Levensverzekeringen aan banden

Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De consument van verzekeringen geniet sinds kort meer bescherming dan vroeger. Dat betekent dat de makelaar of de agent u meer vragen moet stellen en u meer informatie over de producten moet verstrekken. De komende jaren komen daar nog extra laagjes bescherming bij. We zetten een aantal belangrijke veranderingen op een rij.

De Belgische verzekeraars hebben een lange traditie van zelfregulering. In de schoot van de sectorfederatie Assuralia stelden de verzekeraars decennialang hun eigen gedragscode op. Zo ontsnapten verzekeraars en verzekeringsproducten tot nog toe aan een strak wetgevend keurslijf.

Hier en daar doken echter problemen op met beleggingsverzekeringen die investeerden in teakhout, wijnkelders, herverpakte levensverzekeringen van Amerikanen (de zogenoemde life settlements) of andere moeilijk te waarderen activa. Meestal knopen verzekeraars gewoon een tak23-strikje rond bestaande beleggingsfondsen. Tak23-levensverzekeringen zijn levensverzekeringen waarvan het rendement afhangt van de onderliggende activa.

De Belgische wetgever heeft een einde willen maken aan de excessen, met een aantal nieuwe wettelijke verplichtingen voor de 129 verzekeraars en de meer dan 16.500 tussenpersonen die in ons land verzekeringen verkopen. Met name de spaar- en beleggingsverzekeringen worden aan banden gelegd. We beperken ons hier tot de wijzigingen voor levensverzekeringen.

1. Risicoprofiel

België breidde onlangs de gedragsregels van de Europese beleggersrichtlijn MiFID voor bankiers uit naar alle dienstverleners in de verzekeringssector. In de praktijk moet de verkoper van een levensverzekering u vooraf een risicoprofiel aanmeten. Hij of zij zal u een vragenlijst voorleggen die peilt naar uw kennis en ervaring, uw financiële situatie, uw doelstellingen, enzovoort. De verzekeringssector heeft een voorbeelddocument voor Jan de (modale) Makelaar klaargestoomd. Het gaat om een lijvig document van twaalf pagina’s.

Het kan best zijn dat u al zo’n profiel hebt. Een aantal spelers past de beleggersrichtlijn al enkele jaren op vrijwillige basis toe voor verzekeringsproducten. BKCP bijvoorbeeld begon in 2009 al risicoprofielen op te maken van zijn klanten die een beleggingsverzekering willen kopen. “Wij wilden geen onderscheid meer maken tussen de verschillende aangeboden producten”, legt woordvoerster Nathalie Elsocht uit. “Wanneer je drempels opwerpt voor een product, bestaat het gevaar dat een verschuiving optreedt naar andere producten, terwijl die misschien niet aangewezen zijn voor de klant.” De wetgever beoogde met de gelijkschakeling van levensverzekeringen aan andere spaar- en beleggingsproducten een gelijk speelveld te creëren voor de commercialisering van gelijksoortige financiële producten.

De meeste bank-verzekeraars werken met één vragenlijst en één risicoprofiel. Sommige spelers zoals AXA werken met een verschillende vragenlijst voor de bankproducten enerzijds en de verzekeringsproducten anderzijds. Dat komt vooral doordat hun verzekeringsproducten via onafhankelijke makelaars verkocht worden. “We zullen tools ter beschikking stellen van de makelaars om op elk moment na te gaan of de portefeuille van de klant wel degelijk in overeenstemming is met zijn risicoprofiel”, laat AXA weten.

De verantwoordelijkheid voor de zogenaamde zorgplicht, het nagaan of een product wel geschikt is voor een klant, ligt bij de tussenpersonen. De verzekeringsmakelaars en -agenten moeten zelf een klantendossier aanleggen en bewaren. Zo kunnen ze zich ook verdedigen als achteraf onterechte klachten komen over hun dienstverlening. Voor de klant betekent dit: meer paperassen, onder het mom van een betere consumentenbescherming. De nieuwe wetgeving lost zeker niet alle problemen op. Wie meer dan 100.000 euro in een product stopt, wordt beschouwd als een ‘geïnformeerde belegger’. De verzekeringsproducten met een instapdrempel van 100.000 euro of meer vallen niet onder het toezicht van de Belgische financiële waakhond FSMA.

2. Winstdeelname voor tak21

Daarnaast zijn er nog nieuwigheden die vanaf 1 november in werking treden. Er mag bijvoorbeeld in de documentatie en de reclame voor tak21-producten enkel nog sprake zijn van een winstdeelname als er een winstdelingsplan is. Dat wil zeggen dat de berekeningswijze van de winstdeelname vooraf duidelijk is vastgelegd. De verzekeraar mag niet langer naar eigen goeddunken winstbonussen uitkeren. U moet ook jaarlijks op de hoogte gehouden worden van de winstbonus waar u recht op hebt. Verschillende verzekeraars moesten hun brochures en informatiefiches aanpassen.

3. Beleggingsregels voor tak23

Sinds 1 juli mogen verzekeraars het geld van hun verzekerden enkel nog beleggen “in activa en instrumenten waarvan de verzekeraar de risico’s goed kan inschatten”. Die risico’s moeten ook duidelijk zijn voor de klant.

Voor nieuwe tak23-verzekeringen gelden voortaan dezelfde beleggingsvoorschriften als voor beleggingsfondsen. De verzekeraars mogen uw geld bijna enkel nog stoppen in beleggingsfondsen, in deposito’s of in effecten die op een gereglementeerde markt noteren. Ze kunnen niet meer rechtstreeks in edele metalen, grondstoffen, bitcoins, life settlements of andere exotische producten investeren. Er zijn ook spreidingsregels, die moeten verhinderen dat u te veel eieren in één mand legt. Beleggingsfondsen mogen bijvoorbeeld niet meer dan 10 procent van het geld van de klanten in één aandeel stoppen. Alle posities met een gewicht tussen 5 en 10 procent mogen samen niet meer dan 40 procent van het vermogen van het fonds bedragen.

4. Productfiches met risicolabels

Vanaf 12 juni 2015 moeten verzekeraars een risicoscore geven aan hun producten. “Op zich verandert de ‘wrapping’ niets aan de risico’s voor een financieel product”, zegt BKCP. “Een beleggingsfonds of een beleggingsfonds verpakt als verzekeringsproduct (tak23) valt in dezelfde risicoklasse.” Voor Belfius is een tak21-product dan weer vergelijkbaar met een kasbon. KBC kent naar eigen zeggen vandaag al een eigen score toe aan de producten, “rekening houdend met de marktschommelingen, vooropgestelde terugbetaling van het kapitaal, kredietwaardigheid, spreiding, blootstelling aan vreemde munten en liquiditeit”. Er wordt op het niveau van de sector nog bekeken hoe die risicoklassen geüniformeerd kunnen worden.

Ze moeten ook voor elk product in een fiche voorzien naar het model van de fiches voor beleggingsfondsen. “Een van de belangrijke nieuwigheden is dat we in tak23-producten tot nu toe één fiche opstelden per product, terwijl we in de toekomst één fiche per onderliggend beleggingsfonds moeten maken”, zegt AG Insurance. De belegger krijgt met andere woorden meer informatie over de beleggingsfondsen waarin hij onrechtstreeks investeert.

Hoe de informatiefiches voor financiële producten eruit moeten zien en wat erin moet staan, is redelijk gedetailleerd beschreven door de wetgeving. De fiche mag maximaal uit drie A4-pagina’s bestaan en de informatie moet “correct, duidelijk en niet-misleidend” zijn. De informatie moet in “niet-technische bewoordingen” verstrekt worden.

5. Kostenstructuur

De bemiddelaars moeten u voor het sluiten van een overeenkomst duidelijk informeren over de vergoedingen die zij betalen of ontvangen van een derde partij, ‘inducements’ in het jargon. Het kan gaan om commissies, beheerprovisies of vergoedingen die betaald worden voor het aanbrengen van klanten. Zo weet u perfect waar uw geld naartoe gaat en weet u ook hoeveel de tussenpersoon ‘verdient’ aan een bepaalde aanbeveling.

Er zijn nog twee voorwaarden verbonden aan de vergoedingen. Ze moeten de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren en mogen geen afbreuk doen aan de verplichtingen van de dienstverlener om de belangen van de klant te behartigen. De verzekeraars en hun tussenpersonen moeten een beleid uittekenen om belangenconflicten te vermijden.

ILSE DE WITTE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content