LAAT ZAIRE EN AFRIKA MET RUST

Minister van Buitenlandse Zaken Frank Vandenbroucke (SP) heeft lering getrokken uit de lektuur van het werkje van de Gentse antropoloog Karel Pinxten : Kulturen sterven langzaam Over interkulturele kommunikatie (Hadewijch). Positieve punten in zijn nota over het Belgisch Afrika-beleid en meer bepaald ten aanzien van Zaïre zijn : 1) het niet opdringen van óns demokratisch model ; 2) onpartijdigheid, zowel ten aanzien van de huidige premier Kengo als van oppositieleider Tshisekedi, én klemtoon op de eigen verantwoordelijkheid van de Zaïrese elite ; 3) rechtlijnigheid in beleid én klare taal. Een hele vooruitgang is dat, vergeleken met het zwalpen in de voorbije decennia en de daarop volgende doctrinaire ommezwaai van zijn voorganger.

Ondanks deze toe te juichen flinkheid ten aanzien van Zaïre blijft de beleidsnota van de SP doordrenkt van een haast lijfelijke walg van dat land, een allergie waardoor de realiteit op het terrein te vaak miskend wordt. Deze met, laten we aannemen, goede bedoelingen geplaveide weg naar meer demokratie vertoonde enkele door verblinding veroorzaakte uitschuivers. Er was “het bloedbad van Lubumbashi” ; een buiten proporties opgeklopte plaatselijke ontsporing die vanaf het begin (zie Trends van 5 juli 1990) voor de Belgische diplomatie de vinger in het eigen oog bleek te zijn en het “Timisuara” van de Belgische pers. Er was de eenzijdige steun aan Tshisekedi ; niet honderd procent konsekwent, maar voldoende halfslachtig om de etnische spanningen in Shaba/Katanga mee op te zwepen. Er was de verplichte evacuatie van de Belgen ; wie hierachter een koherente strategie vermoedde, kwam bedrogen uit en het verval werd er alleen door bespoedigd. Er was ten slotte een verkeerde inschatting van de positie van Moboetoe.

In de SP-nota ontbreekt konstruktieve durf, terwijl de CVP-opties baden in een nieuw paternalisme. Tegenover de negatieve flinkheid van de SP en de betuttelende flinkheid (?) van de CVP, zou een konstruktieve flinkheid aangewezen zijn.

De CVP kiest thans voor maatregelen die uit de tijd zijn en op termijn zelfs contraproduktief, zoals een massaal uitsturen van ontwikkelingswerkers bovendien onder militaire bescherming. Deze opties staan haaks op de positieve ontwikkelingen die zich momenteel (en voor het eerst sinds 35 jaar) voltrekken in het verzelfstandigingsproces van de Zaïrese bevolking (zie Het jaar nul, blz. 120). In een cruciale faze, nu vooral de Zaïrese elite haar koloniale erfenis aan het uitzweten is en de bevolking blijk geeft van een verbazende veerkracht en kreativiteit, mag België niet opnieuw de eigen dynamiek van Afrika verminken zeker niet na 35 jaar negatieve beïnvloeding.

Konstruktieve flinkheid betekent dat een gedoseerde en doelgerichte ontwikkelingsbijstand meer dan wenselijk kan zijn in het sociale vlak (gezondheidszorg en kennisoverdracht) maar dan geschoeid op een totaal nieuwe leest.

Ten slotte is er het eigen belang. Op het zwarte kontinent zullen drie landen in de 21ste eeuw een scharnierfunktie vervullen : Nigeria, Zaïre en Zuid-Afrika. Vandenbroucke vergist zich, als hij zich wil afkeren van het land waar België ondanks alles nog iets te betekenen heeft. Een tweede anker van de Belgische Afrika-politiek is Zuid-Afrika, zonder ook hier de historische banden of taalverwantschap af te zweren. België zou zich met een nuchtere en konstruktieve benadering moeten richten tot beide scharnierlanden op het zwarte kontinent. Vergeet de romantiek en/of de verkrampte kortzichtigheid.

E.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content