Logeren tussen het design

Heeft u zich wel eens afgevraagd hoe de zakenhotels van de toekomst er zullen uitzien? In wat voor soort kamers we zullen overnachten, wat we ervoor zullen betalen en hoe de service zal zijn? “Een goed hotel moet entertainen,” zegt de Franse designer Philippe Starck.

Als er één economische branche is waarop de globalisering totnogtoe weinig of geen impact heeft gehad, dan is het wel de hotelsector. Wist u bijvoorbeeld dat de vijf topketens samen nauwelijks 7% van alle bedden vertegenwoordigen? En Marriott, momenteel ‘s werelds grootste hotelketen, bezit amper 2% van alle bedden wereldwijd.

Geen wonder dus dat tot op heden niemand erin is geslaagd wereldwijd aanvaarde normen voor de hotelsector uit te werken: een viersterrenhotel in Rome kan nauwelijks concurreren met een tweesterrenzaak in België; en wie een reis naar Egypte boekt, wordt sowieso ondergebracht in een vijfsterrenhotel. Al durft dat wel eens tegen te vallen bij aankomst… “Een oplossing hiervoor is nog niet meteen voor morgen,” waarschuwt André Pury, senior vice-president van Hyatt International. “In Europa is meer dan drie vierde van de hotelmarkt in privé-handen. Het wordt dus moeilijk daarin een lijn te trekken.”

Bovendien zijn er ook nog enorme verschillen aan te treffen binnen eenzelfde keten. Een goed voorbeeld daarvan zijn de Dorint Hotels, waarvan sommige amper het driesterren- Ibis-niveau overstijgen, terwijl andere dan weer in de buurt komen van een zessterren- Ritz-Carlton. Niet te verwonderen dat de consument het noorden kwijtraakt…

Hotels met een concept

Vraag is of dat nog lang zal duren, want geleidelijk raakt ook de hotelsector in de ban van de overnames. Vooral Europa lijkt een interessante markt voor de grote groepen, aangezien 80% van de hotels nog niet tot een keten behoort.

“Er zit in Europa werkelijk een schat aan schitterende familiehotels die prachtig, uniek en charmant zijn, maar vooralsnog de slagkracht missen om internationaal wat te betekenen,” zegt Roeland Vos, directeur Europa van Starwood, de hotelgroep die onder meer de merken Sheraton, Westin en The Luxury Collection groepeert. “Die locaties willen wij ontdekken. Wij gaan ze niet kopen, maar runnen. We willen ze op niveau tillen en er een wereldse stempel van kwaliteit op drukken.”

En het woord kwaliteit, dat wordt almaar meer synoniem van design. Hotels zijn hip geworden, een cool accessoire. Het absolute summum zijn de boutique hotels, een noemer waaronder zich kleinere hotels scharen met een duidelijk concept en een sterke persoonlijkheid. “Boutique hotels gaan verder dan hun functionele opdracht: de klant van een proper bed en bad voorzien,” zegt Roeland Vos. “Ze voeden de aspiraties van hun gasten. Ze maken dat een vijftigjarige zakenman zich maar half zo oud voelt als hij is.” In de klasse van de boutique hotels lanceerde Starwood drie jaar geleden zijn W-hotels. En wat blijkt? Tijdens de weekdagen maken zakenlui 75% van de cliënteel uit.

Toch vindt André Pury, senior vice-president van Hyatt International, deze niche wat overroepen. “Er is inderdaad een evolutie om kleinere hotels te bouwen. Alleen in Las Vegas worden nog mastodonten van duizend kamers neergepoot. Maar of dat nu allemaal minimalistische designhuizen moeten zijn, betwijfel ik. Het fenomeen is trouwens beperkt tot Europa en, in mindere mate, Amerika. In Azië of het Midden-Oosten werken die dingen niet.” Ook David Michels, chief executive officer (CEO) van Hilton International, is ietwat terughoudend: “Het is een tijdfenomeen dat wij niet volgen. Een Hilton-klant vraagt daar niet om.”

De middenklasse wordt beter

Zakenreizigers moeten het steeds vaker met minder stellen. De hotellerie uit het middensegment – drie sterren, zeg maar – vaart er wel bij. “Omdat de luxueuze businesshotels onbetaalbaar zijn geworden, grijpt een klein bedrijf sneller naar een goedkoper hotel en worden steeds meer allesomvattende overeenkomsten afgesloten,” liet een studie van het vakblad Business Traveller vorig jaar uitschijnen.

“Dat is er niet op verminderd,” zegt Ernst Aben, managing director van de Europese divisie van Bare Associates International (BAI), een Amerikaans bedrijf dat zich bezighoudt met het professioneel uittesten van hotels. “Hotelrekeningen zijn voor bedrijven een eenvoudige besparingsronde. Het lagere segment draagt daar momenteel de vruchten van. Zeer dikwijls werken die ketens niet alleen met duidelijke prijsafspraken, hun aanbod is ook gigantisch. De Franse groep Accor (Novotel, Sofitel, Ibis…) is een zeer goed voorbeeld. Vooral kleinere bedrijven, zoals KMO’s, gaan daarmee in zee want het is niet voor iedereen weggelegd om 15.000 frank per nacht op te hoesten. Ze sluiten een jaarcontract tegen een bepaalde eenheidsprijs en weten zo, op voorhand, exact welk hotelbudget ze zullen spenderen.”

Gerrit Op de Beeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content