Maak u geen democratische illusies

Als hoeder, waakhond en woordvoerder van de democratie in België staan de diverse parlementen in hun hemd. Politoloog Wilfried Dewachter noemt de parlementaire democratie in ons land een politieke mythe.

Schrander is de gevlinderde politieke primus van de Franstalige Belgen altijd al geweest. Alle politieke oprispingen ten spijt, houdt Elio Di Rupo zich momenteel schijnbaar bescheiden achter de coulissen, maar hij heeft terecht ingeschat dat hij machtiger is als PS-voorzitter dan als président van de Waalse regering. Die houding geeft niet alleen veel prijs over de huidige bewegingsvrijheid van de gewestelijke regeringsapparaten, ze zegt nog veel meer over de potentie van de parlementaire democratie in ons land.

Officieel berust de macht in het parlement, dat de wetten of decreten maakt, terwijl de regering ze mag uitvoeren. Dit blijkt een politieke mythe. De conclusie stamt niet van een gefrustreerd oppositielid of een listige populist, maar is het ontnuchterende resultaat van decennialang wetenschappelijk onderzoek aan de KU Leuven onder leiding van professor Wilfried Dewachter. De politoloog slooft zich opvallend uit om te wijzen op de objectiviteit van het langdurige onderzoek. Zijn conclusies zijn niet ideologisch voorgekauwd en houden geen rekening met de politieke correctheid du jour.

Al in 1992 propte Dewachter zijn ophefmakende vaststellingen in Besluitvorming in politiek België. In 1995 volgde een herziene uitgave en nu ligt een turf in de boekhandel die niet alleen nagenoeg 100 bladzijden dikker uitvalt, maar op de meeste plaatsen stevig bijgespijkerd werd. Op enkele al te oude statistieken en belegen voorbeelden na, krijgen we nu een actuele stand van zaken onder de omineuze titel De mythe van de parlementaire democratie – Een Belgische analyse.

Koningskwestie. “Ondertussen is het wel duidelijk dat België zijn besluitvormingswijzen niet langer onder het etiket van parlementaire democratie kan verstoppen,” merkt Dewachter op. Aan dit harde verdict gaat een uitvoerige analyse vooraf van die besluitvormingswijzen. “Men moet niet alleen zeggen hoe het niet gebeurt. Men levert pas het bewijs als men aantoont hoe de beslissingen dan wel genomen worden en wie daarbij de eerste viool speelt.”

Zes manieren van beslissen bakent Dewachter af. Een zevende besluitvorm verloopt via de lange arm van de bureaucratie, maar deze zet in België nauwelijks een stempel op het beleid, al weegt ze uiteraard wel op de uitvoering. De zes overige acht de auteur des te belangrijker, te beginnen bij de institutioneel-democratische grondvorm, zeg maar de directe democratie via het referendum of zelfs de rechtstreekse verkiezing van de regering. Behalve ten tijde van de koningskwestie en de schoolstrijd, inmiddels zowat een halve eeuw geleden, is een rechtstreekse inbreng van de kiezer in België nooit gevraagd. Voor beide problemen stond de uiteindelijke oplossing dan nog haaks op de beslissing van de kiezers.

Het strijdpunt, ook gekend als velddemocratie of de stem van de straat, weegt wel eens zwaarder door op de uiteindelijke besluitvorming. Via een al dan niet sluw uitgelokt conflict kunnen evenwel vooral de politieke actoren of bepaalde lobbyisten hun steentje bijdragen. Kortom, de stem van de straat klinkt niet altijd hetzelfde als de wens van de straat. Een conflict wordt in België overigens liefst gesmoord in een derde type van besluitvorming, de pacificatie. Belgen zijn niet toevallig de kampioenen van de compromissen. Zelfs de communautaire splijtzwammen en de federalisering verlopen via de al dan niet discrete (zij)paden van het compromis. Pittige kanttekening: dat streven heeft ook geleid tot een noodzakelijke tweederde meerderheid bij communautaire hervormingen. In 1992 commentarieerde toenmalig PSC-voorzitter Gérard Deprez: “Het land moet met gewone meerderheden bestuurd worden. De tweederde meerderheid is een hinderpaal daartoe, maar vormt ook een bescherming: verhinderen dat de Vlamingen beslissen.”

Particratie. Nog zo’n duidelijk Belgisch trekje vinden we bij de overlegbesluitvorming. Denk maar aan het sociaal overleg, waar alles bedisseld wordt tussen werkgevers en vakbonden. Zij staan toch dicht bij het volk? Pareert Dewachter: “Zelfs de militanten van deze organisaties worden er niet bij betrokken.” Overleg verloopt op het niveau van de elite. Die ontmoeten we ook bij de technocratische besluitvorming, die in België veel vaker voorkomt dan algemeen aangenomen wordt. Denk maar aan het monetair beleid, dat nu in Europese handen ligt, bij een andere technocratische club.

Dewachter rondt af met de onderhandse besluitvorming. Ministers beslissen gewoon op eigen houtje. Voorbeelden zat, tot en met de inschakeling van het Vlaams hoger onderwijs in de Bologna-Sorbonne-verklaring. Al is een minister sowieso uitleg verschuldigd aan de almachtige, alwetende, alziende partij. Noem België gerust een particratie.

Luc De Decker

Wilfried Dewachter, De mythe van de parlementaire democratie – Een Belgische analyse. Acco, 475 blz., 37,11 euro.

“Het land moet met gewone meerderheden bestuurd worden. De tweederde meerderheid is een hinderpaal daartoe, maar vormt ook een bescherming: verhinderen dat de Vlamingen beslissen.” ( Gérard Deprez)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content