Mag het een beetje meer zijn?

Voor zijn Turbo Line internettoegang houdt Belgacom vast aan volumetarifering. Een principe dat vragen oproept.

Op 28 september jl. kregen de gebruikers van de snelle “Turbo Line”-internettoegang van Belgacom eindelijk te horen wat die dienst nu “definitief” zou kosten.

Belgacom publiceerde vier tarieven met, afgezien van eventuele installatiekosten, een abonnementsgeld tussen 1500 frank en 15.125 frank per maand, afhankelijk van onder meer de mogelijke snelheid en het toegelaten volume. Want Belgacom zei in zijn mededeling wel dat “het abonnementsgeld onbeperkte toegang omvat”, maar bedoelde daar alleen mee dat “er geen communicatiekosten worden aangerekend”. Vrij vertaald: in plaats van een minutenteller, installeert Belgacom een byteteller op de TurboLine. Gebruikers van de “Go”- en “Plus”-formules kopen voor hun maandabonnement van 1500, respectievelijk 1900 frank de mogelijkheid om drie gigabytes – dat zijn drie miljard bytes – te communiceren. De “Pro”-formule (3630 frank per maand) omvat 10 gigabytes. Elke bijkomende megabyte die over de lijn gaat, kost vijf frank.

Tot zover de Turbo Line-tarifering voor de toegang tot aan het internet. De eigenlijke internetdienst wordt geleverd door een Internet Service Provider (ISP) en moet bovenop worden betaald. Een aantal grote ISP’s blijft de Turbo Line boycotten, maar Belgacom Skynet, Belnet, EasyNet, Euronet/Wanadoo, Infonie en Win bieden hem wel aan. Ook de ISP’s volgen het principe van de volumetarifering. Bij Skynet betalen de “Net Runner Go”- en “Net Runner Plus”-abonnees 999 frank per maand voor een maximum gegevenstransfer van drie gigabytes. De “Net Runner Pro”-abonnee betaalt ook hier 3630 frank voor 10 gigabytes. Het persbericht van Skynet zei niet wat er zou gebeuren als men boven die volumes ging. Navraag bij de helpdesk leert dat alleen een aanmaning om over te schakelen naar een ander, duurder abonnement is voorzien.

Hinderlijk.

Is drie gigabytes veel? Belgacom noteert dat het gaat om “driemaal het gemiddelde volume van de TurboLine-surfer op basis van de cijfers van juni 1999”. Sindsdien is er in discussiegroepen zoals be.providers of be.comp.internet (eenvoudig opvraagbaar via www.dejanews.com) een levendige discussie ontstaan over de Turbo Line-tarieven. Wie zich daarin laat opmerken, is VUB-assistent Frederik Questier. Hij is radicaal tegenstander van volumetarifering als dusdanig en laat dat ook op zijn website weten ( http://minf.vub.ac.be/~fquestie/turbo/flatfee.html). “Volumetarifering zal de groei van het internet en de elektronische handel belemmeren,” voorspelt hij. “En waarom moet Belgacom volumelimieten invoeren, terwijl er al snelheidslimieten zijn?”

Een belangrijk argument tegen volumetarifering is dat het de kosten van de gebruiker afhankelijk maakt van wat anderen doen. “Volumetarifering betekent dat u betaalt voor post die u ongevraagd wordt toegestuurd. Kan u zich inbeelden dat u zou moeten betalen voor de papieren post die u ontvangt?” vraagt Frederik Questier. En er zijn andere bronnen van mogelijk ongewenste trafiek: reclame, allerlei protocoltrafiek om de verbinding in stand te houden, heruitzending van verloren pakketten (wat betekent dat men extra betaalt als de verbinding slecht is) en dan natuurlijk de hele reeks van spammingtechnieken, die bij volumetarifering niet enkel de verbinding belasten, maar ook de teller pijlsnel doen oplopen.

Fundamenteel, vindt Frederik Questier, is de vraag of en hoe Belgacom zijn volumelimiet gaat “indexeren”. Naarmate er altijd meer grafische en vooral “stromende” elementen in websites worden ingebouwd, stijgt ook de trafiek als men ze raadpleegt. Zal Belgacom snel genoeg volgen?

BNL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content