Magna België golft mee op de autoconjunctuur

Magna, de overnemer van Opel, wikt en beschikt over het lot van de fabriek in Antwerpen. De Oostenrijks-Canadese multinationale toeleveraar is al jaren actief in België. Hoe goed zijn de bestaande filialen, Belplas Industries en Magna Car Top Systems?

In Genk is Belplas Industries gevestigd. Het is een zogenaamd wall-to-wallbedrijf, het ligt recht tegenover de autofabrikant Ford in Genk. De onderneming behoort tot Decoma. Dat segment van de autotoeleveraar Magna maakt onder meer bumpers, dashboards, slotsystemen, ruiten.

De Genkse onderneming is vooral een specialist in bumpers en aanverwanten. Autobumpers, vrachtwagenbumpers, zijbumpers en sierlijsten. Meer bepaald is Belplas Industries de specialist in lakwerk. Dat blijkt een moeilijke oefening. Niet alleen omdat het soms om speciale kleuren gaat. Het bereiken van een uniforme kleur over het hele onderdeel is echt wel specialistenwerk.

Belplas Industries is een bedrijf met slechte cijfers. Sinds 2002 wordt aanhoudend verlies geboekt. In 2005 bedroeg het overgedragen verlies 124,6 miljoen euro. Tot eind 2007 kwam er nog eens 48,2 miljoen euro verlies bovenop. Het personeelsbestand werd al fors afgeslankt. En toch bleef de moeder geld pompen in het bedrijf, via zeven kapitaalverhogingen (en weliswaar ook twee kapitaalverminderingen).

Van Magna is immers geweten dat het op de lange termijn denkt. Het is een onderneming met geduld. Magna is ook een bedrijf van vaklui. Het wereldwijde directiecomité wordt hoofdzakelijk bevolkt door technici. Die komen bovendien voor een flink stuk uit Stiermarken (Oostenrijk), de bakermat van de vandaag Oostenrijks-Canadese multinational. Mensen van weinig woorden, loyaal, goede vaklui. Ze zijn doordrenkt met de sfeer van een werkhal. Iedereen wordt met jij aangesproken: van de poetsvrouw tot de algemeen directeur.

Een vakbondsman in Genk heeft een verklaring voor die aanhoudende interesse van de moeder. Hij geeft toe dat het weliswaar continu vechten tegen de concurrentie in eigen huis is, met name de andere filialen van de afdeling Decoma. Maar het personeel in Genk zou goede kwaliteit leveren. De loonkosten spelen wel in het nadeel, maar de circa 240 werknemers (de helft minder dan in 2005) zijn via het ploegenstelsel erg flexibel. Bovendien is de ligging van Genk goed en wordt de productie op tijd geleverd. Die bewering zou kunnen worden gestaafd door de overheveling van de productie uit het Duitse Sulzbach (in Saarland) naar Genk. In 2005 werkten in de fabriek in Saarland nog 1500 mensen. In 2008 was dat nog de helft.

Van Volkswagen Vorst naar Audi A1

Ook de communicatie op de werkvloer in Genk loopt goed. Met Trends weigerde fabrieksdirecteur Jan Driessen echter een gesprek. Het personeel wordt geregeld ingelicht over nakende nieuwe orders. Dé sleutelfiguur bij die inbreng is de bestuurder Wolfgang Neuss. Hij is de discrete Duitser op de achtergrond en een spil in de Decoma-afdeling van Magna.

In het orderboek draait alles rond de vermindering van de afhankelijkheid van Ford Genk. Belplas Industries rijft echt wel mooie klanten binnen. Ook dat is typisch Magna. Via het internationale netwerk (in de Duitse en Amerikaanse auto-industrie) van de multinational komen er allerlei orders binnen. Het personeel moet het dan maar waarmaken via de geleverde kwaliteit. Belplas Industries werkt niet alleen voor Ford Genk (de Galaxy). Nee, de bestellingen gaan veel verder. De Mercedes SLK (die productie werd overgeheveld vanuit Sulzbach), de Porsche 987, de Opel Astra. Het bedrijf levert het volledige bumpervolume voor de Volkswagen Golf in het Oost-Duitse Mosel en Wolfsburg.

Vanuit Genk vertrekken dus diverse onderdelen naar autofabrieken in Duitsland. De betrachting is een zo breed mogelijke portefeuille en de afhankelijkheid van één opdrachtgever (Ford Genk) te verminderen. Maar de opdrachten voor Volkswagen maken ook duidelijk hoe kwetsbaar de toeleveraar is voor de conjuncturele golven in de auto-industrie. Belplas Industries heeft namelijk ook een filiaal in Huizingen. Dat werkt uitsluitend voor de Volkswagen-vestiging in Vorst. In 2006, na de aangekondigde sluiting, volgde een zware sanering. Toch zal het leed nog meevallen. Want Huizingen mag deurpanelen en bumpers bouwen voor de Audi A1. Via dat model beleefde de fabriek in Vorst een doorstart.

Toch is de overleving van Belplas Industries nog helemaal niet zeker. In maart was er een reorganisatie. Voor 23 arbeiders volgde het ontslag. De bedienden kozen voor een collectieve arbeidsduurvermindering via het stelsel van tijdskrediet. Maar de jaarverslagen van de raad van bestuur blijven hameren op problemen met de kwaliteit van het lakwerk. Te vaak ontbreekt er wel iets aan de gemaakte onderdelen. Dat leidde tot aanhoudende productieverliezen in het verleden. Pas sinds 2006 is er sprake van een voorzichtige kentering, naar een betere kwaliteit.

Het geduld van Magna is niet eindeloos. Belplas Industries kreeg tot nu ook van de overheid bereidwillige steun. De stad Genk maakte geregeld extra industriegrond vrij. De Vlaamse regering leverde einde 2001 voor 6,875 miljoen euro expansiesteun. Belplas Industries werd daarmee in 2002 een Trends Gazelle in de provincie Limburg. Het bedrijf prijkte op plaats nummer drie van de snelst groeiende middelgrote ondernemingen.

Maar Belplas Industries zal zich wél moeten bewijzen. Magna toonde al eerder dat het onverbiddelijk filialen sluit, wanneer het rendement achterwege blijft. In 2006 sloten de poorten van Decotrim Industries in Eigenbrakel. De onderneming deed lakwerk aan koetswerkonderdelen voor diverse autofabrikanten. De circa 200 werknemers konden opkrassen na aanhoudende verliezen door de zwakke conjunctuur en technische problemen in de lakhal.

Nog een conjunctureel erg gevoelige dochter was Intier Automotive Seating in Genk. De enige activiteit van de vennootschap was de productie van zetels voor de Ford Transit. Ook deze vennootschap kreeg voor 1,75 miljoen euro subsidies van de Vlaamse overheid. De activiteiten werden begin 2004 stopgezet, na de verhuizing van de productie van dat model naar Turkije. Maar de ontbinding van de vennootschap volgde pas in september 2008, na de regeling van jaren aanslepende vorderingen van derden.

Magna werkt al in Opel Antwerpen

Krijgt Magna Car Top Systems hetzelfde lot toebedeeld als Intier Automotive Seating? Dit bedrijf werkt in huis bij Opel Antwerpen en heeft dus slechts één klant. Magna Car Top Systems maakt de dakbekleding voor de cabriolets van de Astra en Vauxhall. In de jaarverslagen van de raad van bestuur wordt voortdurend naar die afhankelijkheid verwezen. Maar voorts haalt het bedrijf best behoorlijke cijfers. De laatst neergelegde balans, die van 2007, toont een omzet van 6,2 miljoen euro, en een nettowinst van 158.291 euro. Het bedrijf telde toen 46 werknemers.

Met die twee operationele filialen houdt het op voor Magna in België. Belplas Industries en Magna Car Top Systems zijn de enige vennootschappen met activiteiten op de werkvloer. Daarnaast gebruikt Magna België ook als een interessant fiscaal vehikel. MI Developments is een vennootschap die via een filiaal in het Zwitserse belastingparadijs Zug leningen geeft voor vastgoedoperaties binnen de groep. Ook New Magna Investments baadt in een fiscale sfeer. De holding had in 2007 een niet onaardig balanstotaal van 3,18 miljard euro. Magna als geheel had toen een balanstotaal van 10,4 miljard euro. (

Door Wolfgang Riepl/Foto’s Michel Wiegandt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content