Legers des heils

Het ACW is met anderhalf miljoen leden, zonder die van de verwante mutualiteit, het grootste Belgische netwerk. Het ACW, de koepel van de christelijke werknemersorganisaties, viert voor de 110de maal de sociale encycliek Rerum Novarum (‘Van Nieuwe Dingen’). Dagelijks vergadert in elke gemeente van Vlaanderen minstens één afdeling van het ACW. 200.000 bestuursleden zijn de pilaar van de koepel, bij de sociale verkiezingen treden 65.000 kandidaten van het ACV (een club van de zuil) in de strijd. Het ACW heeft deelorganisaties: ACV, KWB, KAJ, Arco & VDK, Christelijke Mutualiteiten en KBG; een erkende partner: Familiehulp; en geassocieerde partners: Arktos, Pax Christi, Welzijnszorg en Vlaams Centrum voor Levensvorming. Het ACW-blad Visie wordt gedrukt op 1,2 miljoen exemplaren (zie blz. 56).

De pot aan sociaal kapitaal van het ACW is tomeloos. Een gezonde samenleving bezit menselijk kapitaal (opleiding), economisch kapitaal (middelen om te ondernemen) en sociaal kapitaal (netwerken met toegevoegde waarde). Een samenleving met veel sociaal kapitaal en daardoor een lage kiltegraad is efficiënter en gelukkiger dan een achterdochtige samenleving.

Is het ACW een ledenvereniging of een abonnee-organisatie? Neigt het ACW in 2001 qua organisatiecultuur en ledenbinding naar abonnee-organisaties als Greenpeace, Foster Parents Plan, Amnesty International? Een lid is actief, bezoekt vergaderingen, beslist mee, stelt zich verkiesbaar. Het ‘lid’ van een abonneevereniging schrijft een cheque en van een verdere binding is er geen sprake. De abonneeverenigingen zijn postorderbedrijven. Bij deze postorderbedrijven is de politiek-sociale participatie een tussendoortje. Voor een lagere kost dan een eigen serieuze inspanning stelt de abonnee een daad die hem/haar qua tijd en geld een schijntje kost van echte participatie. Het ACW zit vandaag niet in de gevarenzone van de verglijding naar een mail-orderclub waar je naast het sussen van het geweten kan shoppen voor goedkope rechtsbijstand, info over gezondheid en CAO, sociaal toerisme, een zorgpakket. Of deze gevarenbocht in een geatomiseerde samenleving sterker wenkt, is een vitale kwestie.

Enerzijds is het evangelie de kleefstof van het ACW. De kerken worden woestijnen, de hosanna’s zijn verstild, de biechtstoelen wormstekig. Toch meldt vandaag een hoog percentage van de bestuursleden dat de christelijke handtekening van het ACW voor hen belangrijk tot zeer belangrijk is. Nuanceer christelijk door er ethisch, spiritueel, religieus rond te draperen.

Anderzijds worden het ACW en de overige middenveldverenigingen aangetast door: de verslaving aan de teevee (de coach potatoe – de uitgezakte schermgaper – vermenigvuldigd in Vlaanderen met de vele kanalen en soaps); de afkalving van het verenigingsleven wegens de tweeverdieners; de neveneffecten van de moeilijke mobiliteit; de prestatiedruk op het werk; de generatiewisseling. De generatie na ’45 had een grotere verbondenheid en verenigingslust (door een gezamenlijke beproeving en de zwakke dosis teevee) dan de latere generaties en er is geen bewijs van beterschap. Wie ‘s avonds nog de deur uitgaat voor een serieus gesprek over loon en samenhorigheid in café De Werknemersvriend is van zeer goed hout gesneden (dus een minderheid). Vakverenigingen zijn ambetanteriken én legers des heils. Zonder tingeltangel en wierook.

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content