Leve de goedkoopste supermarkt (en zijn failliete leveranciers)

Het succes van supermarktgigant Wal-Mart is gebaseerd op lage prijzen. Die strategie maakt vele slachtoffers: uitgeperste leveranciers, povere kwaliteit en rechteloos personeel. En delokalisatie van de productie naar China.

Vrijwel alle Amerikaanse bedrijven hebben een droom: ze willen hofleverancier zijn van de grootste supermarktketen ter wereld: Wal-Mart. Alleen al in de VS telt de gigant nagenoeg 3900 supermarkten. De omzet neigt naar 1 miljard dollar per dag. Jaarlijks trekken tienduizenden managers op pelgrimstocht naar de hoofdtempel van Wal-Mart in Bentonville, Arkansas. Nadat ze door de beveiligingsmolen geraakt zijn (ook hun tassen worden doorsnuffeld en hun laptop wordt zelfs op virussen gecontroleerd), mogen de verkopers wachten in zo goed als kale kamertjes. Een fabrikant van grasmaaiers getuigt: “Wat ik nooit zal vergeten, is het zitgedeelte dat voor ons was bestemd – gewoon wat tuinstoelen die de een of andere had achtergelaten bij wijze van monsters.”

Die getuigenis vinden we in Het Wal-Mart effect, een boek dat zowel de werking als de macht van de mastodont beschrijft. Charles Fishman, redacteur bij het blitse businessblad Fast Company, verzamelde feiten, cijfers, anekdotes en markante getuigenissen. Een van de opvallendste is juist deze van grasmaaierfabrikant Jim Wier van Snapper. Hij trok ook op pelgrimage, maar dan om Wal-Mart – beleefd – mee te delen dat hij geen nieuw contract meer wilde. Daarmee zette hij meteen een streep door 20 % van zijn omzet. Kon het bedrijf zo’n aderlating overleven? Jim Wier keert die vraag om: hoelang kon het bedrijf nog het wurgcontract met Wal-Mart overleven? De reus is zo dominant, dat het de leveranciers bij de hals grijpt: ze moeten zéér goedkoop leveren. “Toen Jim Wier probeerde zich een beeld te vormen van de toekomst van Snapper bij Wal-Mart, zag hij alleen maar een dodelijke spiraal van steeds lagere prijzen, vervliegende winsten en het overbrengen van de productie naar lagelonenlanden.”

De inkoper van Wal-Mart suggereerde nog de fabricatie uit te besteden of een afzonderlijke lijn op te zetten van producten met mindere kwaliteit, maar wel met het merkplaatje van Snapper erop, alleen bestemd voor Wal-Mart. Jim Wier ging er niet op in, anderen deden dat wel. Zelfs een reus als Philips moest zijn tv-productie van de VS naar Mexico verhuizen om de lage prijs aan te kunnen. Toen ook dat niet meer volstond, werd een deel van de productie overgeheveld naar Azië.

Met zijn scherpe prijzen zorgt de keten er weliswaar voor dat een doorsnee Amerikaans gezin er voor hetzelfde geld twee maanden langer boodschappen kan doen dan bij een concurrent. Dat is nog eens besparen of armoede vermijden. Anderzijds zorgt Wal-Mart voor vele bedrijfssluitingen én voor de ondergang van vele andere winkels. Bovendien betaalt het zijn personeel barslecht. Een kwart ervan is niet eens verzekerd. Al tracht Fishman geregeld de strategie van Wal-Mart te vergoelijken, uiteindelijk blijkt zijn boek vooral een pijnlijk concreet voorbeeld van een dominante marktspeler in het tijdperk van de globalisering.

Charles Fishman, Het Wal-Mart effect – Hoe Wal-Mart economie en samenleving ingrijpend beïnvloedt. Business Contact, 286 blz., 24,90 euro.

Luc De Decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content