Laat de regulator reguleren

Luc Huysmans senior writer bij Trends

De vervanging van de directie van de federale energieregulator CREG biedt de regering de kans om te tonen dat het haar menens is met de energiemarkt.

Lees visie ‘We gaan toch geen rendabele sector subsidiëren?’ blz. 20

België is nog niet Finland aan de Noordzee. In het Scandinavische land zet de regering de grote lijnen van het energiebeleid uit: de energiemix, het aantal kerncentrales, de doelstellingen voor hernieuwbare energie,… Daarna zorgen administratie en de regulator voor de uitvoering. Energie, weten de Finnen, is van levensbelang voor de economie van een land. Zeker bij grootverbruikers weegt energie een pak zwaarder in het kostenplaatje dan de lonen van hun medewerkers.

Regulatoren zijn de scheidsrechters van het systeem. Europa maakt een breekpunt van hun onafhankelijkheid, iets waaraan vooral de regionale overheden in ons land nog moeten werken. De federale overheid daarentegen respecteert, vooral sinds het aantreden van Melchior Wathelet als staatssecretaris voor Energie, meer dan vroeger de rol van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG).

Daarom ook is de benoeming van het nieuwe vierkoppige directiecomité van zeer groot belang. Het valt sowieso al te betreuren dat het mandaat van de technocratische houwdegen Guido Camps niet met drie jaar wordt verlengd. De vier nieuwkomers kunnen maar best een zo onafhankelijk mogelijk profiel hebben.

Want Europa geeft de regulator expliciet een pak tariefbevoegdheden. De CREG moet oordelen over de kosten die transport- en distributienetbedrijven voorleggen, en de tarieven die zij willen aanrekenen aan hun klanten. Daarbij moet ze een verstandige afweging maken tussen een faire winstmarge voor de bedrijven, de noodzaak om te investeren om de bevoorrading niet in het gedrang te brengen, en een zo correct mogelijke prijs voor de consumenten.

De voorstellen van afscheidnemend CREG-voorzitter François Possemiers verdienen dan ook een grondige bestudering. Hij pleit voor een opsplitsing van de productie van elektriciteit (en import van gas) enerzijds en de verkoop ervan. Indien goed uitgevoerd, kan zo’n maatregel op zijn minst zorgen dat de concurrentie veel beter kan spelen dan nu het geval is. De winstmarge van sommige producenten zal dan verminderen, maar het zal een correctere, normalere winstmarge zijn.

Bovendien kant Possemiers zich regelrecht tegen subsidies voor gascentrales, zelfs al leggen Electrabel en E.ON hun gascentrales stil en overwegen andere spelers dat ook te doen. Het uitrustingsplan van Wathelet is amper een paar maanden oud, en gedeeltelijk al ingehaald door de realiteit. Die realiteit is dat gesubsidieerde Duitse groene energie de elektriciteitsprijs zo drukt dat het op dit moment niet mogelijk is een gascentrale rendabel uit te baten. Of die realiteit ook in de wintermaanden geldt, valt op zijn minst af te wachten.

Toch is het vooral belangrijk dat iedereen goed zijn rol ter harte neemt. De regulator moet ervoor zorgen dat de wetgeving wordt toegepast. Maar de overheid moet het kader uittekenen. Daarbij moet ze vooral zorgen voor een betere coördinatie en voorbereiding van de wetten. Dat de distributiebedrijven nu plots elke eigenaar van windmolens of zonnepanelen een injectievergoeding willen aanrekenen, is misschien niet onlogisch, maar het is in elk geval niet consequent met een beleid dat jarenlang duurzame investeringen aanmoedigt. En zelfs voor het meest bonafide energiebedrijf zijn tachtig wijzigingen in de federale en regionale wetgeving in tien jaar tijd simpelweg te veel.

LUC HUYSMANS

Tachtig wijzigingen in de federale en regionale wetgeving in tien jaar tijd is simpelweg te veel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content