Le Bistro M’Alain de la Mer

Na 36 jaar noeste fornuisarbeid beleeft de Fransman Alain Troubat een tweede jeugd als horecaondernemer.

Wie in het verleden wel eens naar Afrika reisde, moet de Fransman Alain Troubat zeker kennen van Devinière uit Kinshasa, het meest gerenommeerde eethuis uit het toenmalige Congo. Uiteindelijk trok Troubat in het spoor van zijn klanten naar België. In Brussel, niet ver van het Europees Parlement, opende hij de kwaliteitsbistrot Stirwin (St.-Pieterssteenweg 15-17, 1040 Etterbeek, 02-640 85 41). De megakok was tot voor enkele maanden ook verantwoordelijk voor de exploitatie van Trèfle à 4, het toenmalige gastronomisch restaurant van Château du Lac in Genval. Toen de samenwerking met de kasteeleigenaar John Martin werd stopgezet, zette de ondernemende vijftiger zijn zinnen op nieuwe projecten.

Nummer één was Liboké (Greepstraat 45, 1000 Brussel, 02-503 03 46), een Afrikaanse tapabar. Bistro M’Alain (Vlaanderenstraat 6, 1000 Brussel, 02-503 14 80) volgde. Deze vriendelijk geprijsde burgerbistro werd vanaf de eerste dag platgelopen door lekkerbekken die houden van bijvoorbeeld gebraiseerde zwezerik met rundwang of kalfskop ‘jardinière’.

Onlangs opende Le Bistro M’Alain de la Mer. Het restaurant ligt naast de Brusselse Sint-Katelijnekerk, is ruimer en biedt ook meer tafelcomfort dan de vleesbistro. Voor het overige volgt Alain Troubat hetzelfde principe: authentieke traditionele bereidingen en eersteklas producten voor redelijke prijzen. Trekpleister is de formule Menus-Cartes, waarbij u voor 30 euro naar eigen goeddunken een voorgerecht en een hoofdschotel of een hoofdschotel en een nagerecht kunt kiezen. Betaalt u 38 euro, dan krijgt u een voor-, hoofd- en nagerecht naar keuze. Vis is favoriet en ook alledaagse exemplaren zoals koolvis, poon en wijting krijgen een ereplaatsje. Voor carnivoren zijn er enkele vleesbereidingen.

Wij kregen van een kordate Nederlandse dame een hoektafel met ronde muurbank toegewezen. In de eetzaal is de kleur van de muren en het tafellinnen op elkaar afgestemd. Midden in de ruimte staat een aquarium met tropische vissen. De muren zijn versierd met nageschilderde stillevens uit oude culinaire encyclopedieën en ook het keukengebeuren is gedeeltelijk zichtbaar.

De wijnen zijn ingedeeld in prijscategorieën. Wij kozen uit de duurste categorie (49 euro) een Châteauneuf-du-Pape, Roger Perrin 2000, een prachtwijn die zijn typische vettigheid combineert met een lichte frisheid. Als voorgerecht kregen we enerzijds een terrine van ansjovis uit Collioure met gegrilde paprika en tomaat, anderzijds in de pan gebakken kleine inktvisjes met rauwe ham en witte bonen, een typisch Baskische bereiding. Hoofdgerechten waren – aan de ene kant van de tafel – ontgrate wijting met gefrituurde broodkorstjes, opgediend met geplette aardappel en gevogeltejus, en – aan de overkant – zeebaars in zijn jasje op geplette olijven uit Manzinella met ‘sauce vierge’ en tomaat. Een koninklijke ‘baba au rhum’ met slagroom en vruchtensalsa sloot deze smakelijke en aangename maaltijd af.

Pieter van Doveren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content