Leuk speelgoed

In deze auto-onvriendelijke tijden valt het op hoe populaire merken opnieuw gretig snelle, exclusieve versies van sterk verkopende modellen maken.

Het blijft ons telkens opnieuw verbazen als we naar de presentatie van een nieuwe auto trekken: hoezeer de constructeurs hun marketingdiscours in niet geringe mate rond catchy termen als dynamisch en sportief blijven opbouwen. En dat terwijl de auto almaar verder binnenrijdt in de politiek foute zone, vooral als het op sportief rijden aankomt, en almaar scherper in de gaten wordt gehouden om zwaar te beteugelen zodra hij meer dan 30, 50, 70 of 120 per uur rijdt.

En toch hoeft dat discours eigenlijk niet te verbazen. De keuze van een auto is en blijft voor het grootste stuk een kwestie van emotie. En dus maken massamerken als Renault, Volkswagen of Peugeot gespierde versies van hun populaire modellen. Idee erachter: jonge mensen die een Polo diesel kopen, dromen er desnoods onbewust van dat ze met een GTi rijden.

In het recente aanbod van leuke, snelle auto’s zijn er drie die onze zinnen goed konden prikkelen. De Renault Clio Gordini (24.800 euro) is een auto doordrenkt van nostalgie. Amédée Gordini bouwde tientallen jaren eigenhandig Renaults om, werd legendarisch met zijn R8 Gordini en verkocht zijn handel uiteindelijk aan Renault. En zie, nu keert het Gordini-label terug in deze exclusieve versie van de snelle Clio RS (2-liter 200 pk), een knipoog naar het verleden in dat onweerstaanbare blauw, de twee strepen maar ook een interieur waarin leder en metaal zich heel mooi laten combineren.

Bij Volkswagen is het populaire GTi-label niet nieuw: iedere nieuwe generatie van de Golf en Polo krijgt steevast zijn snelle, sportieve versie. Deze keer is het de beurt aan de Polo, die deze maand in de showroom verschijnt. Iets kleiner dan de Clio en Peugeot, wat ook merkbaar is in het vooronder: daar zit geen tweeliter maar een kleine en bijzonder pittige 1.4 TSi van 180 pk en 250 Nm. Een heerlijke brok mechaniek die de VW-groep eerder al in de Seat Ibiza Cupra stopte, overigens ook een model dat in deze rubriek had gepast maar al langer op de markt is. Met die 1.4 TSi flitst de Polo GTi (23.000 euro), die deze zomer wordt geïntroduceerd, in niet eens zeven seconden van nul naar honderd. En op een autoweg zonder snelheidsbeperking (daarvoor moet je dus naar Duitsland…) kan je een topsnelheid van 230 per uur op de teller zetten.

Een derde leuke brok speelgoed is de Peugeot 308 GTi (prijs nog niet bekend). De Franse constructeur gooide halverwege de jaren tachtig een snelle, sportieve versie van de 206 uit, maar had vooral het uitstekende (marketing)idee om het ding GTi te noemen. Een label dat dankzij de VW Golf GTi, tien jaar eerder uitgekomen, halfmythische proporties zou aannemen. Iedereen die maar een beetje van auto’s houdt en in die tijd al een rijbewijs had, denkt er met weemoed aan terug, die eerste GTi’s. Temeer omdat de 206 GTi rijtechnisch, evenzeer als de Golf, een schot in de roos bleek. Dat het de voorbije jaren zo GTi-stil bleef bij Peugeot, werd als een almaar groter gemis ervaren bij fans van het type en merk. Die leemte vult Peugeot nu dus in met een GTi-versie van de 308, strategisch een heel belangrijk product voor het merk. Technisch lag het ook een beetje voor de hand: Peugeot stopte er de 1.6 THP-motor van de wondermooie coupé RCZ in, goed voor 200 paarden en een maximaal koppel van 275 Nm tussen 1700 en 4500 toeren. Daarmee is de 308 GTI een machine die niet alleen bijzonder krachtig is (7,7 seconden van nul naar honderd), maar ook heel romig kan rijden. Komt deze zomer op de markt. En wij, wij kijken er inderdaad naar uit.

Door jo bossuyt

Idee erachter: jonge mensen die een Polo diesel kopen, dromen er desnoods onbewust van dat ze met een GTi rijden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content