Land van belofte maakt schuld

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

De Tsjechische republiek was het paradijs voor ernstige en minder ernstige investeerders. Vandaag verkeert het land in een crisis. Is er beterschap in zicht? En kunnen Vlamingen, gestimuleerd door de recente overname van de bank CSOB door KBC, een pioniersrol spelen in de relance?

“De Tsjechische republiek was voor ondernemers ooit het land van belofte,” verzucht Paul Van denbempt, de ancien van de Vlaamse Bohemers. “Maar we zitten in een diep dal, waar we voorlopig niet uitgeraken.”

Wilde Oosten

Van denbempt startte in 1982 met Belimpex, een import-exportbedrijf voor de Tsjecho-Slovaakse republiek. In de communistische periode werkte hij nog met de grote maatschappijen, die de handel monopoliseerden. Na de Fluwelen Revolutie, de val van het regime in november 1989 en het aantreden van Vaclav Havel als president, liepen de toplui van deze maatschappijen over naar de privé-sector. Hun feitelijke monopolie van contacten en contracten namen ze mee. “Die happy few werden onze belangrijke partners,” geeft Van denbempt toe. “We verdienden toen goed geld. Tot 1996 haalden we jaarlijks een omzet van 1,2 miljard frank ( nvdr – 350 miljoen frank in 1999).”

Ook Serge Borenstein maakte deze prille beginperiode mee, toen hij in november 1989 in het centrum van Praag een kantoor zocht.

“Snelle jongens profiteerden

van het gebrek aan regels en sloten mooie vastgoeddeals af,” herinnert de topman van East-West Real Estate zich. “Netwerken was toen belangrijker dan werken.” Borenstein verzamelde een groep van voornamelijk Antwerpse investeerders uit het diamantmilieu en ontwikkelde zich tot één van de vaste waarden op de hoofdstedelijke kantoormarkt. Vandaag beheert zijn onderneming vanuit het charmante gebouwtje in de Liliovastraat (centrum Praag) zo’n 35.000 vierkante meter kantoorruimte. Tot zijn klanten behoren onder meer Danone, SPT Telecom en Readers Digest. “Vandaag gaat het er gelukkig correct aan toe,” weet hij.

Joris Van Avermaet van het softwarebedrijf Newlink blikt met weemoed terug op de begindagen van ‘het Wilde Oosten’. “Alles kon,” zegt hij. “Grotere bedrijven lieten de markt over aan de cowboys. Tsjechen raakten besmet door het hit and run-kapitalisme en sleurden naïeve westerlingen mee in avonturen.”

Na enkele jaren bood Praag potentiële investeerders meer rechtszekerheid en een min of meer werkbaar administratief kader. “Reglementaire veranderingen zijn ook vandaag nog ronduit storend,” aldus de Vlaamse advocate Bie Heyninck, die al zeven jaar vanuit Praag opereert, “maar met een goede juridische omkadering kon je als buitenlands bedrijf sinds 1992 profiteren van de exponentiële groei.”

Tot vorig jaar investeerden Belgische bedrijven voor in totaal zo’n 15 miljard frank in de Tsjechische republiek. Het plaatje veranderde compleet door de recente verkoop van de bank CSOB aan KBC (kostprijs: 42 miljard frank). Andere Belgische investeerders zijn onder meer Delhaize, Glaverbel, Bekaert, Tractebel, Lhoist, Bosal, Derafood, Barco en Somati.

Giganten op lemen voeten

Na de euforie over het “Tsjechische wonder” kwam er (sinds 1996) sleet op de formule. De Tsjechische ambassadeur in Brussel, Katerina Lukesova: “Na de eerste privatiseringsgolf werden mooie delen van gewezen staatsbedrijven verkocht. Bleven over: grootindustrieën, die door gebrek aan management en kapitaalinbreng ter plaatse bleven trappelen.”

Geen enkele regering,

de liberale coalitie onder Vaclac Klaus noch sociaal-democraten onder Milos Zeman, durft het aan om grondig in te grijpen. “Hele regio’s dreigen te worden ontworteld,” aldus Paul Vanoverloop, die sinds 1994 voor KBC de Tsjechische honneurs waarneemt. “De verdere privatiseringen zijn nochtans een conditio sine qua non voor de relance.”

“De Tsjechen dachten dat ze, net zoals voor de wereldoorlog, op eigen benen een sterk bedrijfsleven konden opbouwen,” aldus ambassadeur Lukesova. “We wilden onze grote bedrijven met de coupons ( nvdr – aandelen verspreid bij de bevolking) laten privatiseren om ze zo in Tsjechische handen te houden. Dit bleek een ijdele hoop. Intussen lopen andere Midden-Europese landen voorop in de internationalisering van hun bedrijfsleven.”

De regering-Zeman richtte onlangs een Agentschap op dat een deel van de schulden van die concerns zal overnemen en voor de rest van het bedrijf mee een oplossing (sluiting, overname, partnership) zal uitwerken. Het proces verloopt traag. Even leek het er bijvoorbeeld op dat Siemens de elektronicagigant ZKD zou overnemen, maar de Duitsers dropen af. Ze wilden het zelfs niet voor nul kroon kopen.

Uw bank, uw vriend

Bij de banken is er een gelijkaardig probleem. De toestand van Komercni Banka en Ceska Sporitelna baart ernstige zorgen. Beide grootbanken stapelden enkele jaren na de “liberalisering” miljarden schulden op als gevolg van een ruim kredietbeleid. “De bancaire en persoonlijke belangen van de verantwoordelijken liepen dikwijls samen,” vindt Slavomil Hubalek, die met Alea-Psycholgie Belgische bedrijven bijstaat in hun personeelsbeleid. ” Businessmen met grootse plannen geraakten moeiteloos aan geld.”

“Vandaag zijn de bankiers schuldeisers van bedrijven waarin ze zelf participeren,” weet Vanoverloop. “Een strenger kredietbeleid zou heel wat ondernemingen ten gronde kunnen richten, met een onvermijdelijk domino-effect. Toch is zo’n politiek onvermijdelijk om het immobilisme te bestrijden.” Ook Van denbempt pleit voor een “grote schoonmaak”. Maar: “Voorlopig kijkt iedereen de kat uit de boom.”

De “uiterst slechte betalingsmoraal”

is een afgeleid probleem, stelt Jan Van Geet van Ontex Tsjechië (zie kader: Lage lonen?). “Wie geen krediet krijgt van de bankier, pakt het bij zijn leverancier. Trouwe klanten worden na een tijd plots een risico.”

Het is moeilijk om de gerechtelijke uitvoering te verkrijgen van een schuldvordering. “Het duurt jaren eer je beslag kan leggen op de activa van een onderneming,” weet Heyninck. “In België is de klant koning. Hier de schuldenaar.”

Ook Van denbempt vroeg vroeger – net als de meeste buitenlanders – boter bij de vis, maar na verloop van tijd gunde hij zijn schuldenaars ook een betalingstermijn. “Onze commerciële jongens vertrouwden hun belangrijke klanten,” klinkt het. “Vandaag eisen we weer cash, zelfs als we de gebruikelijke korting van 4% moeten geven. Geld is duur in de Tsjechische republiek.”

Dat geldt ook voor kmo’s, die meestal opereren onder een sro, zeg maar een bvba, met een kapitaaltje van 100.000 kroon (110.000 frank). “Geen bank is geneigd ze krediet te verlenen,” aldus Van denbempt. Volgens Pavel Sobisek, hoofdeconomist van Bank Austria Creditanstalt bergen de banken voor zo’n 180 miljard frank cash weg in veilige kortetermijnobligaties, “wachtend op de turnaround“.

Vanoverloop (KBC): “Volgens Citibank is 80% van de ondernemingen niet kredietwaardig. Voor ondernemingen met een omzet boven de 300 miljoen kroon wil CSOB trouwens een iets dynamischer beleid voeren.”

Euroforie voorbij

“De politici hebben de bevolking zand in de ogen gestrooid,” klinkt het bij Slavomil Hubalek. “Vaclav Klaus en anderen vertelden na de Fluwelen Revolutie dat Wij Tsjechen, met onze lange industriële traditie, niet moesten omkijken naar Polen en Hongarije. De integratie in de Europese Unie zou probleemloos verlopen. Vandaag zitten de Tsjechen dus met een kater. Het dynamisme is eruit.”

De Tsjechische republiek werd weliswaar lid van de Navo, maar dit is volgens een Brusselse diplomaat die de betrekkingen tussen Praag en Brussel volgt, slechts “een symbolische verworvenheid”. “Politiek stelt dat lidmaatschap weinig voor,” stelt deze bron, die liever anoniem blijft.

“Om EU-lid te worden,

moeten zo’n 80.000 bladzijden Europese regels in wetten worden omgezet. De Tsjechische administratie, gemodelleerd naar die van het Oostenrijkse keizerrijk en misvormd onder de communisten, denkt in vakjes. Het ene departement blokkeert het andere bij de implementatie van die regels. Ooit, in 2006 misschien, zal de republiek wel lid worden van de Unie.”

Ambassadeur Lukesova geeft toe: “Vaclav Klaus hoopte op een intrede in de Europese Unie onder zijn eigen voorwaarden, een beetje zoals Margaret Thatcher. Na hem was er een overgangsregering, die andere dan de Europese katten te geselen had. De regering-Zeman, amper een jaar aan de macht, moét en zal de kentering teweegbrengen.”

Afwachten of anticiperen?

Hoe reageert een investeerder best op zo’n overgangsmoment? Volgens Van denbempt, die al enkele jaren een strategische terugtocht aankondigt, “is de koek verdeeld”. Want: “Tsjechië is een normaal land, waar uitzonderlijke opportuniteiten vrijwel zijn uitgesloten.”

Toch ziet hij kansen. “Vlaamse bedrijven kunnen knowhow en, eventueel via de lokale huisbankier, kapitaal aanbrengen om met Tsjechen te investeren in het buitenland,” meent hij. “Tsjechen storten zich massaal op de Zuidoost-Europese energie- en autosector. Vlamingen, met hun wereldvermaarde expertise op dit terrein, kunnen zich aandienen als partner.”

Willy Robijns van Export Vlaanderen in Praag beaamt dat er heel wat kansen voor het rapen liggen in de Tsjechische republiek. “Binnen grote, te privatiseren ondernemingen opereren nog pareltjes van potentiële kmo’s, die je voor een appel en een ei kunt overnemen,” weet hij.

Robijns signaleert dat CzechInvest, het investeringsagentschap voor de republiek, “een erg dynamisch beleid voert in het buitenland”. Investeerders krijgen fiscale en andere voordelen in de Tsjechische republiek. Probleem: de investering moet minimum 10 miljoen dollar bedragen.

Positief is

de aangekondigde economische decentralisering. Milos Kucera, handelsattaché in de Tsjechische ambassade te Brussel: “Veertien regio’s kunnen zelf hun krijtlijnen uitstippelen. Op termijn kan hier een stelsel van regionale incentives uitgroeien.”

Met de overname van CSOB door KBC werd Vlaanderen trouwens erg zichtbaar als investeerder. Paul Vanoverloop: “Met de overname van CSOB denken we op middellange termijn. Na de macro-economische catastrofe, verleden jaar, groeide het BNP in het tweede kwartaal van 1999 met een luttele 0,3%. De interestvoet daalde van 16% naar 6,5%, zonder dat de kroon – vreemd genoeg – verzwakte. Volgens optimisten is dit het begin van de ommezwaai. Hoe dan ook, over enkele jaren klimt de Tsjechische republiek uit het dal. Ooit wordt het land lid van de Unie en kan het zijn centrale ligging ten volle uitspelen. En dan staan we er klaar voor.”

Bie Heyninck: “Het nieuwe spel is nog niet begonnen, maar de kaarten worden verdeeld. Wie vandaag met de goede Tsjechische partner in een project stapt, kan over enkele jaren deze troef uitspelen.”

Volgende week: Bulgarije.

HANS BROCKMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content