er en kandidaat-opvolger (wiens kansen dalen ten voordele van André Roelants – BIL – en Paul Vanzeveren), is de man naar de Belgische buitenkant; Maurice Mahler, de vroegtijdig gestopte vertrouweling, was de man van de internationale expansie (Narmon en Mahler pingpongden zoals het duo Maurice Lippens/ Valère Croes).

Ex-gouverneur van de Nationale Bank, Fons Verplaetse, de bouwmeester van de geplande verweving van de openbare kredietinstellingen, respecteerde en vreesde Narmon. Beide heren voelden zich niet tot elkaar angetrokken. Verplaetse had Narmon niet in een houdgreep, zoals de overige OKI-bonzen. Strategisch deelden ze een golflengte, maar steeds met de nuancering dat Narmon voor elke alliantie te vinden was, als ze verliep op zijn voorwaarden.

Narmon heeft het Gemeentekrediet/Dexia gekneed naar zijn wil. De gemeentevaderen waren (zijn?) niet het voorbeeld van bestuurders die zich opwinden over corporate governance of bancaire strategie. Met de functie van vaste chef en het talent voor diplomatie kan je punch opbouwen bij de bank der gemeenten. Wat Narmon deed.

Tot in de jaren negentig was het Gemeentekrediet een gemakkelijke bank, die briljant werd geleid. Alles was voorhanden om slaperig en tam te evolueren: een verplichte clientèle, een brede stroom aan deposito’s, een matras van overheidspapier. Noch Marcel Van Audenhove, noch François Narmon hebben voor zichzelf een luilekkerland gebouwd aan de Pachecolaan. De gemeenten waren aanwezig met feodale trouw. Zij moesten niet naar het Gemeentekrediet, maar de diensten en de voorkomendheid die hen betoond werden, bevorderden de loyauteit. Net vóór de gemeenteraadsverkiezingen is er altijd een opstoot van kredieten om de laatste riolen of parkjes te bouwen die de kiezers gunstig kunnen stemmen.

De rating van het quasi-monopolistisch Gemeentekrediet (AA+) blijft voortreffelijk: de kredietverstrekking is meer gestandardiseerd dan bij een bank voor bedrijven en particulieren (waar elk krediet een eigen snit en risicoprofiel heeft, variërend van kmo tot Agfa-Gevaert). Met een lichter kredietdepartement en leningen die altijd worden terugbetaald zitten het kostenpeil en de risicograad lager dan bij de privé-banken.

De kaderleden van het Gemeentekrediet verdienen wedden die afgestemd zijn op die van de privé-banken, omdat de goede resultaten de vrijgevigheid vergemakkelijkten (de bank der gemeenten is een naamloze vennootschap met een syndicale sub-specificiteit; zij laveert tussen het openbare statuut en een privé-statuut en legt klemtonen al naargelang het haar best uitkomt).

Het Gemeentekrediet heeft 956 agentschappen en 1100 zelfstandige agenten, van wie de helft werkt in een ster-structuur (samenwerkingsverbanden). De Franse partner Crédit local de France heeft geen netwerk, de Bank der Nederlandse Gemeenten zoekt eveneens haar middelen op de geldmarkt. De sterkte van het Gemeentekrediet is zijn financiële zuigkracht in de spaarmarkt. Het Crédit local de France is een gesmeerde geldmachine en dus machtig op zijn eigen wijze. Hoffelijk houden de Belgen en de Fransen mekaar in evenwicht.

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content