Laruelle pakt schijnzelfstandigen zachtjes aan

Minister van Middenstand Sabine Laruelle (MR) werkt aan een nieuw voorstel in de strijd tegen schijnzelfstandigheid. De strenge regeling die de regering een goed jaar geleden wou invoeren, wordt aanzienlijk afgezwakt.

Het was een van de belangrijkste conclusies tijdens de superministerraad in Gembloers van half januari vorig jaar. In de strijd tegen de sociale fraude zouden de schijnzelfstandigen voortaan hard worden aangepakt. Een schijnzelfstandige is iemand die het statuut van een zelfstandige aanneemt, maar het eigenlijk niet is omdat hij bijvoorbeeld onder het gezag van één opdrachtgever werkt. Een systeem dat zowel voor de werkgever als de werknemer financieel voordelig is, maar wel onder de noemer sociale fraude valt.

Minister van Middenstand Sabine Laruelle (MR) komt binnenkort met een reeks criteria op de proppen die een garantie bieden aan bedrijven die met zelfstandigen willen werken. Daarbij wordt onder meer gedacht aan het vastleggen van wilsautonomie (vrije keuze voor statuut), de afwezigheid van interne controle en de vrije keuze in het bepalen van de arbeidsuren. Ook zouden de sectoren meer ruimte krijgen om zelf een aantal criteria op te stellen. Het probleem van de schijnzelfstandigen is namelijk niet overal even erg. In de schoonmaaksector zijn ze een echte plaag geworden. In de informaticasector daalt hun aantal echter gestaag. Ook zou het makkelijker worden om een sociale ruling te vragen, waarbij elk geval apart wordt bekeken.

Laruelle kwam in oktober vorig jaar al met een wetsontwerp, maar sindsdien bleef het opvallend stil. Wat echter niet wil zeggen dat er geen overleg wordt gepleegd. De voorbije dagen werden op het kabinet van de minister van Middenstand zowel zelfstandigenorganisaties als ondernemers en vertegenwoordigers van de vrije beroepen ontvangen. Gesprekken die niet aan de grote klok worden gehangen. Vanuit liberale hoek is men er immers beducht voor dat PS of SP.A een vroegtijdig uitgelekt voorstel van Laruelle in de kiem zou smoren. De minister wil een verrassingseffect creëren en een ontwerp voorleggen dat brede steun geniet. In elk geval zou nog voor het weekend de laatste hand worden gelegd aan een nieuw ontwerp. Unizo, een van de organisaties die bij het overleg betrokken zijn, wou nog niets zeggen over de inhoud van het ontwerp, maar gaf wel toe dat “het dossier in een voor ons positieve richting evolueert”.

Kritiek van zelfstandigen

Oorspronkelijk was het de bedoeling om een duidelijke definitie op te stellen die vastlegt wanneer een arbeidsovereenkomst moet worden afgesloten. Er zou ook een aantal criteria worden vastgelegd om een werknemer van een zelfstandige te onderscheiden. Wanneer iemand bijvoorbeeld over een BTW-nummer beschikt, betekent dat niet direct dat we met een zelfstandige te maken hebben. Ook het gebrek aan vrijheid om het werk te organiseren, zou als een van de criteria worden gezien. Wanneer een zelfstandige aan een meerderheid van die criteria voldoet, kan hij niet langer onder het zelfstandigenstatuut werken.

Dit wetsontwerp van toenmalig minister van Werk Frank Vandenbroucke (SP.A) kreeg al snel zware kritiek van de zelfstandigen. De regeling zou de bewegingsruimte van zelfstandigen immers aanzienlijk beperken en het onmogelijk maken om voor dat statuut te kiezen. De belofte van de regering om aan de sectoren de kans te geven een advies uit te brengen en zelf een lijst met criteria op te stellen, kon de gemoederen amper bedaren. De ruimte die de sectoren daarvoor kregen (drie maanden) was veel te beperkt. Bovendien zou de regering zelf de criteria opleggen als de sectoren niet met voorstellen op de proppen kwamen.

Alternatief voorstel

Zelfstandigenorganisaties zetten dan ook alle zeilen bij om de voorstellen van de regering af te zwakken. Ook de vrije beroepen spaarden hun kritiek niet. Landmeters en architecten bijvoorbeeld zouden immers door een nieuwe wet hard worden aangepakt. In hun verzet kregen ze al snel steun vanuit liberale hoek. Vooral minister Laruelle liet zich niet onbetuigd. Toen Frank Vandenbroucke in mei een wetsontwerp indiende, vond ze dat de wilsautonomie van de partijen te sterk werd beperkt. In mensentaal: vanuit liberale hoek blijft de vrije keuze van werkgever en werknemer voor het zelfstandigenstatuut essentieel.

Om openlijke conflicten met de socialistische familie te vermijden, werd in liberale kringen beslist om in alle discretie aan een tegenvoorstel te werken. Laruelle weet zich daarin gesteund door het Rekenhof, dat in de zomer van vorig jaar zware kritiek leverde op de aanpak van schijnzelfstandigen. Het Rekenhof heeft er vooral problemen mee dat het begrip ‘gezag’ onvoldoende gedefinieerd wordt. Ook de grote onduidelijkheid over het aantal schijnzelfstandigen blijft een probleem. Niemand heeft er precieze cijfers over. Alleen al over het aantal werknemers dat overstapt naar het zelfstandigenstatuut doen de meest uiteenlopende cijfers de ronde. De controle laat trouwens nog altijd te wensen over. Een rechtsonzekerheid die volgens zelfstandigenorganisaties bewijst dat het dossier in zijn geheel moet worden herzien.

Het uitblijven van een duidelijke en definitieve wetgeving brengt echter wel mee dat sociale inspecteurs nog altijd niet echt weten hoe streng ze moeten optreden in hun zoektocht naar schijnzelfstandigen. Waardoor ze hun belangrijkste doelstellingen niet kunnen realiseren: miljoenen euro’s terugvorderen die de RSZ de voorbije jaren is misgelopen.

Alain Mouton

Het uitblijven van een duidelijke wetgeving betekent dat sociale inspecteurs niet de miljoenen euro’s kunnen terugvorderen die de RSZ is misgelopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content