MACHT, rijkdom en discretie in Sint-Martens-Latem

Sint-Martens-Latem moet de Vlaamse gemeente zijn met de grootste dichtheid van ondernemers. Ze zoeken daar geen netwerking, wel rust en groen. Maar in zo’n klein dorp kom je elkaar toch onvermijdelijk tegen. Trends ging op wandel in het grootste ondernemersparadijs van Vlaanderen.

Slechts 8300 inwoners telt Sint-Martens-Latem. Maar het moet de Vlaamse gemeente met de grootste dichtheid van Belgische topmanagers zijn. We namen de proef op de som. Trends maakte een lijstje van ondernemers met meer dan vijf bestuursmandaten en een vaste woonstek in Sint-Martens-Latem. Het resultaat is een lijst van 130 ondernemers die leest als een heuse Wie is Wie van het Vlaamse bedrijfsleven.

Enkele van de opvallendste namen: Louis Verbeke (Allen & Overy), Luc De Bruyckere (Ter Beke), Rudi Mariën (Innogenetics), Jean Vandemoortele (Vandemoortele), Mario Houthooft (Link), Ivan De Witte (Ernst & Young), Guido Dumarey (Punch), Arnold Meirlaen (Prodata), Patrick Degroote (Zenitel), Roland Vandierdonck (Vlerick Management School), Ronald Everaert (Telindus), Yvan Lippens (Frost), Guido Vanderschueren (Artwork Systems), Dirk Lannoo (Katoen Natie), Peter Decuyper (Resilux), Pierre Macharis (VPK Packaging), Lucas Laureys (Van de Velde), Luc Versele (Versele-Laga) en Jan Denys (Retail Estates).

We gingen van die lijst na hoeveel er gedelegeerd bestuurder, algemeen directeur of voorzitter van de raad van bestuur van een onderneming waren. Net honderd zijn het er. Ze zitten in 270 ondernemingen, samen goed voor 3,66 miljard euro omzet. 41 van die bedrijven behoren tot de 5000 grootste ondernemingen. Zeven staan er in de top-500. Dat is 1,4 % in een gemeente waar amper 0,08 % van de Belgische bevolking woont.

“In de jaren vijftig stonden hier slechts een paar villa’s, het buitenverblijf van rijke Gentse burgers,” herinnert Latemnaar Marc Embo zich, gedelegeerd bestuurder van Skill-Pooling. “In de jaren zeventig kwamen de expatriates van Volvo en de topkaders van Sidmar hier wonen. Dat was het begin van Sint-Martens-Latem als rijke gemeente.” De vastgoedprijs klom de hoogte in (zie kader). Voor vele inwijkelingen zijn de hoge prijzen geen bezwaar. Zij willen, moeten, zullen in Sint-Martens-Latem wonen. Het maakt het groene ondernemersparadijs aan de Leie tot een dorp vol tegenstrijdigheden.

Ondernemers, ministers en prostituees

Deurle is samen met ‘centrum Latem’ en het ‘Latem langs de Leie’ dé biotoop van de meer gegoede ondernemers. Dit is het rijke deel van het dorp. Maar aan de overzijde van de Kortrijksesteenweg is Sint-Martens-Latem een gewone buurt, waar je huizen kunt kopen of huren tegen redelijke prijzen en waar je het meer gewone dorpspubliek aantreft. Het is ook daar dat de manège zich bevindt waar Vlaams minister van Economie Fientje Moerman ( VLD) wekelijks gaat paardrijden. “Helemaal geen chique plaats, het is gewoon de boer van de overkant die hier komt,” zegt Moerman, die beklemtoont dat ze in Sint-Martens-Latem geen contact heeft met ondernemers. Zij woont in het naburige Deurle.

De Kortrijksesteenweg is een fenomeen. Langs deze drukke verkeersas vind je de garages van Mercedes, BMW, Porsche en Ferrari. Daarnaast zijn er winkels en kantoren, gewone huizen, villa’s en bordelen, waar meisjes zich in alle glorie in de vitrine tonen aan de voorbijrijdende auto’s. Ook dat is Sint-Martens-Latem.

Het zijn uiteraard niet de bordelen die de ondernemers naar Sint-Martens-Latem lokken. Ze zoeken er de rust, de groene oase, de stijl en standing en het mythische karakter van het schildersdorp van weleer (zie kader). En dat alles op een boogscheut van Gent en de autosnelweg naar Brussel of Antwerpen.

Er is een sociologische scheidingslijn tussen ‘allochtonen’ en ‘autochtonen’. “De lokale inwoners kennen elkaar en hebben veel contact,” weet Guido Van der Schueren, voorzitter van het beursgenoteerde Artwork Systems. “De nieuwkomers leven nogal afgezonderd in hun villa’s.” Expediteur en verzekeraar Jacques Wyckaert bevestigt: “Ik woon hier al sinds 1996. En ik beschouw dit huis een beetje als my home is my castle. Er zijn hier rijke, oude, gegoede families gevestigd en er is de jongere generatie, vaak ondernemers, die hier in de omgeving cocoonen. Er is wel wat contact buiten het zakelijke gebeuren, bijvoorbeeld via de gemeenteschooltjes. Maar vaak zijn dat eerder de echtgenotes. Niet iedereen komt zomaar in elkaars tuin.”

Het mysterie van de Royal Latem Golf Club

De oudste inwijkelingen stammen van de Gentse Franstalige textielbaronnen. Ze vormen een besloten kring. Hun netwerkplaats is de Royal Latem Golf Club, een groene long in het midden van Latem. De oude Franstalige kliek houdt de club erg gesloten, het is onduidelijk wie er achter de schermen de touwtjes in handen heeft. Je wordt er lid door familiale opvolging of op voorspraak. Na een aantal jaren kan je dan mede-eigenaar worden van de gronden. Er zijn slechts enkele externen. Roger Vandenstock van voetbalclub Anderlecht of Jacques Rogge van het IOC zouden er lid zijn.

Nieuwe ondernemers zijn niet welkom op de golfclub en wijken dan ook noodgedwongen uit naar de pelouse van Waregem of Oudenaarde. Rudi Mariën, oprichter van klinisch labo Barc en bestuurder bij Innogenetics, is een uitzondering. “Ik kende hier iemand,” zegt hij. “Men wil hier blijkbaar de traditie in ere houden. Het lidgeld is wel fenomenaal laag. En je kunt nergens goedkoper eten dan hier op de golf.”

Nogal wat telgen van de traditionele Latemse families hebben het immers financieel moeilijk. Het familiefortuin raakt op en velen hebben hun villaterrein in twee gedeeld en een stuk verkocht. Het aantal Franstaligen slinkt, maar er wordt nog steeds een aardig mondje Frans gesproken in Sint-Martens-Latem. “Dat stoort niemand,” zegt burgemeester Freddy Vanmassenhove ( VLD+). “Meertaligheid is een troef.”

Contracten versieren tijdens het huisconcert

Soort zoekt soort, zegt de volksmond. Toch trekken de ondernemers niet naar Sint-Martens-Latem om er elkaar tijdens het weekend te frequenteren. Het groene dorp aan de Leie is geen pure netwerkplaats, zeggen bijna alle door ons gecontacteerde ondernemers. Ook al werd in de media het Vlerick-netwerk wel eens gelijkgesteld met de Latem-connectie. Niet verbazend, want topfiguren uit dat netwerk (zoals advocaat Louis Verbeke, industrieel Luc De Bruyckere en muzikant Rudolf Werthen) zijn letterlijk buren. Maar het netwerk bestond al voor die mensen in Latem kwamen wonen, zeggen velen. “De Latemse contacten hebben mij professioneel niets opgeleverd,” beweert Rudolf Werthen, bekend van het vroegere I Fiamminghi, die al sinds 1981 in Latem woont. “De villamensen zijn op hun privacy gericht. Ik heb er nooit achter gezeten om zaken te organiseren bij hen.”

De werkelijkheid is soms subtieler. “Er was indertijd de jaarlijkse vergadering van I Fiamminghi bij Louis Verbeke thuis, vlakbij de Latemse Golf. Dit heeft mijn persoonlijke netwerk erg versterkt,” bekent Jan Briers, directeur van het Festival van Gent en Brussel. “Dit waren prima plekken om te lobbyen. Van daaruit groeide de eerste sponsoring voor het Festival van Vlaanderen. Nu wordt het gros van onze fondsen door sponsoring ingezameld, al meer dan 85 %.”

Ivan De Witte woont ook in Sint-Martens-Latem. Zijn Club 50, een gezelschap van ondernemers achter voetbalclub AA Gent, heeft diverse inwoners uit Sint-Martens-Latem als lid. Zij hebben een ruilakkoord met het Festival van Vlaanderen: het zijn ook cultuurliefhebbers. Briers kan er kandidaat-sponsors uitnodigen op het voetbal en vice versa.

“Zelf heb ik in Sint-Martens-Latem nog geen belangrijke zakelijke contacten gelegd,” beweert Guido Van der Schueren, die sinds 1982 in het dorp woont. “Er worden wel veel recepties thuis gegeven. Huisconcerten zijn er ook wel, maar meestal gaat het om informele etentjes. Voor mijn business zijn die niet zo belangrijk, maar het zet u wel op de kaart. Er wonen hier nogal wat topmensen van beursgenoteerde bedrijven.”

Discreet champagne proeven – vooral discreet

Een grote wens tot privacy primeert onder de ondernemers die in Sint-Martens-Latem wonen. Daarin onderscheidt het dorp zich van Knokke. Daar wordt er gedefileerd, de rijkdom is er meer zichtbaar. In Sint-Martens-Latem hoeft dat niet. Met één uitzondering: het toenemende aantal 4×4-terreinwagens die over de kasseiweggetjes dokkeren. Vaak rijden de groene weduwen ermee, de huisvrouwen waarvan de man tijdens de week en soms ook het weekend bijna permanent aan het werk is.

“Sint-Martens-Latem heeft roots, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Brasschaat,” vindt Guido Van der Schueren. “In Zuidwest-Vlaanderen moet iedere villa op zijn minst een toren hebben, een beetje protserig. In Brasschaat zie je het sierlijke, men toont ook de rijkdom, maar niet potsierlijk. In Sint-Martens-Latem is de stijl wat meer ingehouden. Dat past ook bij de mentaliteit. Latem en Deurle bestonden honderd jaar geleden ook al. Er zijn hier geen grote verkavelingen gebeurd, alles staat in zijn natuurlijk kader. Sint-Martens-Latem heeft een ziel en dat is meer dan een stel prachtige villa’s. Hier wordt geen champagne luid op het terras besteld, de glazen worden discreet geproefd in de eigen tuin.”

Discretie is de boodschap, zeker in het weekend, want dan wordt Sint-Martens-Latem overspoeld door wandelaars en fietsers, zoals de villawatchers, de voyeurs die komen turen naar hoe de rijken van Vlaanderen wonen. Door de jaren heen werden de meeste villa’s dan ook omrand met een schutting en een stevige poort om te vermijden dat de villatoeristen het terrein oplopen. “De mensen willen hier rustig en anoniem wonen,” weet burgemeester Vanmassenhove. “Op toeristisch vlak mijden we daarom publiciteit.”

Agressieve inbrekersbendes

Tijdens de week is het stil in Sint-Martens-Latem. Vooral ‘s avonds. Tot voor kort een droomsituatie voor inbrekers: veel rijke inwoners, nogal wat afstand tussen de villa’s en de snelweg is vlakbij. Op een bepaald moment werd het dorp dan ook overspoeld door enkele professionele bendes. Punch-topman Guido Dumarey kreeg een paar keren een home- en carjacking te verwerken. Hij was niet de enige Latemnaar. “Wat wil je, als de Porsche of de hele collectie BMW’s aan de voordeur staan,” zucht een inwoonster.

Tijdens de inbraakplaag heeft een aantal ondernemers privé-veiligheidsfirma’s ingehuurd. “Wij lagen mee aan de basis daarvan,” zegt Rudolf Werthen. “Anderhalf jaar geleden werd er gebonkt op mijn luiken. Twee doodsbange buren van twee huizen verder waren thuis overvallen. Bij een andere buur had men enkele dagen eerder gas in zijn slaapkamer gespoten.” Ook Fientje Moerman kreeg een inbrekersbende over de vloer die haar met gas bedwelmde.

De buren riepen enkele vergaderingen bijeen met politie en burgemeester. Met akkoord van de gemeente werd een aantal bewakingsfirma’s, waaronder Initial Security en Cobelguard, ingehuurd. De inwoners betalen een maandelijkse bijdrage en de firma’s komen twee- tot driemaal ‘s nachts controleren, zowel aan huis als in de tuinen. “We betalen hiervoor 100 euro per maand,” aldus Werthen. “Het geeft ons een veiligheidsgevoel. De inbraken zijn sindsdien ook fors verminderd.”

“De criminaliteit is in absolute cijfers gedaald,” zegt Freddy Vanmassenhove. “Maar niet alleen door de bewakingsfirma’s. Er is ook aan de infrastructuur van de gemeente gewerkt met de verbetering van de verlichting. En we gaan nu bepaalde straten afsluiten, sommige permanent en andere tijdelijk, en camerabewaking invoeren.”

De opgemerkte etentjes van de prins

Restaurants doen goede zaken in Sint-Martens-Latem. ‘t Oud Veer, dat aan het veer tussen Drongen en Latem ligt, is een favoriet van Marc Embo. “De kok heeft zijn stiel geleerd in het restaurant Apicius,” zegt hij. “Hij wordt vaak door premier Verhofstadt gevraagd om in Brussel te komen koken. Zijn vader is de mecanicien van wielrenner Lance Armstrong.”

Ook Pyckezot en A Table zijn populair. Dat laatste heette vroeger ‘t Konijntje. “Daar kwam prins Laurent graag met Wendy Van Wanten eten,” vertrouwt een inwoner van Latem ons toe. En er is de Auberge du Pêcheur, maar dat is niet zozeer een plek voor de Latemnaars. “Dat is een fabriek van de gastronomie,” omschrijft Rudi Mariën het complex.

‘s Avonds is het rustig in Sint-Martens-Latem. Er zijn wel wat tieners, vaak van de Franstalige bourgeoisie, die rondtoeren met kleine brommertjes. Cafés zijn er wel, zoals Café Latem of Pyckezot. In Deurle is het Boldershof populair. Bij een kort bezoek lopen we er meteen Joost Bert van Kinepolis tegen het lijf. Schuin tegenover het Boldershof staat een vervallen pand. Het is eigendom van Duvel Moortgat en na heel wat discussie zou de renovatie kunnen starten om er een horecazaak van te maken. Michel Moortgat woont trouwens zelf in Sint-Martens-Latem.

Sint-Martens-Latem mag dan misschien wel wat duurder ogen dan een doorsnee dorp, de geboden kwaliteit is dan ook navenant. Voor taartjes moet je bij Suffy’s zijn. Op zondag is dat the place to be. Verder is er PatisserieVanhee. “Ik ontmoet mensen zoals Dirk Lannoo makkelijk twee keer per maand bij de bakker,” zegt Jan Briers. “Maar er is nu meer dan vroeger de ambachtelijke broodzaak Blanchaert in het nabijgelegen Ooidonk. Heel Latem trekt daar ‘s zondags naartoe.”

Traiteurs zijn er in overvloed. Drukbezette managers willen ‘s avonds wel eens een snelle, maar toch lekkere hap hebben. En zelfs bij de kruidenier merk je dat je niet in een gewoon dorp bent. Bij Gonda in Deurle liggen naast de bananen, de sla en de yoghurt de Financial Times, Le Monde en ook Trends.

Op de Kortrijksesteenweg vind je de winkel van Ingrid Van Renterghem, een zaak voor exclusieve Belgische mode. Van Renterghem, een ex-topkaderlid van Alcatel en Versatel, startte anderhalf jaar geleden met deze winkel een nieuw leven. “Eerst was er drempelvrees,” vertelt ze. “Iedereen dacht dat Belgische mode te extravagant was. Nu zijn de mensen enthousiast. Latemnaars hebben vooral oog voor exclusiviteit en service. Ik heb veel tandartsen, dokters, chirurgen en notarissen als klant. Ik heb klanten die elke maand kopen. Er wordt naar de prijs gekeken, maar voor een deel van het publiek is de prijs totaal onbelangrijk.”

Op de eerste verdieping heeft de zaak Van Renterghem een bar waar de mannen – de winkel verkoopt enkel vrouwenkleding – iets kunnen drinken, een krant lezen of wat praten. Maar de winkel is geen netwerkplaats. Of nog niet. Jan Briers: “Het circuit waar de relatie mode, muziek en plastische kunsten speelt, is voor mij een toekomstgericht rekruteringsveld. Zo is Ingrid Van Renterghem getrouwd met Christophe Nottebaert die Monster.com startte in België. Hier tekent zich een nieuw netwerk af.” Of hoe op een kleine oppervlakte van 1432 hectare sommige mensen uit Sint-Martens-Latem elkaar ook hier onvermijdelijk tegen het lijf zullen lopen.

Piet Depuydt – Guido Muelenaer

In Knokke wordt er gedefileerd, wordt de rijkdom getoond. In Sint-Martens-Latem primeert de wens tot privacy.

Hier wordt geen champagne luid op het terras besteld, de glazen worden discreet geproefd in de eigen tuin.

Een stuk bouwgrond in Sint-Martens-Latem kost al gauw 420.000 euro. Villa’s van 1,5 miljoen euro zijn geen uitzondering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content