Magnettisme

Vanuit de PS kwamen de voorbije dagen luide klaagzangen. Besparen en saneren, zo klinkt het almaar nadrukkelijker, heeft geen zin als het met de economie bergaf gaat. Meer nog, de recessie dreigt zo nog erger te worden. Vooral Paul Magnette, federaal minister van Overheidsbedrijven, en Rudy Demotte, de Waalse minister-president, ventileerden de voorbije week klaar en duidelijk hun saneringstwijfel. Econoom Paul De Grauwe wipte gezwind mee in hun verhaal.

De vraag is waar de oorsprong ligt van de twijfel over zin en onzin van saneringen in deze moeilijke tijden. Wij zien twee mogelijkheden. Ten eerste doet het economische argument dienst als schaamlapje voor het politieke. Saneren en besparen heeft nooit hoog in het PS-vaandel gestaan, niet het minst door de grote invloed van de vakbond in de Waalse socialistische partij. Deficits en schulden, zo geloven nog vele PS’ers, komen en gaan zoals de seizoenen. Vanzelf dus. En dus voelt een groot gedeelte van de PS zich absoluut niet op haar gemak in een regering die hoe dan ook de vinger op de knip moet houden.

De politieke realiteit is evenwel dat de PS in de regering-Di Rupo zit en dat het voortbestaan van deze regering een absolute must is voor diezelfde PS. Het idee om na eventuele nieuwe verkiezingen met een nog grotere N-VA geconfronteerd te worden, jaagt de meeste PS’ers de stuipen op het lijf. En dus wordt het politieke verlangen om de voet van de besparingspedaal te halen, vertaald in een economische argumentatie. En hoewel die na een eerste beluistering volkomen logisch klinkt, blijft er bij nader toezien niet zoveel van over. De merkwaardige steun van Paul De Grauwe, binnenkort professor aan de London School of Economics, verandert weinig aan die realiteit.

Een tweede mogelijkheid is dat de PS echt gelooft dat saneren de economie nog dieper in de put duwt. Is dat strikt economisch een valabel argument?

Magnette, Demotte, De Grauwe en nog behoorlijk wat anderen stellen dat nu saneren de vraag in de economie verder aantast waardoor de recessie verscherpt en de begrotingstekorten nog meer toenemen (meer uitgaven, minder inkomsten). Dit mechanisme speelt zonder twijfel. Maar er spelen ook heel andere mechanismen die De Grauwe eenzijdig van tafel veegt.

Zeker in landen die al met een hoge schuldgraad moeten leven – op enkele uitzonderingen na alle eurolanden dus – is het voor consumenten, producenten en investeerders cruciaal dat zij weten wat er met die schulden en tekorten staat te gebeuren. De mens moet niet als een hyperrationeel en consequent op de langere termijn denkend wezen worden voorgesteld om tot die conclusie te komen. Aanhoudende tekorten en oplopende overheidsschulden leiden tot bezinning maar vooral tot bezorgdheid. Kan de overheid haar bestedingen en investeringen volhouden? Komen er belastingverhogingen en zo ja, waar en hoeveel? Overweegt de overheid al dan niet openlijke vormen van financiële en fiscale repressie?

Dat soort overwegingen beïnvloedt het gedrag van de consumenten en de plannen en investeringen van ondernemers en beleggers. Worden de tekorten niet aangepakt, dan leidt dit tot een vertraging van de economie. Veronachtzaming van de overheidsfinanciën, zo blijkt elke dag opnieuw, leidt trouwens ook tot hogere marktrentes, hoeveel geld de centrale banken ook blijven oppompen. Die hogere rentevoeten wegen op de conjunctuur en duwen de begrotingen nog verder in het rood.

Er is trouwens behoorlijk wat onderzoeksmateriaal dat aangeeft dat begrotingssaneringen absoluut niet negatief hoeven te zijn voor de economische groei. Harvard-professor Alberto Alesina neemt in dat onderzoek een centrale plaats in. Uit zijn analyses blijkt ook telkens weer dat de sanering van de publieke financiën vooral via besparingen en in mindere mate via belastingverhogingen moet gebeuren.

De conclusie is dan ook dat het voorbehoud van Paul Magnette, Rudy Demotte en Paul De Grauwe tegen sanering nu geen steek houdt, tenzij ze vooral via belastingverhogingen gebeurt. En zo belanden we weer bij de politiek. Want het begrotingsprogramma van de regering-Di Rupo steunt in belangrijke mate op belastingverhogingen. Het argument dat zelfs in tijden van slechte conjunctuur een sanering via vermindering van uitgaven tegelijk voor gezondere publieke financiën en een betere conjunctuur kan zorgen, blijft echter onverkort overeind.

JOHAN VAN OVERTVELDT, HOOFDREDACTEUR

Veronachtzaming van de overheidsfinanciën, zo blijkt elke dag opnieuw, leidt tot hogere marktrentes, hoeveel geld de centrale banken ook blijven oppompen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content